Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Von Martels en Peters over het bericht ‘Aanpassing Arbobesluit 7.23d werkbakken leidt tot meer ongevallen
Vragen van de leden Von Martels en Peters (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Aanpassing Arbobesluit 7.23d werkbakken leidt tot meer ongevallen» (ingezonden 4 mei 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
18 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Aanpassing Arbobesluit 7.23d werkbakken leidt tot meer
ongevallen», d.d. 29 april 2020?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat is uw reactie op de kritiek die de Vereniging Verticaal Transport (VVT) heeft
op de interpretatie van het Ministerie van SZW op de Europese richtlijn 2009/104/EU?
Waarom interpreteert het Ministerie van SZW de richtlijn zo, dat de keuze van het
arbeidsmiddel belangrijker is dan de keuze voor de meest veilige oplossing?
Hoe kan de nieuwe tekst in Arbobesluit 7.23d stellen dat een wettelijk toegestaan
middel altijd moet worden ingezet als dit technisch en veilig kan ongeacht of dit
hogere risico’s kent dan de inzet van een werkbak, terwijl deze interpretatie in strijd
is met Europese richtlijnen en de Nederlandse Arbowet?
Antwoord 2 en 3
Met de voorgenomen wijziging van artikel 7.23d van het Arbobesluit is de mogelijkheid
gecreëerd om een arbeidsmiddel, dat niet bestemd en ingericht is voor het vervoer
van personen, in te zetten als er geen geëigende arbeidsmiddelen en/of werkmethodes
zijn om de plaatsen veilig te kunnen bereiken.
De inzet van werkbakken voor het vervoer van personen, aan hijswerktuigen welke uitsluitend
zijn ingericht en bestemd voor vervoer van goederen, is in beginsel verboden. Grondslag
hiervoor is de EU-richtlijn 2009/104/EG. Hijskranen bestemd voor goederenvervoer,
zijn niet uitgerust met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen zoals bedoeld
in EU richtlijn 2006/42/EG, waarmee machines bestemd en ingericht voor personenvervoer
(moeten) zijn uitgerust. Door het ontbreken van die essentiële veiligheids- en gezondheidseisen
kunnen er veiligheids- en gezondheidsrisico’s ontstaan, die bij specifiek voor personenvervoer
bestemde en ingerichte machines wel geborgd zijn. Behalve dat dergelijk gebruik tot
veiligheids- en gezondheidsrisico’s kan leiden, werkt het concurrentieverstorend ten
opzichte van bedrijven die wel geëigende arbeidsmiddelen of werkmethodes toepassen,
en kan het op termijn innovatie doen stagneren. Niet voor niets is het gebruik van
hijskranen voor vervoer van personen in beginsel verboden. Dat was al zo en dat blijft
het uitgangspunt.
De EU-richtlijn 2009/104/EG laat in artikel 3.1.2 van bijlage II op onderdelen ruimte
aan lidstaten om arbeidsmiddelen die niet voor het hijsen of heffen van werknemers
zijn ontworpen toe te staan, mits passende maatregelen om de veiligheid te borgen
worden genomen. Dat heeft geleid tot artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Het oude artikel 7.23d bood de mogelijkheid om in zeer uitzonderlijke gevallen te
mogen afwijken van dit verbod. Daarbij lag sterk de nadruk op het incidentele en kortdurende
karakter van de werkzaamheden. Werkzaamheden die jaarlijks vaker dan een enkele keer
voorkwamen of per keer langer duurden dan vier uren, waren niet toegestaan. Door die
tijdsbeperking konden er situaties ontstaan waarin sprake was van op zich noodzakelijke
werkzaamheden die echter niet binnen de kaders van de toenmalige regelgeving, op een
veilige wijze verricht konden worden. Met de wijziging van artikel 7.23d is deze tijdsbeperking
losgelaten. Daarmee is de mogelijkheid om een werkbak en of werkplatform aan een hijswerktuig
in te zetten verruimd.
Het is overigens goed om te weten dat fabrikanten voor het vervoer van personen in
werkbakken aan hijskranen, een typekeur kunnen aanvragen. Dan moeten er zodanige voorzieningen
worden aangebracht in de samenstelling van werkbak en hijskraan dat deze voldoet aan
de essentiële veiligheidsvereisten zoals bedoeld in EU-richtlijn 2006/42/EG ten behoeve
van het vervoer van personen. In die gevallen zouden werkbakken en hijskranen zonder
restricties ingezet kunnen worden. Deze weg stond ook al open voor de introductie
van het nieuwe artikel 7.23d.
Vraag 4
Bent u niet bang dat door dit nieuwe besluit de inzet van meer risicovolle arbeidsmiddelen
zal toenemen en dit leidt tot onveilig werken met meer ernstige ongevallen en slachtoffer?
Wat gaat u hiertegen doen?
Antwoord 4
Een belangrijke aanleiding om artikel 7.23d Arbobesluit aan te passen is de noodzaak
het onterecht en onveilig gebruik van werkbakken terug te dringen. Hijskranen, bestemd
voor goederenvervoer, zijn namelijk niet uitgerust met de essentiële veiligheids-
en gezondheidseisen, bedoeld in EU-richtlijn 2006/42/EG, waarmee machines bestemd
en ingericht voor personenvervoer, (moeten) zijn uitgerust. Hierdoor kunnen veiligheids-
en gezondheidsrisico’s ontstaan. Zoals eerder aangegeven, voor situaties waar geen
geëigende arbeidsmiddelen en/of werkmethodes zijn om de plaatsen veilig te bereiken
is de inzet van hijskraan met werkbak of werkplatform nu onder strenge voorwaarden
toegestaan. De voorwaarden (het opstellen van een werkplan, inclusief het oordeel
van een gecertificeerde veiligheidskundige en melding bij ISZW) dwingen de werkgever
tot een scherpe afweging van de noodzaak van de inzet van werkbakken of werkplatforms
en, indien die inzet noodzakelijk blijkt, te zorgen voor veilige voorzieningen en
werkuitvoering.
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat er door TNO geen verschil is geconcludeerd in het veiligheidsrisico
bij het vervoeren van personen in een werkbak op hoogte in vergelijking met elk ander
wettelijk toegestaan arbeidsmiddel?
Antwoord 5
Zoals ik in mijn brief van 27 september 2018 (Kamerstuk 25 883, nr. 336) heb aangegeven toont het onderzoek van TNO aan dat de veiligheidsrisico’s bij de
inzet arbeidsmiddelen, die geschikt zijn voor het vervoer van personen, over het algemeen
lager zijn dan bij de inzet van een werkbak aan een hijskraan. De veiligheidsrisico’s
van een werkbak aan een hijswerktuig zijn volgens TNO hoger dan bij een wettelijk
toegestaan arbeidsmiddel.
Vraag 6
Kunt u verklaren hoe het mogelijk is dat er bij de onderbouwing en noodzaak van het
ontwerpbesluit, van artikel 7.23d, de risico’s van het werken met een werkbak door
u als (zeer) hoog worden omschreven, terwijl de uitkomsten van het RIVM, dat in opdracht
van het Ministerie van SZW hier onderzoek naar heeft gedaan, aantonen dat, op basis
van de ongevallenstatistieken in de periode 1998 tot en met 2017, er nauwelijks of
zelfs geen ernstige ongevallen met werkbakken hangende in een kraan hebben plaatsgevonden
en de risico’s in werkelijkheid laag tot gemiddeld zijn?
Antwoord 6
Ik heb in 2018 aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd
in kaart te brengen wat bekend is over de werkmethode werkbak aan een hijskraan en
of deze werkmethode een rol speelt bij ongevallen tijdens de sanering van asbestdaken.
Verder is aan het RIVM gevraagd om een overzicht te geven van de aard van de ongevallen
die voorkomen bij het saneren van asbestdaken. Het RIVM doet in haar onderzoek geen
uitspraak over de relatieve risico’s van de verschillende werkmethoden. De suggestie
dat een bepaalde werkmethode veiliger of onveiliger zou zijn op basis van het onderzoek
van het RIVM, is daarom onjuist.
Vraag 7
Wat is uw reactie op de stijgende kosten oplopend tot meer dan 42 miljoen euro op
jaarbasis als gevolg van het nieuwe Arbobesluit 7.23d en de extra aangescherpte maatregelen?
En hoe verhouden deze zeer hoge kosten zich ten opzichte van de aantoonbaar lage risico’s
van de inzet van een werkbak hangende in een kraan?
Antwoord 7
Ik sta voor de veiligheid van de werknemers. De aanpassing van het Arbobesluit maakt
het mogelijk om onder bijzondere en strenge voorwaarden te werken met een werkbak
of werkplatform hangende aan de hijshaak van een hijskraan welke niet bestemd en ingericht
is voor personenvervoer. De noodzaak om met een werkbak of werkplatform aan een hijskraan
veilig te werken moet worden aangetoond in een door de werkgever op te stellen schriftelijk
werkplan, inclusief het oordeel van een gecertificeerde veiligheidskundige als bedoeld
in artikel 2.7 Arbobesluit en moet worden gemeld aan de toezichthouder. De bijzondere
voorwaarden ten aanzien van het werkplan leveren een beperkte administratieve last
op nu dit werkplan kan worden gecombineerd met een op de concrete situatie toegespitste
risico-inventarisatie en evaluatie.
Onduidelijk is waar de VVT het bedrag van 42 miljoen op baseert. Om werkgevers tegemoet
te komen en de regeldrukkosten te beperken is in overleg met de sector een leidraad
ontwikkeld waarmee werkgevers beter kunnen inschatten of een bepaalde opdracht in
aanmerking komt voor de inzet van een werkbak of werkplatform en welke risico reducerende
maatregelen voor de hand liggen.
In de praktijk is het mogelijk dat bepaalde werkzaamheden, op verschillende locaties,
waarbij de omgevingsfactoren identiek zijn, zodanig vergelijkbaar zijn dat een werkplan
dat is opgesteld en beoordeeld door de gecertificeerde hogere veiligheidskundige voor
al deze gelijke werkzaamheden toepasbaar is. Als dit werkplan in alle gevallen in
overeenstemming is met de feitelijke situatie ter plaatse, aard en de inrichting van
het bouwwerk waar de werkzaamheden zullen worden verricht en de gegeven omgevingsfactoren,
voldoet dat ook aan de voorschriften in artikel 7.23d, derde lid. Ik roep sectoren
op om hier verder invulling aan te geven.
Vraag 8
Hoe verhoudt zich de verscherping van maatregelen in het nieuwe Arbobesluit 7.23d
tot de aangenomen motie Bisschop c.s.2 die de regering verzoekt te zorgen dat veilig gebruik van werkbakken aan hijskranen
bij sanering mogelijk wordt en, indien nodig, vrijstelling te geven dan wel de regelgeving
aan te passen?
Antwoord 8
Met de voorgenomen wijziging van artikel 7.23d van het Arbobesluit heb ik invulling
gegeven aan de aangenomen motie en is de mogelijkheid gecreëerd om een arbeidsmiddel,
dat niet bestemd en ingericht is voor het vervoer van personen, in te zetten als er
geen geëigende arbeidsmiddelen en/of werkmethodes zijn om de plaatsen veilig te kunnen
bereiken ook in andere situaties dan bij asbestsanering. Met andere woorden met het
nieuwe artikel 7.23d zijn de mogelijkheden tot het toepassen van werkbakken aan hijskranen
verruimd.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het Algemeen Overleg Externe Veiligheid, gepland
in juni 2020?
Antwoord 9
Dat is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.