Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Becker c.s. t.v.v. nr. 30 over voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen van inburgeraars
35 483 Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..)
Nr. 50 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BECKER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 30
Ontvangen 29 juni 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan artikel 14, derde lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel
b door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c
deel door «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. voor zover van toepassing, een verkenning van de mogelijkheden om het kind van de
inburgeringsplichtige deel te laten nemen aan de voorschoolse educatie, bedoeld in
artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, of de vroegschoolse educatie, bedoeld in artikel
1 van de Wet op het primair onderwijs.
II
Aan artikel 15, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel
b door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c
deel door «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. voor zover van toepassing, of de inburgeringsplichtige gehouden is ervoor zorg te
dragen dat zijn kind als leerling deelneemt aan de voorschoolse educatie, bedoeld
in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, of de vroegschoolse educatie, bedoeld in artikel 1
van de Wet op het primair onderwijs.
III
Aan artikel 53 wordt toegevoegd: Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan
de mate waarin en de wijze waarop afspraken over het deelnemen aan voorschoolse educatie,
bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, of de vroegschoolse educatie, bedoeld
in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, bijdragen aan het voorkomen van
onderwijsachterstanden bij deze groep.
Toelichting
Met dit amendement beogen de indieners ervoor te zorgen dat inburgeringsplichtigen
hun nog niet leerplichtige kinderen naar de voor- en vroegschoolse educatie laten
gaan teneinde onderwijsachterstanden te voorkomen. Kinderen van inburgeringplichtigen
lopen een groter risico om (taal)achterstanden op te lopen doordat hun ouders (nog)
onvoldoende de Nederlandse taal beheersen. Achterstanden die moeilijk in te lopen
zijn en de kans verkleinen dat deze kinderen volwaardig mee kunnen doen aan de samenleving.
Deze kinderen vallen al binnen de doelgroep voor de voor- en vroegschool, maar helaas
komt het nog altijd voor dat kinderen van inburgeraars hier niet naar toe worden gestuurd.
Daarom stellen de indieners met dit amendement voor dat een afspraak voor inburgeringsplichtige
ouders om kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 5 jaar naar de voor- en vroegschool
te sturen, verplicht wordt meegenomen in de brede intake en wordt opgenomen in het
persoonlijk plan inburgering en participatie, zodat de inburgeraar ook gecommitteerd
is aan deelname van hun kinderen aan voor- en vroegschoolse educatie. Bij evaluatie
van de Wet inburgering 20.. wordt het (niet) gebruik meegenomen, en kan vervolgens
worden bezien of het belang van de voor- en vroegschoolse educatie voor een kind van
de inburgeringsplichtige hiermee adequaat is geborgd.
Becker
Paternotte
Peters
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Bente Becker, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Jan Paternotte, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid