Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Dam en Van Helvert over het rapport 'Situation Analysis on Children and Adolescents on Sint Maarten 2020'
Vragen van de leden Van Dam en Van Helvert (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het rapport «Situation Analysis on Children and Adolescents on Sint Maarten 2020» (ingezonden 28 mei 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
15 juni 2020).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het rapport «Situation Analysis on Children and Adolescents
on Sint Maarten 2020» over de kinderrechtensituatie op Sint Maarten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Onderkent u dat de situatie van kinderen op Sint Maarten is verslechterd als gevolg
van de orkanen in 2017 en de huidige coronacrisis?
Antwoord 2
In zijn algemeenheid zijn er niet voldoende data en studies beschikbaar die een objectief
vergelijkend beeld kunnen geven van de situatie van kinderen vóór en na de orkanen.
Ook het effect van de coronacrisis is daardoor lastig te meten. Los daarvan is het
evident dat de omstandigheden waarin kinderen opgroeien na de orkaan en met de coronacrisis
niet verbeterd zijn.
Vraag 3
Klopt het dat de kinderopvangsector en de voorschoolse educatie nauwelijks zijn gereguleerd
en dat veel kinderen, met name kinderen uit kwetsbare gezinnen, geen toegang hebben?
Antwoord 3
Kinderdagverblijven zijn private organisaties op Sint Maarten. Er is regelgeving voor
de kinderopvang2. Gastouderopvang aan huis is niet gereguleerd. De sector wordt niet gesubsidieerd.
De ouders betalen zelf de kostprijs van de kinderopvang. Dit betekent voor gezinnen
met een laag inkomen dat de kosten een barrière kunnen vormen voor de toegang tot
kinderopvang.
Vraag 4
Klopt het dat de pleegzorg niet voldoet aan internationale standaarden en dat de huidige
capaciteit om kinderen op te nemen zeer fragiel is?
Antwoord 4
Er is op Sint Maarten een gebrek aan pleeggezinnen en crisisopvang. Een belangrijke
factor hierin is dat de financiële tegemoetkoming voor het opvangen van een pleegkind
slechts Naf 500,– per maand bedraagt voor een instelling. Voor een pleeggezin is dit
bedrag lager, namelijk Naf 225,– wat bij lange na niet voldoende is om te voorzien
in alle onderhoudskosten.
Het merendeel van de kinderen dat uit huis geplaatst moet worden, woont in een groepsaccommodatie
van een private partij, een individu of echtpaar. Eén van deze accommodaties heeft
eind 2019 de deuren moeten sluiten na constatering van diverse onregelmatigheden waardoor
de kwaliteit van de pleegzorg en de veiligheid van de minderjarigen niet kon worden
gewaarborgd. Het andere en thans enige kindertehuis op Sint Maarten is vanwege beperkte
middelen niet in staat nieuwe kinderen op te vangen.
Momenteel wordt de oprichting van een nieuwe residentiële zorginstelling op Sint Maarten
onderzocht die voldoet aan lokale en internationale standaarden voor pleegzorg. De
financiering voor deze nieuwe instelling wordt voorzien uit het Sint Maarten Development
Fund (SMDF) en de overheid. Hieromtrent worden reeds gesprekken gevoerd.
Vraag 5
Klopt het dat er de laatste jaren vooruitgang is geboekt op het gebied van kinderrechten,
maar dat de goedkeuring van vergevorderde beleidsplannen op belangrijke thema’s door
de orkanen en politieke instabiliteit is vertraagd?
Antwoord 5
Het ligt voor de hand dat door de orkanen en politieke instabiliteit de goedkeuring
van vergevorderde beleidsplannen is vertraagd. Belangrijke stappen die wel zijn gezet
zijn het invoeren van de meldcode kindermishandeling, de strafbaarheid van kindermisbruik
en de herziening van het jeugdstrafrecht.
Vraag 6
Hoe zijn taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de bescherming van kinderrechten
verdeeld tussen Nederland, Sint Maarten en het Koninkrijk, mede in het licht van het
AIV-advies «Fundamentele rechten in het Koninkrijk»?
Antwoord 6
Als autonoom land is de regering van Sint Maarten verantwoordelijk voor het welzijn
van de bevolking, inclusief kinderen en jongeren. Sinds de orkanen in 2017 ondersteunt
UNICEF Nederland met budget van zowel het Ministerie van BZK als het Rode Kruis de
regering van Sint Maarten op het gebied van psychosociale steun, rampenvoorbereiding
in het onderwijs, het versterken van de kinderbescherming en met publiekscampagnes,
onderzoek en beleidsadvies op het gebied van kinderrechten.
Sinds 2014 werken de landen en de openbare lichamen samen in een ambtelijke Taskforce
kinderrechten. Voor Nederland nemen de ministeries van BZK en VWS hier op ambtelijk
niveau aan deel. De Taskforce kinderrechten heeft een adviserende, stimulerende en
verbindende rol. Partijen spreken elkaar maandelijks via een videovergadering en jaarlijks
wordt er, in samenweking met UNICEF Nederland, een conferentie georganiseerd rondom
een specifiek thema. Vorig jaar stond de conferentie op Sint Maarten in het teken
van child protection. Eind dit jaar zal de, grotendeels digitale, conferentie in het
teken staan van de gevolgen van de coronacrisis voor kinderen.
In het kader van het AIV-advies «Fundamentele rechten in het Koninkrijk» is door de
landen van het Koninkrijk voorts besloten tot de instelling van een ambtelijke commissie
die zich gaat bezighouden met de implementatie van mensenrechtenverdragen. Voor zover
verdragen op het gebied van kinderrechten nog implementatie behoeven in wetgeving
van de Caribische landen van het Koninkrijk, zullen deze verdragen zeker aan de orde
komen in de commissie.
Vraag 7
Bent u bereid om in samenwerking met UNICEF Nederland stappen te zetten om de bijna
zestig aanbevelingen op het gebied van kinderbescherming, onderwijs en gezondheid
uit te voeren?
Antwoord 7
Het is aan het land Sint Maarten opvolging te geven aan de aanbevelingen. Nederland
is bereid om in samenwerking met UNICEF ondersteuning te bieden.
UNICEF Nederland heeft het «Child Development and Protection Project» voorbereid als
opvolging van de activiteiten die zij na de orkanen in 2017 hebben ontplooid. Het
project richt zich op de continuering van onderwijs bij rampen, het geven van psychosociale
hulp aan kinderen en leerkrachten en zorgen dat kinderen beschermd zijn onder de moeilijke
omstandigheden bij een ramp. Daarnaast wordt gewerkt aan het verbeteren van de kinderbescherming
op Sint Maarten, met name voor kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld
en misbruik. Hiermee wordt aan een deel van de aanbevelingen tegemoet gekomen. Ook
de participatie van jongeren en hun mogelijkheden om hun rechten te kennen en bij
te dragen aan de samenleving is onderdeel van het programma.
Financiering voor dit vier jarige project wordt beschikbaar gesteld vanuit het Trustfonds
voor de wederopbouw van Sint Maarten. Naar verwachting wordt de overeenkomst voor
de uitvoering op korte termijn ondertekend, waarna UNCIEF Nederland aan de uitvoering
kan beginnen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.