Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Schonis en Bruins over veilige evenementen
Vragen van de leden Schonis (D66) en Bruins (ChristenUnie) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Justitie en Veiligheid over veilige evenementen (ingezonden 18 mei 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 30 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Een drive-in bioscoop: organisatoren staan te trappelen
maar krijgen geen vergunning»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
Bent u bekend met de signalen uit het bericht, namelijk dat er bij een vergunningsaanvraag
meteen wordt afgewezen op basis van de noodverordening en niet wordt gekeken of een
individueel evenement veilig is volgens de RIVM-richtlijnen?
Antwoord 2
Het verbod op evenementen tot 1 september 2020 was een maatregel die noodzakelijk
was om de verdere verspreiding van het Corona-virus tegen te gaan.
Op 24 juni heeft besluitvorming plaatsgevonden en zodoende wordt per 1 juli het algemene
verbod op meld- en vergunningplichtige evenementen opgeheven. Het is aan de lokale
autoriteiten om te bepalen of organisatoren hun activiteit voldoende op anderhalve
meter in kunnen richten en tevens aan andere van toepassing zijnde maatregelen kan
worden voldaan. De procedure voor het aanvragen van een vergunning kost tijd en het
zal dus een aantal weken duren voordat de eerste evenementen weer kunnen plaatsvinden.
Niet alles zal meteen mogelijk zijn. 1,5 meter afstand houden blijft ook de norm bij
evenementen.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat door een algemeen verbod op evenementen met een vergunnings-
en meldplicht veilige evenementen onnodig geen doorgang kunnen krijgen?
Antwoord 3
Nee. Een algemeen verbod op evenementen was een eenduidige norm die, vanwege de mogelijke
effecten op de publieke gezondheid, het gebruik van de publieke ruimte, de handhaafbaarheid
en op (de beschikbare capaciteit in) het openbaar vervoer noodzakelijk geacht werd.
Gezien de positieve ontwikkelingen wordt per 1 juli is het algemeen verbod op meld-
en vergunningplichtige evenementen opgeheven.
Vraag 4
Kunt u toelichten waarom het in Nederland niet mogelijk is om net als in Duitsland2 en Denemarken3 evenementen te organiseren die veilig zijn?
Antwoord 4
Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, is het afschalen van maatregelen
een politieke afweging, waarbij niet alleen het gezondheidsperspectief wordt meegewogen
maar ook het maatschappelijk en economisch perspectief.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat hierdoor onnodig schade wordt geleden door een sector die
reeds hard wordt getroffen door de corona maatregelen?
Antwoord 5
Ik besef dat de maatregelen ter voorkoming van het coronavirus onvermijdelijke gevolgen
hebben voor de economie. We zien dat daardoor ook de evenementensector zwaar getroffen
wordt, net als andere sectoren. Daarom ondersteunt het kabinet (zelfstandig) ondernemers
met tijdelijke financiële regelingen. De steun heeft als doel dat Nederland zich kan
aanpassen aan een veranderde samenleving en economie. De regelingen zijn in twee noodpakketten
gepresenteerd op 17 maart en 20 mei 2020.
Vraag 6
Bent u bereid om het OMT te vragen te bezien hoe bij de advisering over sectoren meer
maatwerk mogelijk kan worden gemaakt anders dan een generiek go/no-go signaal?
Antwoord 6
Het kabinet streeft naar eenduidige normen binnen sectoren. Op 24 juni is op basis
van adviezen van het OMT besloten dat een verdere versoepeling van de maatregelen
mogelijk is.
Vraag 7
Bent u bereid burgemeesters meer ruimte te bieden om uitzonderingen op te nemen in
de noodverordening die de mogelijkheid bieden evenementen die kunnen plaatsvinden,
conform de richtlijnen van het RIVM doorgang te laten vinden?
Antwoord 7
Zoals ik eerder heb aangegeven is op 24 juni besloten dat het algemene verbod op meld-
en vergunningplichtige evenementen per 1 juli wordt opgeheven. Het is aan de lokale
autoriteiten om te bepalen of organisatoren hun activiteit voldoende op anderhalve
meter in kunnen richten en tevens aan andere van toepassing zijnde maatregelen kan
worden voldaan.
Vraag 8
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.