Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over het bericht dat tienduizenden studenten studievertraging oplopen
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat tienduizenden studenten studievertraging oplopen (ingezonden 16 juni 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
7 juli 2020)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het onderzoek van ResearchNed waaruit blijkt dat meer dan 50.000
studenten studievertraging oplopen als gevolg van de coronamaatregelen?1
Antwoord 1
De COVID-19-crisis heeft grote gevolgen voor het hele onderwijs, van de voorschool
tot de universiteit. Onderwijsinstellingen hebben het onderwijs in de afgelopen maanden
anders ingericht en op afstand georganiseerd. Mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten
zijn sinds 15 juni gedeeltelijk weer gestart met het verzorgen van onderwijs op locatie.
Door alle betrokkenen in alle sectoren is de afgelopen periode keihard gewerkt aan
het mogelijk maken van het onderwijs op afstand. Ik ben trots op wat er door het onderwijsveld
onder zulke moeilijke omstandigheden in korte tijd is bereikt. Ondanks deze grote
inspanningen is het onvermijdelijk gebleken dat sommige studenten studievertraging
oplopen.
Vraag 2
Op welke wijze wordt studievertraging en uitval als gevolg van de coronamaatregelen
gemonitord? Bent u voornemens in de nabije toekomst studievertraging en uitval als
gevolg van de coronamaatregelen te gaan monitoren?
Antwoord 2
Ik ga ervan uit dat individuele opleidingen zelf monitoren welke mate van studievertraging
en uitval plaatsvindt. Daarnaast besteedt de jaarlijkse monitor beleidsmaatregelen
hoger onderwijs aandacht aan de cijfers over uitval en aan de studievoortgang in de
beleving van studenten. De eerstvolgende monitor verwacht ik u dit jaar na de zomer
toe te sturen. Daarin zullen de gevolgen van corona nog niet zichtbaar zijn. Ik zal
deze wel gaan betrekken in de monitor beleidsmaatregelen. De benodigde gegevens komen
beschikbaar na afloop van het betreffende studiejaar. Als de inschrijvingscijfers
over het nieuwe studiejaar 2020–2021 definitief zijn kan uitval in 2019–2020 inzichtelijk
gemaakt worden. Kanttekening daarbij is dat het niet goed mogelijk zal zijn onderscheid
te maken tussen uitval door de coronacrisis of uitval door andere redenen. Ook de
studentbeleving van 2019–2020 komt in de loop van 2020–2021 beschikbaar. Ik verwacht
op uitval, studievoortgang en corona, vergeleken met de periode vóór corona, in te
kunnen gaan in de Monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs die in 2021 verschijnt.
Vraag 3
Bent u voornemens om studenten meer ruimte te geven om fysiek onderwijs te volgen?
Zo ja, op welke wijze? Bent u het daarnaast met de mening eens dat de ruimte die nu
aan studenten wordt gegeven in het openbaar vervoer veel te mager is?
Antwoord 3
Met ingang van het nieuwe studiejaar wordt het mbo, hbo en wo verder opengesteld voor
onderwijsactiviteiten op de locatie van de mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten.
Sinds 15 juni was dit al het geval voor praktijkonderwijs, toetsing en begeleiding
van kwetsbare studenten, maar na de zomervakantie mag de instelling aanvullend daarop
zelf weer keuzes maken over onderwijsactiviteiten op locatie. Uiteraard met inachtneming
van de RIVM richtlijnen waaronder het bewaren van de 1,5 meter afstand tot elkaar.
Om studenten op verantwoorde wijze naar de onderwijsinstellingen te kunnen laten komen
en met het openbaar vervoer te laten reizen hebben koepelorganisaties, vervoerdersorganisaties,
IenW en OCW nieuwe afspraken gemaakt over het OV-gebruik. De gezamenlijke ambitie
is zoveel mogelijk mensen veilig te kunnen vervoeren naar de onderwijsinstellingen
met het OV. De afspraken vervangen de eerdere afspraken over het tijdsvenster van
11–15 uur. De nieuwe afspraken geven meer ruimte. Er is afgesproken om begin- en eindtijden
van onderwijsactiviteiten te spreiden en het onderwijs zo te organiseren dat studenten
niet of nauwelijks in de spits hoeven te reizen. Studenten wordt geen toegang tot
de spits ontzegd en het studentenreisproduct wordt niet beperkt. Het uitgangspunt
is regionale afspraken op basis van een landelijk model, zodat goed rekening kan worden
gehouden met specifieke omstandigheden en mogelijkheden.
Vraag 4
Kunt u een beeld geven van hoeveel studenten die studievertraging oplopen buiten de
eerder gepresenteerde compensatieregeling vallen? Kunt u daarnaast een inschatting
maken van de extra kosten die studenten met studievertraging maken als gevolg van
de coronamaatregelen?
Antwoord 4
Hoeveel studenten daadwerkelijk studievertraging hebben opgelopen en hoe groot hun
studievertraging is, is op dit moment niet te zeggen. Ik kan dan ook niet aangeven
hoeveel studenten studievertraging oplopen en buiten de eerder gepresenteerde compensatieregeling
vallen. In elk geval vallen studenten die niet in de afrondende fase van hun hbo-bachelor
of wo-masteropleiding zitten, buiten de eerder gecommuniceerde compensatieregeling.
In uitvoering van de motie Jetten/Heerma zijn de financiële gevolgen van de maatregelen
als gevolg van COVID-19 voor studenten in kaart gebracht:
1. Extra collegegeld ho (€ 179 per maand)/lesgeld mbo (€ 100 per maand)/cursusgeld mbo
(€ 20-€ 50 per maand).
2. Geen recht meer op basisbeurs of aanvullende beurs (door uitloop uit nominale duur);
gemiddeld € 300 per maand in mbo en ho. (NB: Voor de studenten uit de laagste inkomens
bedraagt de aanvullende beurs per maand maximaal € 374 in mbo en € 403 in ho);
Vraag 5
Bent u alsnog bereid om alle studenten die studievertraging oplopen vanwege de coronamaatregelen
op gepaste wijze te compenseren, vergelijkbaar met hbo-bachelorstudenten en wo-masterstudenten?
Antwoord 5
Studenten in eerdere fases van de studie hebben meer ruimte voor het inhalen van eventuele
studievertraging, daarom ben ik niet voornemens om ook deze studenten toe te voegen
aan de compensatieregeling.
De ruimte die er is gekomen voor tentaminering, examinering en praktijkonderwijs zorgt
er voor dat ook deze studenten hun onderwijsactiviteiten kunnen voltooien, zodat verdere
vertraging wordt voorkomen.
Vraag 6
Op welke wijze worden instellingen en docenten ondersteund bij het terugdringen van
de studievertraging en uitval?
Antwoord 6
Het voorkomen van studievertraging en uitval vraagt om creatieve oplossingen in het
geven van afstandsonderwijs, betrokkenheid bij de student, aandacht voor studentenwelzijn,
een goede samenwerking tussen onderwijssectoren en anders werken dan we normaal gewend
zijn. Hogeronderwijsinstellingen en iedereen die daarbinnen aan het werk is, doen
nu alles wat in hun macht ligt om die inspanningen te leveren en uitval en studievertraging
zoveel mogelijk te beperken. OCW ondersteunt hen om dit zo goed mogelijk te kunnen
doen. OCW biedt bijvoorbeeld financiële ondersteuning aan het Versnellingsplan onderwijsinnovatie
met ICT. Dit versnellingsplan speelt met de Vraagbaak Online Onderwijs een belangrijke
rol in de uitwisseling van kennis over goed online onderwijs dat studievertraging
en uitval kan voorkomen. Andere manieren waarop OCW ondersteuning biedt, zijn het
wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving (zoals in de toelating van studenten
die nog niet aan alle instroomeisen voldoen), het maken van afspraken met toezichthouders
over handhaving, het faciliteren van kennisuitwisseling middels de werkgroep Studentenwelzijn
en het meedenken in oplossingen.
Afspraken hierover staan opgenomen in het, ook aan uw Kamer toegezonden, Servicedocument
Hoger Onderwijs, waarmee wordt beoogd om instellingen handreikingen en ruimte te bieden
in deze tijd van crisis. Op basis van signalen en behoeften van instellingen, studenten,
onderwijsvakbonden en andere betrokkenen op landelijk niveau, is dit document in de
afgelopen weken steeds weer geactualiseerd en zijn er waar nodig nieuwe afspraken
gemaakt.
Vraag 4
Kunt u een beeld geven van hoeveel studenten die studievertraging oplopen buiten de
eerder gepresenteerde compensatieregeling vallen? Kunt u daarnaast een inschatting
maken van de extra kosten die studenten met studievertraging maken als gevolg van
de coronamaatregelen?
Vraag 5
Bent u alsnog bereid om alle studenten die studievertraging oplopen vanwege de coronamaatregelen
op gepaste wijze te compenseren, vergelijkbaar met hbo-bachelorstudenten en wo-masterstudenten?
Vraag 6
Op welke wijze worden instellingen en docenten ondersteund bij het terugdringen van
de studievertraging en uitval?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.