Amendement : Subamendement van het lid Van den Hul over een verplichte amvb met voorhang
35 354 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met vereenvoudiging van de grondslagen van de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten van de scholen voor voortgezet onderwijs (vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen)
Nr. 16 SUBAMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN HUL
Ontvangen 2 juli 2020
De ondergetekende stelt het volgende subamendement voor:
Het amendement van de leden Rog en Van Meenen (stuk nr. 12) wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt aan het voorgestelde artikel 82 een lid toegevoegd» vervangen
door «worden aan het voorgestelde artikel 82 twee leden toegevoegd».
2. In het voorgestelde derde lid wordt «kunnen nadere regels worden gesteld» vervangen
door «worden nadere regels gesteld».
3. Na het voorgestelde derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Dit subamendement regelt dat de algemene maatregel van bestuur zoals voorgesteld in
amendement 35 354, nr. 12, waarin nadere regels worden gesteld aan de bekostiging van brede scholengemeenschappen,
door de regering verplicht moet worden vastgesteld en middels een voorhangprocedure
moet worden voorgelegd aan de Staten-Generaal. Met deze algemene maatregel van bestuur
worden brede scholengemeenschappen aanvullend bekostigd. Deze scholen dragen bij aan
betere op-, door- en afstroommogelijkheden, gelijke kansen en het tegengaan van segregatie
in het onderwijs.
Van den Hul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid