Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Schonis en Van der Graaf over de bevindingen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dat containerschepen vaak nog steeds de veiligheidsregels niet naleven
Vragen van de leden Schonis (D66) en Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de bevindingen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dat containerschepen vaak nog steeds de veiligheidsregels niet naleven (ingezonden 15 mei 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
22 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3040.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht «Containerschepen lappen nog steeds veiligheidsregels
aan hun laars»?1
Antwoord 1
Ja, dit bericht is mij bekend.
Vraag 2 en 3
Kunt u toelichten waarom u ervoor heeft gekozen de inspectierapporten van de controles
niet met de Kamer te delen en deze pas vrij te geven na een beroep op de Wet Openbaarheid
van Bestuur door journalisten?
Deelt u de mening van de vragenstellers dat deze rapporten direct met de Kamer hadden
moeten worden gedeeld?
Antwoord 2 en 3
Ik heb in mijn brief aan uw Kamer2 van 24 mei 2019 gemeld dat de ILT onderzoek aan het doen was naar het sjorren van
containers. Daarbij heb ik aangegeven dat ik u het rapport daarvan naar verwachting
in het najaar van 2019 zou kunnen aanbieden. Het opstellen van het rapport heeft helaas
meer tijd in beslag genomen dan doorgaans het geval is. Ik kon u het rapport niet
eerder dan op 14 mei jl. toesturen. Het rapport was niet eerder gereed.
Vraag 4, 7 en 8
Deelt u de mening van de vragenstellers dat de bevindingen van de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT) onmiddellijk aanleiding zouden moeten zijn om voorzorgsmaatregelen
te treffen om ecologisch kwetsbare gebieden zoals de Waddenzee te beschermen? Zo nee,
waarom niet? Indien u deze mening deelt, welke voorzorgsmaatregelen bent u bereid
om op korte termijn te treffen?
Kunt u toelichten of de bevindingen van de ILT van invloed zijn op het huidige waarschuwingssysteem
van de Kustwacht bij stormachtige omstandigheden, aangezien het ongeluk met de OOCL
Rauma liet zien dat de risico’s ook bestaan bij kleinere schepen?
Gaat het waarschuwingssysteem van de Kustwacht worden uitgebreid nu duidelijk is dat
zoveel schepen in overtreding zijn van de veiligheidsvoorschriften, waardoor niet
uitgesloten kan worden dat een herhaling zal plaatsvinden van de MSC Zoë ramp en het
ongeluk met de OOCL Rauma?
Antwoord 4, 7 en 8
Ik zal de bevindingen uit het ILT-rapport betrekken in mijn beleidsreactie op de uitkomsten
van de relevante onderzoeken naar aanleiding van het ongeval met de MSC Zoe, o.a.
van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, waarbij ik ook in zal gaan op mogelijke vervolgstappen.
Daarbij zal ik ook bezien of het huidige waarschuwingssysteem aangepast zou moeten
worden.
Vraag 5
Bent u bereid om met uw Duitse collega afspraken te maken om de zuidelijke vaarroute
door de Waddenzee voor grote containerschepen in stormachtige omstandigheden preventief
te sluiten?
Antwoord 5
In mijn brief aan uw Kamer3 van 23 januari j.l. ben ik reeds ingegaan op de mogelijkheden voor afsluiting van
de zuidelijke vaarroute. Afsluiting van de zuidelijke vaarroute kan niet unilateraal
worden opgelegd. Als Nederland deze route of daaraan verbonden voorwaarden wil veranderen,
moet daartoe een voorstel worden ingediend bij de IMO in overleg met Duitsland en
Denemarken. Ik heb met mijn Duitse collega afgesproken dat we, zo snel mogelijk nadat
de verschillende onderzoeksrapporten beschikbaar zijn gekomen, gezamenlijk de conclusies
en aanbevelingen daarin bespreken en de mogelijke vervolgstappen met elkaar afstemmen.
Vraag 6
Heeft u al gesproken met de International Maritime Organization (IMO) over de potentiële
juridische mogelijkheden om deze route te sluiten voor grote containerschepen bij
stormachtige omstandigheden?
Antwoord 6
Ik begrijp de wens om robuuste maatregelen te nemen om een ongeval zoals dat van MSC
Zoe te voorkomen. Ik heb de mogelijkheden tot het afsluiten van de zuidelijke route
daarom onderzocht, en verwijs hiervoor naar mijn antwoord op de vorige vraag. De conclusies
en aanbevelingen van de verschillende onderzoeksrapporten zullen moeten uitwijzen
of een traject in IMO in dit verband een mogelijke vervolgstap is.
Vraag 9
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 9
Dat heb ik zoveel mogelijk gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.