Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Nieuwenhuijzen en Van den Hul over de verslechterende positie van LHBT+ mensen als gevolg van de COVID-19 pandemie
Vragen van de leden Van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks) en Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de verslechterende positie van LHBT+ mensen als gevolg van de COVID-19 pandemie (ingezonden 26 mei 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en van
Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van De Kaleidoscope Trust1 dat waarschuwt voor de snel verslechterende situatie van LHBT+ mensen in de landen
van het Britse Gemenebest en het bericht van Hivos2 over de toenemende homohaat in de landen waar Hivos actief is? Wat is uw appreciatie
van deze berichten?
Antwoord 1
Ja. Deze organisaties, net als verschillende andere, vragen terecht aandacht voor
de kwetsbare positie van LHBTI’s tijdens deze COVID-19 pandemie.
Vraag 2 en 3
Kunt u inzicht geven in de situatie van LHBT+ mensen in de landen waar organisaties
met Nederlandse middelen actief zijn? Kunt u aangeven hoe deze situatie is veranderd
sinds het uitbreken van de COVID-19 pandemie? Herkent u het beeld dat de situatie
van LHBT+ mensen onder druk staat in veel landen?
Wat is er bij u bekend over de invloed van COVID-19 op de situatie van LHBT+ mensen
in andere niet-Europese landen?
Antwoord 2 en 3
LHBTI’s bevinden zich in een extra kwetsbare positie tijdens de COVID-19 pandemie
vanwege discriminatie, stigmatisering en criminalisering. Deze problematiek bestond
al voor de crisis en resulteert nu in een disproportioneel negatieve impact op deze
groep. LHBTI’s hebben in veel niet-Europese landen voortdurend te maken met armoede,
psychosociale problemen en discriminatie in de zorg. Lockdown-maatregelen dwingen daarnaast LHBTI’s bij familie thuis te blijven waar ze te maken
kunnen krijgen met huiselijk geweld, omdat ze niet geaccepteerd worden. Alternatieve
veilige verblijfplaatsen voor LHBTI’s zijn door COVID-19 gerelateerde maatregelen
vaak gesloten.
Daarnaast kan de crisis door overheden misbruikt worden om specifiek LHBTI’s verdergaand
te discrimineren of om nieuwe, voor hen beperkende wetgeving voor te stellen. Ook
zijn er signalen dat in sommige gebieden LHBTI’s in relatie tot deze pandemie als
zondebok worden gezien, hetgeen verder bijdraagt aan de kwetsbare situatie waarin
zij zich bevinden.
Vraag 4
Welke signalen krijgt u vanuit de LHBT+ gemeenschappen zelf? Aan welke vorm van ondersteuning
hebben zij zelf behoefte?
Antwoord 4
Verschillende partnerorganisaties, waaronder de ngo’s COC Nederland, Outright, Hivos
en Astraea, en de LHBTI-organisaties die verbonden zijn aan de internationale Equal Rights Coalition hebben expliciet aandacht besteed aan de invloed van COVID-19 op de situatie van
LHBTI’s. In hun analyses roepen de organisaties onder meer op tot specifieke, flexibele
financiële steun voor LHBTI-organisaties, het blijven adresseren van restricties van
de rechten van LHBTI’s en het betrekken van LHBTI’s en andere gemarginaliseerde groepen
in humanitaire steun bij de COVID-crisis. Daarnaast blijft het Ministerie van buitenlandse
zaken via partners als UNAIDS, het Aidsfonds, Frontline AIDS en het Robert Carr Fund
voortdurend in gesprek over de toegang tot medicatie tijdens deze crisis en de noden
van de LHBTI’s die leven met hiv.
De onafhankelijk expert op het gebied van seksuele oriëntatie en genderidentiteit
(SOGI) bij de VN, Victor Madrigal-Borloz, zal in zijn aanstaande rapport aan de VN
Mensenrechtenraad voor de zomer ingaan op de impact van de COVID-19 pandemie op LHBTI’s
wereldwijd. Daarin doet hij zoals gebruikelijk aan verschillende landen aanbevelingen
om de positie van LHBTI’s te beschermen.
Vraag 5, 6 en 7
Wat onderneemt u om de positie van LHBT+ mensen in ontwikkelingslanden te beschermen
en deze te verbeteren? Bent u van plan om deze inzet te intensiveren als gevolg van
de ontwikkelingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
Wat kunt u betekenen voor LHBT+ gemeenschappen in landen waar hun situatie snel dreigt
te verslechteren of waar de veiligheid van LHBT+ mensen direct in gevaar komt?
Bent u met de overheden van landen waar de positie van LHBT+ mensen is verslechterd
daarover in gesprek en wat is inzet van deze gesprekken? Kunt u daar inzicht in geven?
Antwoord 5, 6 en 7
Nederland heeft op 17 mei op de Internationale dag tegen homofobie, transfobie en
bifobie (IDAHOT) gezamenlijk met 37 andere landen van de internationale Equal Rights Coalition een verklaring uitgegeven waarin aandacht wordt gevraagd voor de situatie van LHBTI’s
tijdens deze crisis en waarin alle landen worden opgeroepen om hier expliciet aandacht
aan te besteden bij de bestrijding van de crisis.3 Bij gelegenheid van IDAHOT heeft de Nederlandse Mensenrechtenambassadeur specifiek
de aandacht gevestigd op individuele LHBTI-activisten uit Nepal, Kenia, Oeganda, Libanon
en Guatemala. Ook hebben Nederlandse ambassades op verschillende plekken de positie
van LHBTI’s in de COVID-19 pandemie uitgelicht.
Nederland ondersteunt verder via het strategisch partnerschap met COC Nederland (het
programma Samenspraak en Tegenspraak) en via het Mensenrechtenfonds vele lokale LHBTI-organisaties.
Deze steun is juist nu belangrijk, omdat LHBTI-organisaties zo capaciteit kunnen opbouwen
om zelf op te kunnen komen voor hun rechten. Binnen de lopende projecten bestaat daarbij
flexibiliteit om de activiteiten aan te passen aan de COVID-19 crisis en de middelen
te gebruiken ter ondersteuning van LHBTI’s gerelateerde gevolgen.
Daarnaast blijft Nederland in bilaterale gesprekken, onder meer via ambassades en
de Equal Rights Coalition, en binnen multilaterale fora, zoals de EU en de VN, aandacht vragen voor de positie
van groepen in kwetsbare situaties, waaronder LHBTI’s. Acties richting specifieke
landen zullen niet altijd publiek zijn, aangezien dat in veel gevallen contraproductief
werkt. Kritiek vanuit een westers land kan de perceptie versterken dat het hier zou
gaan om een westerse agenda en zo leiden tot meer steun voor tegenstanders van gelijke
rechten van LHBTI’s. Nederland blijft echter, voor of achter de schermen, een vocale
pleitbezorger voor gelijke rechten van LHBTI’s.
Ten slotte werkt het ministerie samen met lokale partners om verslechtering van de
positie van LHBTI’s aan te kaarten. Zo zijn bijvoorbeeld in Uganda mede dankzij de
partnerorganisaties van het PITCH strategisch partnerschap 19 gearresteerde LHBTI
jongeren vrijgelaten uit de gevangenis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.