Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Dam en Groothuizen over het bericht ‘Willekeur van coronaregels ondermijnt het vertrouwen’ en ‘Advocaten roepen mensen op: kom in verzet tegen coronaboete’
Vragen van het lid Van Dam (CDA) en Groothuizen (D66) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het bericht «Willekeur van coronaregels ondermijnt het vertrouwen» en «Advocaten roepen mensen op: kom in verzet tegen coronaboete» (ingezonden 10 juni 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 13 juli 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2019–2020, nr. 3396.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Willekeur van coronaregels ondermijnt het vertrouwen»
uit NRC van 3 juni 20201 en het bericht «Advocaten roepen mensen op: kom in verzet tegen coronaboete» uit
Trouw van 22 mei 20202?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt de informatie dat er op de peildatum 10 mei 18.200 strafbeschikkingen waren
uitgeschreven voor overtreding van de Corona-noodverordeningen?
Antwoord 2
Het in uw vraag genoemde aantal van 18.200 betreft de op die peildatum 10 mei ingestuurde
processen-verbaal van politie en BOA’s. Op basis van cijfers van het Openbaar Ministerie
(OM) kan ik aangeven dat er op peildatum 28 juni 2020 door het OM ongeveer 15.530
strafbeschikkingen zijn uitgevaardigd vanwege overtreding van de noodverordeningen.
Daarnaast worden nog 7.290 ingestuurde processen-verbaal beoordeeld door het OM.
Vraag 3
Deelt u onze opvatting dat de maatschappelijke onduidelijkheid rond de rechtsgeldigheid
van dit soort strafbeschikkingen deels beantwoord kan worden door de rechter te vragen
een uitspraak te doen, bijvoorbeeld in het kader van een verzetsprocedure? Kunt u
uiteenzetten hoe die procedure – van opleggen strafbeschikking tot rechterlijke beoordeling
– in elkaar steekt?
Antwoord 3
Het OM beoordeelt alle door politie en BOA’s uitgeschreven processen-verbaal en weegt
in elk individueel geval zorgvuldig of de zich voorgedane situatie aanleiding geeft
tot het opleggen van een boete vanwege overtreding van de noodmaatregelen. Voorafgaand
aan het opleggen van een boete wordt vastgesteld of er een strafbaar feit is gepleegd
en wordt de schuld vastgesteld.
Indien mensen het niet eens zijn met de uitgevaardigde strafbeschikking kan men verzet
aantekenen bij de kantonrechter. Dit kan dus ook in het geval men de rechtsgeldigheid
van de strafbeschikking in twijfel trekt. Vervolgens is het eerst aan de officier
van justitie en uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen of de strafbeschikking
rechtmatig is opgelegd, waarbij rekening zal worden gehouden met de omstandigheden
van het geval.
Vraag 4
Kunt u aangeven of er al corona-strafbeschikkingen zijn voorgelegd aan de (kanton)rechter?
Is dat überhaupt op dit moment mogelijk? Klopt het dat kantonrechtbanken in beginsel
tot 1 september gesloten zijn? Kunt u bevestigen dat de informatie op de website van
de Raad voor de rechtspraak3 leidt tot de conclusie dat verzetschriften tegen strafbeschikkingen niet als een
zeer urgente of als een urgente zaak worden gekwalificeerd en daarom vooralsnog niet
behandeld zullen worden?
Antwoord 4
Op dit moment zijn er wel verzetten tegen corona-strafbeschikkingen geregistreerd
maar zijn deze zaken nog niet daadwerkelijk voorgelegd aan de kantonrechter. In eerste
instantie (vanaf 17 maart jl. tot 11 mei jl.) werden alleen (zeer) urgente zaken behandeld.
Verzetszaken vielen daar niet onder. Vanaf 11 mei jl. pakt de Rechtspraak weer zo
veel mogelijk zaken op. In beginsel geldt dit nog niet voor strafrecht kantonzittingen
(tot 1 september 2020), waar ook de verzetszaken onder vallen. Op die zittingen staan
namelijk op een dagdeel tussen de 75 en 150 zaken. Alvorens deze zittingen weer doorgang
kunnen vinden met inachtneming van de afstandseis van anderhalve meter die ook in
de gerechtsgebouwen geldt, dient eerst ervaring te worden opgedaan met het verloop
van andere zittingen en de daarmee samenhangende logistieke aspecten in onder meer
de gangen en wachtruimtes. De Rechtspraak en het OM zijn wel met elkaar in gesprek
en spannen zich beide in, om vóór 1 september 2020 alvast een aantal verzetszaken
tegen corona-strafbeschikkingen bij de kantonrechter aan te brengen. Het OM zal in
dat kader een representatieve selectie van deze verzetszaken maken.
Vraag 5
Deelt u onze opvatting dat op deze wijze de toetsende en rechtsvormende functie van
de (kanton)rechter ten aanzien van de handhaving van de corona-regelgeving ernstig
te kort schiet? Op welke wijze kunt u bevorderen dat de kantonrechters zich wél op
korte termijn uit zullen laten over deze vorm van strafbare feiten?
Antwoord 5
Door het moeten beperken van het aantal terechtzittingen als gevolg van de maatregelen
om corona-besmettingen tegen te gaan, zijn de werkvoorraden in de rechtsketen opgelopen.
Bij alle maatregelen is erop toegezien dat de beginselen van rechtsstaat, democratie
en grondrechten geborgd werden met inachtneming van de beperkingen die noodzakelijk
waren om een verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Bij brief van 25 juni
2020 inzake de contouren aanpak achterstanden strafrechtketen bent u geïnformeerd
over de plannen van de betrokken organisaties om de opgelopen voorraden weg te werken.
Waar het gaat om de behandeling van verzetszaken tegen uitgeschreven strafbeschikkingen
wordt hierin voor de komende periode voorzien op de wijze als onder vraag 4 is beantwoord.
Vraag 6
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het notaoverleg Justitieketen op dinsdag
30 juni 2020?
Antwoord 6
Het is helaas niet gelukt om de vragen te beantwoorden vóór het notaoverleg Justitieketen
op dinsdag 30 juni 2020.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.