Schriftelijke vragen : Het bericht 'Miljoenentekort voor geplaagde Noordelijke Randweg Utrecht'
Vragen van het lid Remco Dijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Miljoenentekort voor geplaagde Noordelijke Randweg Utrecht» (ingezonden 26 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Miljoenentekort voor geplaagde Noordelijke Randweg
Utrecht»?1
Vraag 2
Klopt het dat de gemeente Utrecht heeft aangeklopt bij het Rijk voor een aanvullende
bijdrage? Zo ja, heeft u nadere details van de gemeente Utrecht ontvangen over de
exacte hoogte van het tekort en de oorzaken daarvan? Bent u bereid deze informatie
met de Kamer te delen?
Vraag 3
Kunt u uiteenzetten welk bedrag er nodig is per variant (geen onderdoorgangen, één
onderdoorgang, twee onderdoorgangen, drie onderdoorgangen) en hoe hoog het tekort
is voor elk van deze varianten?
Vraag 4
Overweegt u, gezien het belang van de doorstroming op de Noordelijke Randweg Utrecht,
een bijdrage aan dit project te doen voor het afdekken van risico’s, voor zover dat
noodzakelijk is, voor de doorstroming?
Vraag 5
Is een variant denkbaar zonder onderdoorgangen? Deelt u de mening dat Utrecht zelf
moet opdraaien voor (extra) zaken die alleen de leefbaarheid dienen?
Vraag 6
Bent u bereid de uitvoering van dit deel als 100 km/uur-weg als voorwaarde te stellen
voor een verdere financiële bijdrage van het Rijk? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Deelt u de mening dat afwaarderen van de doorstroming voor doorgaand verkeer geen
optie is?
Vraag 8
Deelt u de mening dat de Rijksbijdrage in de variant «tweesporenaanpak», waarbij in
«spoor 2» een variant met gelijkvloerse kruisingen wordt onderzocht (zoals in een
openbare brief aan de gemeenteraad van 29 mei jl.2 wordt voorgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Utrecht) dient te vervallen, omdat er geen sprake is van verbetering van de doorstroming?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Remco) Dijkstra, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.