Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Nijboer over gemeenten die in geldnood dreigen te komen
Vragen van de leden Kuiken en Nijboer (beiden PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën over gemeenten die in geldnood dreigen te komen (ingezonden 1 mei 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën) (ontvangen 22 juni 2020).
Vraag 1, 2
Kent u het bericht «Geldnood dreigt in veel gemeenten»?1
Kent ook u de signalen van gemeenten die door de coronacrisis in een (nog) slechtere
financiële positie dreigen te komen?
Antwoord 1, 2
Ja, ik ken het artikel en de signalen. Om te voorkomen dat gemeenten door de coronacrisis
in financiële problemen komen, hebben de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit
en Belastingdienst en ik, in overleg met de medeoverheden, maatregelen genomen om
medeoverheden te compenseren. Uw Kamer is hierover op 28 mei jl. geïnformeerd (Kamerstuk
35 420, nr. 43).
Met betrekking tot het OV zijn er inmiddels op 5 juni 2020 afspraken gemaakt over
een beschikbaarheidsvergoeding (Kamerstuk 23 645, nr. 723).
Er lopen nog gesprekken met de medeoverheden op het gebied van onder andere, de veiligheidsregio’s,
de GGD-en, afvalinzameling, de buurthuizen en het watermanagement. De komende tijd
wordt samen met de medeoverheden gewerkt aan afspraken op deze gebieden. Doel is om
medio juli een compleet beeld te hebben van de impact van de corona-aanpak op de medeoverheden
voor de periode tot 1 juni. De hoogte en omvang van de reële compensatie vraagt een
politiek-bestuurlijke afweging, waarbij het uitgangspunt is dat de medeoverheden er
als gevolg van de corona-aanpak niet slechter voor komen te staan dan daarvoor.
Voor de periode na 1 juni, trekken Rijk en medeoverheden samen op bij de invulling
van de nodige maatregelen en om de sociaaleconomische crisis het hoofd te bieden.
Vraag 3, 4
Hoeveel gemeenten zullen ten gevolge van weggevallen inkomsten door de coronacrisis
hun begroting naar verwachting niet rond krijgen?
Welke ruimte hebben gemeenten nog om, naast de al bestaande, ook nog de nieuwe financiële
problemen met eigen middelen op te vangen? Aan welke mogelijkheden denkt u dan?
Antwoord 3, 4
Om te voorkomen dat gemeenten door de coronacrisis in financiële problemen komen,
hebben de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en ik, in
overleg met de medeoverheden, maatregelen genomen om medeoverheden te compenseren.
Uw Kamer is hierover op 28 mei jl. geïnformeerd (Kamerstuk 35 420, nr. 43), zie ook mijn antwoord op de vorige vraag.
Mij zijn geen signalen van liquiditeitsproblemen bekend. Ik zie dat gemeenten waar
dit nodig is, hebben kunnen lenen om verplichtingen na te komen, vooruitlopend op
de uitbetaling van de afgesproken compensatiemaatregelen. Het aantal gemeenten dat
in 2020 onder verscherpt toezicht staat (preventief) is nog beperkt en wijkt niet
sterk af van de aantallen van de afgelopen tien jaar. Tegelijk is duidelijk dat, ook
los van de corona-gevolgen, de financiële positie van gemeenten aandacht vergt. De
gevolgen van de coronacrisis op de financiële positie van gemeenten zal het kabinet
nauwlettend blijven volgen en ik voer hierover structureel het gesprek met medeoverheden.
Vraag 5, 6
Deelt u de mening van de gedeputeerden die u een brandbrief schreven dat er meer geld
naar gemeenten moet en dat er anders «schrijnende en verregaande maatregelen» nodig
zijn? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat inwoners van gemeenten die door de coronacrisis in financiële
nood zijn gekomen niet door bezuinigingen op gemeentelijke dienstverlening, waaronder
in het sociale domein, getroffen zouden mogen worden? Zo ja, hoe gaat u eraan bijdragen
dat dit niet gebeurt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6
Zoals ik al in antwoord op vraag 2 schreef ken ik de signalen van medeoverheden met
betrekking tot hun financiële positie. Het is voor een bestendige, gezamenlijke en
slagvaardige overheid noodzakelijk dat medeoverheden hun reguliere taken waaronder
vergunningverlening, en hun taken met betrekking tot participatie, zorg, jeugd, bewegen,
vervoer, lokale culturele voorzieningen en watermanagement kunnen blijven uitvoeren.
Daarom hebben in het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) van 23 april
jl. het kabinet en de medeoverheden besloten een regiegroep in te stellen die de omvang
van de problematiek in beeld brengt met nadruk op de financiële effecten en de daarbij
voorgestelde oplossingsrichtingen, waaronder compensatie. Hierbij gaat het om een
reëel beeld van de kosten, waarbij ook de inkomstenderving wordt meegenomen. Zoals
eerder genoemd heb ik u daarin mijn brief van 28 mei jl. over geïnformeerd.
Vraag 7
Bent u, gezien de toch al precaire financiële situatie van veel gemeenten met daarboven
op ook nog de gevolgen van de coronacrisis, bereid om in overleg met de Vereniging
Nederlandse Gemeenten deze grotere financiële problemen op te lossen? Zo ja, op welke
termijn gaat u dit doen en kunt u de Kamer op de hoogte brengen van de resultaten?
Zo nee, waarom niet? En zo nee, waarom helpt u wel bedrijven die door de coronacrisis
in problemen zijn gekomen maar niet gemeenten en hun inwoners?
Antwoord 7
Het Ministerie van BZK is, nadat de directe gevolgen van de coronamaatregelen voor
gemeenten duidelijk werden, met VNG, maar ook met vertegenwoordigers van andere medeoverheden
in overleg getreden. Dit overleg heeft geresulteerd in maatregelen om medeoverheden
te compenseren en om te voorkomen dat gemeenten door de coronacrisis in financiële
problemen komen. Uw Kamer is hierover per brief op 28 mei jl. geïnformeerd en over
eventuele nadere maatregelen zal het kabinet niet nalaten uw Kamer te informeren.
Naast de genomen maatregelen ter compensatie vindt het kabinet het ook belangrijk
om in deze bijzondere tijd de schommelingen voor medeoverheden te dempen; hoe stabieler
de inkomsten, hoe minder verstoringen van het gemeentelijke en provinciale begrotingsproces.
In overleg met de VNG en het IPO is daarom besloten om de stand van het accres (volume
en loon- en prijsontwikkeling) 2 zoals gepresenteerd in de Voorjaarsnota 2020 te bevriezen voor de jaren 2020 en 2021.
Als er zich grote onverwachte wijzigingen voordoen, zal het kabinet hierover met de
VNG en het IPO in gesprek gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.