Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over strenge voorwaarden aan staatssteun voor de luchtvaartsector in het perspectief van een sector die stevig moet krimpen
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Ministers van Financiën, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Waterstaat over strenge voorwaarden aan staatssteun voor de luchtvaartsector in het perspectief van een sector die stevig moet krimpen (ingezonden 10 april 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Ministers van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen
10 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2659.
Vraag 1
Kent u de berichten «KLM-ceo hoopt op extra ondersteuning van de overheid» en «Nederlandse
staat wil garant staan voor miljardenlening KLM»?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 t/m 5
Erkent u dat de toekomst van KLM ligt binnen de grenzen van klimaat, leefomgeving
en veiligheid van mens en dier? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat de luchtvaartsector de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid
van mens en dier reeds ruimschoots heeft overschreden? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat staatssteun misplaatst is zolang er geen zicht is op een situatie
waarin KLM zich voegt naar de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid van
mens en dier? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat bij het respecteren van de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid
van mens en dier, een stevige krimp van het aantal vliegbewegingen onvermijdelijk
is? Zo nee, waarom niet?
Aan de Duurzame Luchtvaarttafel zijn klimaatdoelen vastgesteld voor de luchtvaart
voor 2030 en 2050. De toekomst van de luchtvaart ligt onder andere binnen de grenzen
van die doelen. Door de Duurzame Luchtvaarttafel wordt momenteel gewerkt aan het vormgeven
van een actieprogramma Doelen en Monitoring. Op basis daarvan moet een beeld ontstaan
van de mate waarin de luchtvaart op schema ligt richting het halen van de overeengekomen
doelen en kan het beleid zo nodig worden aangescherpt. Deze aanpak wordt gevolgd ongeacht
of er sprake is van overheidssteun voor de luchtvaartsector in verband met COVID-19.
Datzelfde geldt voor hinderbeperking. Zoals ik uw Kamer heb geschreven in mijn brief
van 5 juli 20193 is het principe groei verdienen door hinderbeperking, zoals ook vastgelegd in mijn
ontwerpLuchtvaartnota4, leidend.
Antwoord 2 t/m 5
Zoals aangegeven in de beantwoording van eerdere Kamervragen5 leidt een mondiale krimp van het aantal vliegbewegingen tot minder uitstoot van CO2 door de internationale luchtvaartsector. Als echter alleen van en naar Nederland
minder gevlogen wordt is het effect onduidelijk, omdat het vliegverkeer van en naar
andere landen doorgaat en er vanuit Nederland mogelijk uitwijkgedrag naar andere landen
plaatsvindt en emissies kunnen verschuiven naar andere modaliteiten. Het streven van
het kabinet is om CO2-reducties te realiseren op basis van de maatregelen die zijn beschreven in mijn brief
over het klimaatbeleid voor de luchtvaart van 27 maart 20196 en zoals beschreven in het klimaathoofdstuk van de ontwerpLuchtvaartnota7.
Vraag 6 en 7
Wat is de stand van zaken omtrent de uitvoering van de aangenomen motie-Van Raan/Kröger,
waarin de regering wordt opgeroepen om «grenswaarden voor de luchtvaart op het gebied
van klimaat, leefomgeving en veiligheid te ontwikkelen»?8
Waarom duurt het nu al bijna een jaar voordat er serieus invulling wordt gegeven aan
deze Kameruitspraak?
Antwoord 6 en 7
Deze motie is meegenomen bij het opstellen van de ontwerpLuchtvaartnota9. In verband met het advies over luchtvaart van het adviescollege Remkes en de coronacrisis
heeft het besluit over de ontwerpLuchtvaartnota vertraging opgelopen. De ontwerpLuchtvaartnota
is op 15 mei jl. naar de Kamer gestuurd.
Vraag 8
Deelt u de mening dat eventuele extra financiële steun voor de luchtvaartsector niet
kan bestaan zonder strenge voorwaarden voor het inzetten van de onvermijdelijke transitie
naar het respecteren van grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid van mens
en dier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Momenteel wordt met KLM gesproken over de voorwaarden die aan steunverlening worden
verbonden. Afspraken zullen worden gemaakt op het gebied van onder meer duurzaamheid
en hinderbeperking in lijn met de afspraken van de Duurzame Luchtvaarttafel en de
ontwerpLuchtvaartnota10.
Vraag 9
Erkent u dat we middenin de klimaatcrisis geen nieuwe investeringen zouden moeten
doen in fossiele bedrijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Verwezen wordt naar de brief aan uw Kamer van 24 april inzake mogelijke steunmaatregelen
voor Air France KLM11 waarin is aangegeven dat steunverlening wordt overwogen vanwege het publieke belang
dat met KLM is gemoeid. Het intercontinentale bestemmingennetwerk op Schiphol is van
groot belang voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid. Veel bedrijven kiezen
voor Nederland als vestigingsplaats vanwege de goede bereikbaarheid. Daarnaast dient
dit uitgebreide netwerk ook een breder maatschappelijk belang.
Vraag 10
Herinnert u zich de waarschuwing van o.a. De Nederlandsche Bank dat investeringen
in fossiele sectoren ook vanuit financieel oogpunt niet verstandig zijn omdat dat
leidt tot «gestrande bezittingen» (stranded assets)?12
13
Antwoord 10
Ja, ik ken de verkenning waar u naar verwijst.
Vraag 11
Kunt u een update geven van de stand van zaken omtrent de uitvoering van de aangenomen
motie-Van Raan waarin de regering wordt verzocht om «de toezichthouders aan te moedigen
de financiële stabiliteitsrisico’s van stranded assets te identificeren en aan te
pakken, en de Kamer hierover terug te koppelen»?14
Antwoord 11
Een abrupte overgang naar een groene economie kan leiden tot forse afwaarderingen
op uitzettingen in sectoren die blootgesteld zijn aan duurzaamheidsrisico’s. Dit zijn
de zogenoemde stranded assets. Deze stranded assets zouden een risico voor de financiële stabiliteit kunnen vormen.
Dit risico heeft de aandacht van zowel het kabinet als de toezichthouders. Het kabinet
is doorlopend in overleg met de toezichthouders en de sector, o.a. in Platform voor
Duurzame Financiering en de Commissie Financiële Sector Klimaatcommitment, om de financiële
stabiliteitsrisico’s van stranded assets te identificeren en aan te pakken.
Tot mijn genoegen pakken de toezichthouders dit voortvarend op. Zo heeft DNB klimaat-
en energietransitierisico's verankerd in haar toezicht. Deze risico’s worden besproken
in de reguliere toezichtsgesprekken met financiële instellingen. DNB vraagt daarnaast
instellingen expliciet om de effecten van klimaatrisico’s in kaart te brengen en aan
te geven hoe ze deze beheersen. Ook betrekt DNB duurzaamheid in on-site onderzoeken bij banken, verzekeraars en pensioenfondsen. De AFM verricht vergelijkbare
inspanningen bij fondsbeheerders, door in gesprek te gaan over hoe zij omgaan met
stranded assets. Daarnaast werkt DNB binnen het Network of Central Banks and Supervisors for Greening the Financial System (NGFS) aan de ontwikkeling van instrumenten en methodologieën om klimaatrisico’s
voor het financiële systeem te identificeren, kwantificeren en mitigeren. Daarbij
kan gedacht worden aan de ontwikkeling van transitiescenario’s en richtlijnen voor
scenariogeoriënteerde klimaatrisicoanalyses.
Klimaat en energietransitierisico’s vormen ook een vast onderdeel van het Overzicht
Financiële Stabiliteit, dat DNB eens per half jaar publiceert. DNB typeert deze risico’s
als «sluimerende risico’s voor de internationaal financiële stabiliteit». De AFM geeft
ten slotte in haar strategische agenda voor 2020 aan dat aandacht voor duurzaamheid
in de financiële sector in het algemeen en inzicht in stranded assets in het bijzonder,
één van haar prioriteiten voor 2020 is.
Voor de inhoudelijke resultaten van de hierboven genoemde inspanningen van de toezichthouders
verwijs ik graag naar de relevante publicaties van DNB en de AFM, bijvoorbeeld de
jaarverslagen van DNB en AFM over 2019. Ik verwacht hiermee de motie Van Raan voldoende
te hebben afgerond. Dit neemt niet weg dat ik de toezichthouders zal blijven stimuleren
om voldoende aandacht voor klimaatrisico’s te hebben.
Vraag 12
Op welke wijze gaat u de strekking van deze aangenomen motie over gestrande bezittingen
meenemen in uw aanpak en transitievoorwaarden inzake de mogelijke staatssteun voor
een fossiel bedrijf als KLM?
Antwoord 12
Verwezen wordt naar de brief aan uw Kamer van 24 april inzake mogelijke steunmaatregelen
voor Air France KLM15. Hierin hebben wij opgenomen dat ook op het gebied van hinderbeperking en duurzaamheid
het kabinet een bijdrage van KLM zal vragen, bijvoorbeeld door het aantal nachtvluchten
terug te brengen en in te zetten op CO2-reductie.
Vraag 13
Herinnert u zich de waarschuwing van de Partij voor de Dieren, bij de aankoop van
aandelen Air France-KLM, dat het niet de vraag is of de aandelen Air France-KLM afgewaardeerd
zullen moeten worden, maar wanneer?16
Antwoord 13
Ja.
Vraag 14 en 15
Herinnert u zich dat, ook voordat de coronacrisis het luchtverkeer stillegde, de waarde
van de aandelen Air France-KLM inderdaad al flink is afgenomen?
Hoeveel waarde hebben deze met belastinggeld aangekochte aandelen inmiddels al verloren?
Antwoord 14 en 15
Dat is afhankelijk van welke beurskoersen vergeleken worden. De Nederlandse staat
heeft de aandelen Air France KLM voor een gemiddelde prijs van € 12,35 aangeschaft.
Begin dit jaar was de aandelenkoers € 10,25. Op 18 februari 2020, vlak voordat de
beurskoersen fors daalden, was het aandeel € 9,81 waard. De slotkoers van 14 mei 2020
was € 3,86. Op basis van deze koers zijn de aandelen bijna € 510 mln. minder waard
geworden.
Vraag 16
Deelt u de mening dat deze fout niet nogmaals gemaakt moet worden? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 16
Nee, het aandelenbelang is verworven voor strategische doeleinden, niet met het oogmerk
om financiële winst te behalen.
Vraag 17 en 18
Waarom heeft u nog steeds niet besloten om de plannen voor Lelystad Airport definitief
af te blazen, aangezien dit vliegveld volstrekt ongewenst is bij het oplossen van
o.a. de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis?
Erkent u dat het vasthouden aan de plannen voor Lelystad Airport alleen maar tot nog
hogere gestrande investeringen zal leiden, naast de infrastructuur bijvoorbeeld ook
voor het team luchtverkeersleiders dat daar al werd geïnstalleerd? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 17 en 18
In 2008 is besloten om de vraag naar vliegtuigbewegingen te accommoderen op Schiphol,
Eindhoven en Lelystad Airport waarbij Schiphol een primaire functie heeft in het netwerkverkeer
en de luchthavens Eindhoven en Lelystad beschikbaar zijn voor punt tot punt vluchten
(vakantieverkeer). Op deze manier kan de omgeving van Schiphol ontlast worden en tegelijkertijd
de mainportfunctie van Schiphol worden versterkt. Dit principe maakt onderdeel uit
van het coalitieakkoord en is daarmee uitgangspunt van het kabinetsbeleid.
Daarnaast wil het kabinet in het regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst, 2017–2021»
ten aanzien van reductie van emissies verder gaan dan de toezegging die de EU gedaan
heeft. Het kabinet neemt zich voor nationale emissiemaatregelen te nemen die bijdragen
aan een reductie van de binnenlandse CO2-uitstoot van 49 procent in 2030. Specifiek voor de luchtvaart is gekozen voor een
bredere aanpak, juist ook vanwege het feit dat de CO2-uitstoot van de internationale luchtvaart veel groter is dan de uitstoot die onderdeel
uitmaakt van de nationale emissies.
Ik heb uw Kamer geïnformeerd over het klimaatbeleid voor de luchtvaart in mijn brief
van 27 maart 201917 en in het klimaathoofdstuk van de ontwerpLuchtvaartnota18. Op mondiaal niveau worden voor de internationale luchtvaart afspraken gemaakt binnen
ICAO. Hierbij wordt gekeken naar het klimaatdoel voor de luchtvaart als ook naar instrumenten
zoals het mondiale CO2 compensatie- en reductiesysteem (CORSIA), de inzet van duurzame luchtvaartbrandstoffen
en certificeringseisen voor vliegtuigen en vliegtuigmotoren. Daarnaast wordt ook ingezet
op een Europese aanpak, onder andere via het EU ETS, via duurzame luchtvaartbrandstoffen
en technologische innovatie. Daarnaast hanteert Nederland ook een nationale aanpak
voor de CO2-uitstoot van de internationale luchtvaart. Hierover zijn onder andere afspraken vastgelegd
in het Ontwerpakkoord Duurzame Luchtvaart.
Natuur is één van de aspecten die is meegewogen in de integrale afweging zoals bij
Luchthaven Lelystad aan de orde is. Bij het ontwerp van de vliegroute is rekening
gehouden met Natura 2000-gebieden. Conform het Aldersadvies uit 201419 is de vlieghoogte boven Natura 2000-gebieden minimaal 3000 voet. Op deze wijze wordt
voorkomen dat er verstoring van beschermde vogels door groot luchtverkeer aan de randen
van de Flevopolder en in de aangrenzende Natura 2000-gebieden zal plaatsvinden. Daarnaast
zijn de routes zo gekozen dat niet over de Oostvaardersplassen wordt gevlogen.
In de MER20 zijn de mogelijke effecten op de natuur in beeld gebracht, net zoals dat voor de
andere milieuaspecten is gebeurd. Er is zowel naar Natura 2000-gebieden als naar de
Ecologische Hoofdstructuur en stiltegebieden gekeken. De algemene conclusie is dat
er geen vernietiging van natuur- of leefgebied plaatsvindt als gevolg van ruimtebeslag,
dat er geen verdroging of vernatting plaatsvindt en dat de uitbreiding geen barrière-werking
veroorzaakt (zie hoofdstuk 7 actualisatie MER).
Met het advies van de commissie voor de m.e.r21 kan de actualisatie van de stikstofberekeningen worden afgerond. Wanneer de depositieberekeningen
zijn afgerond en bekend is hoe ervoor wordt gezorgd dat de natuurlijke kenmerken van
stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden hierdoor niet worden aangetast zal ik uw Kamer
informeren.
Vraag 19
Klopt het dat de regering bereid is om garant te staan voor leningen of achtergestelde
leningen van KLM? Zo ja, om welke bedragen gaat het dan?
Antwoord 19
Naar verwachting zal het steunpakket uit een garantie op een lening van externe financiers
bestaan. Het verstrekken van een eventuele garantie en de mogelijke omvang daarvan
zijn nog onderdeel van gesprekken met externe financiers en de onderneming. Zie ook
de Kamerbrief van 24 april 202022.
Vraag 20
Erkent u dat, wanneer de Nederlandse overheid garant zou gaan staan voor leningen
van KLM, dit dan bijdraagt aan het in stand houden van gestrande bezittingen in een
fossiele sector? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
Nee, op dit moment is er geen sprake van gestrande bezittingen.
Vraag 21
Kent u de berichten «Tegenstanders Schiphol: «Geen krimp luchtvaart, geen coronasteun»»
en «Staatssteun voor luchtvaart? Alleen met klimaatvoorwaarden, zeggen Europese burgerorganisaties»?23
24
25
Antwoord 21
Ja.
Vraag 22 t/m 26
Deelt u het uitgangspunt dat eventuele bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële
injecties gebruikt moeten worden om mensen en natuur te beschermen, in plaats van
de oude ontwrichtende status quo te herstellen waarvan we al wisten dat die ons in
de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis heeft gestort?26
27
28 Zo nee, waarom niet?
Deelt u het uitgangspunt dat eventuele staatssteun gepaard moet gaan met voorwaarden
en zeggenschap omtrent het stoppen met fossiele investeringen en investeringen die
leiden tot nadere aantasting van de biodiversiteit? Zo nee waarom niet?
Deelt u het uitgangspunt dat eventuele staatssteun niet gebruikt moet worden om vervuilende
sectoren te beschermen, maar juist om deze vervuilende sectoren versneld te laten
verduurzamen en daarmee te helpen om toekomstbestendig te worden? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat er strenge voorwaarden gesteld dienen te worden aan het verlenen
van eventuele staatssteun, met als doel om de luchtvaartsector weer binnen de grenzen
van klimaat, leefomgeving en veiligheid van mens en dier te krijgen? Zo nee, waarom
niet?
Deelt u de mening dat een van die voorwaarden in ieder geval moet zijn dat de sector
akkoord gaat met een krimp van het aantal vliegbewegingen, dusdanig dat de grenzen
van het klimaat, leefomgeving en veiligheid van mens en dier niet langer worden overschreden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 22 t/m 26
Verwezen wordt naar het antwoord op de vragen 2 t/m 5 en 8 en 9.
Vraag 27
Deelt u de mening dat één van die voorwaarden in ieder geval moet zijn dat er een
scherp CO2-budget wordt opgesteld voor de luchtvaartsector, in lijn met het doel om de opwarming
van de aarde te beperken tot maximaal 1,5⁰C? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 27
Over de voorwaarden voor KLM wordt thans gesproken. In de ontwerpLuchtvaartnota29 staat het voornemen om de Nederlandse klimaatdoelen voor de internationale luchtvaart
juridisch te borgen. Hiervoor zullen de komende tijd instrumenten worden uitgewerkt,
waaronder dat van een CO2-plafond per luchthaven.
Vraag 28
Deelt u de mening dat één van die voorwaarden in ieder geval moet zijn dat de sector
voortaan haar volledige uitstoot van schadelijke stoffen en gassen rapporteert? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 28
In mijn brief van 27 maart 201930 heb ik de Kamer aangegeven het wenselijk te achten dat op termijn ook andere klimaatemissies
dan CO2 expliciet kunnen worden meegewogen in het klimaatbeleid voor luchtvaart. Hiertoe
zal echter eerst (internationaal) meer kennis moeten worden opgebouwd. De Europese
Commissie zal naar verwachting in 2020 met een analyse komen op het gebied van niet-CO2 effecten van de luchtvaart. Het gaat hierbij niet om het in kaart brengen van emissies
maar om het klimaateffect van die emissies onder specifieke omstandigheden (o.a. vlieghoogte
en atmosferische omstandigheden).
Vraag 29
Deelt u de mening dat één van die voorwaarden in ieder geval moet zijn dat de sector
akkoord gaat met het verplicht naleven van de WHO-normen op het gebied van geluid
en uitstoot? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 29
Voor wat betreft geluid deel ik die mening niet. De WHO heeft in oktober 2018 richtlijnen
gegeven voor omgevingsgeluid, waaronder advieswaarden voor geluid door luchtvaart.
Ter uitvoering van de motie Schonis31 heeft het RIVM een vergelijking gemaakt tussen die richtlijnen en het (inter)nationale
beleid en in beeld gebracht hoe het WHO-advies gebruikt kan worden voor versterking
van het beleid en wat de mogelijke gevolgen zijn voor de Nederlandse situatie. Op
5 juni bent u per brief32 over dit RIVM-onderzoek en de beleidsreactie daarop geïnformeerd. Door het feit dat
er sprake is van een advieswaarde, die nader uitgewerkt moet worden in beleid, is
van verplichte naleving van WHO-normen geen sprake.
Ook voor luchtkwaliteit heeft de WHO advieswaarden opgesteld. Deze waarden zijn generiek
van aard en niet gerelateerd aan één sector of één bedrijf. De bedoeling is dat een
lidstaat ernaar streeft dat de advieswaarden nergens worden overschreden, dat wil
zeggen dat de emissies van alle bronnen tezamen niet boven de waarden uit zouden mogen
komen. Het is dan niet logisch om aan KLM, als één van de vele bronnen van emissies,
op te leggen dat men zich aan de WHO-advieswaarden moet houden. Overigens is in het
Schone Lucht Akkoord wel opgenomen dat wordt toegewerkt naar de advieswaarden van
de WHO voor fijnstof en stikstofdioxide in 2030.
Vraag 30
Deelt u de mening dat één van die voorwaarden in ieder geval moet zijn dat de sector
akkoord gaat met een eerlijke belastingafdracht, o.a. op kerosine, CO2-uitstoot en vliegtickets? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 30
Een vergelijking tussen sectoren uitsluitend op het punt van belastingafdracht geeft
geen volledig beeld van de werkelijkheid. Op 18 november vorig jaar heb ik uw Kamer
het rapport «De prijs van een vliegreis» van CE Delft aangeboden.33 Daarin worden voorbeeldreizen met de auto, het vliegtuig, de trein en de bus vergeleken
wat betreft het principe «de vervuiler / gebruiker betaalt». Gekeken is naar alle
relevante belastingen en heffingen en naar alle maatschappelijke kosten (externe kosten
en infrastructuurkosten). Dit resulteert in percentages die uitdrukken in hoeverre
kosten zijn geïnternaliseerd. Bij vergelijkbare Europese bestemmingen levert dat bij
de auto percentages op van ca. 150%, bij het vliegtuig ca. 50%, bij de trein ca. 21%
en bij de bus ca. 18%. Een beoordeling van wat «eerlijke» belastingen en heffingen
zijn, kan niet worden gemaakt zonder ook naar andere vervoersmodaliteiten te kijken.
Vraag 31
Deelt u de mening dat één van die voorwaarden in ieder geval moet zijn dat de sector
een sociaal personeelsbeleid gaat voeren en bovendien actief personeel zal helpen
over te stappen naar een daadwerkelijk toekomstbestendige baan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 31
Verwezen wordt naar de brief aan uw Kamer van 24 april inzake mogelijke steunmaatregelen
voor Air France KLM.34 Over de voorwaarden wordt thans gesproken.
Vraag 32
Klopt de stelling van het Financieele Dagblad dat KLM dit kwartaal € 350 miljoen ontvangt
uit het steunpakket voor behoud van banen tijdens de coronacrisis?35 Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord 32
Ik doe op dit moment geen uitspraken over het gebruik van de generieke steunmaatregelen
en de eventuele omvang hiervan voor individuele bedrijven.
Vraag 33
Kent u het artikel «KLM negeert kritiek kabinet om banen»?36
Antwoord 33
Ja.
Vraag 34
Waarom staat u het toe dat KLM lak heeft aan haar eigen personeel en duizenden mensen
ontslaat, rechtstreeks tegen de strekking in van het steunpakket voor behoud van banen
tijdens de coronacrisis?
Antwoord 34
Het kabinet ondersteunt waar het kan. Daarbij is behoud van werkgelegenheid steeds
het doel. Tegelijkertijd is het kabinet realistisch: het steunpakket kan er niet voor
zorgen dat deze crisis, die naar verwachting ook na het steunpakket en de gezondheidscrisis
nog zal voortduren, geheel zonder consequenties voor de economie en werkgelegenheid
zal zijn. We moeten bedrijven ook in staat stellen mee te bewegen en zich op een toekomst
na het steunpakket voor te bereiden. Dat betekent helaas ook dat er mogelijk contracten
niet verlengd kunnen worden of minder van externe inhuur gebruik zal worden gemaakt.
Vraag 35
Bent u bereid om uw invloed als aandeelhouder aan te wenden om KLM een socialer personeelsbeleid
te laten voeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 35
Het is aan het bestuur van de onderneming om invulling te geven aan het personeelsbeleid.
In het kader van de mogelijke steun aan KLM hebben wij in de brief van 24 april 202037 wel aangegeven dat het kabinet offers van het KLM-personeel zal vragen, waarbij de
sterkste schouders de zwaarste lasten zullen moeten dragen.
Vraag 36
Wat is uw boodschap aan de duizenden werknemers van KLM die nu hun baan kwijtraken,
terwijl KLM wel gebruik maakt van allerhande steunpakketten?
Antwoord 36
Het kabinet stelt binnen haar mogelijkheden alles in het werk om ervoor te zorgen
dat werkgelegenheid zoveel mogelijk behouden blijft. Maar steunpakketten hebben per
definitie een tijdelijk karakter, terwijl de (economische) gevolgen van de coronacrisis
verstrekkend en ook op de lange termijn ingrijpend zullen zijn. Geen enkel pakket
kan al die effecten wegnemen. Er zullen helaas ook mensen zijn die hun werk verliezen,
bijvoorbeeld omdat het bedrijf waarvoor ze werken met een meer dan incidentele vraaguitval
te maken heeft. Die proberen we zo goed mogelijk op te vangen. We kunnen in Nederland
dankbaar zijn voor een breed, ruim en solide sociaal vangnet. Het overgrote deel van
de werknemers die hun werk verliezen kunnen bijvoorbeeld aanspraak maken op de WW.
In mijn brief van 2 juni jl. heb ik uw Kamer bovendien geïnformeerd over een aanvullend
vangnet voor flexwerkers die geen aanspraak kunnen maken op WW of bijstand, conform
de motie Gijs van Dijk cs.38. Daarnaast hebben het kabinet, sociale partners, gemeenten en UWV met de oprichting
van het platform NLWerktDoor de handen ineengeslagen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
snel bij elkaar te brengen en mensen die hun baan verliezen zo snel mogelijk weer
aan het werk te helpen. Want hoewel er in sommige sectoren nu minder werkgelegenheid
is, is die er in andere sectoren nu juist des te meer. In datzelfde kader heeft het
kabinet € 50 miljoen beschikbaar gesteld voor een flankerend scholingspakket NL leert
door. Zo zorgen we er samen voor dat Nederland zoveel mogelijk aan het werk kan blijven.
Vraag 37
Erkent u dat KLM zich niet heeft voorbereid op het onvermijdelijke krimpscenario voor
de luchtvaartsector en daarmee zichzelf en haar werknemers ernstig in de problemen
heeft gebracht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 37
Een terugval zoals nu door COVID-19 is lastig te voorzien. Ik ben wel voornemens te
verkennen in EU-verband of strengere eisen inzake financiële buffers voor luchtvaartluchtvaartmaatschappijen
mogelijk zijn. Zo zal Nederland zich in EU-verband hard maken dat luchtvaartmaatschappijen
over een minimale kasreserve moeten beschikken. De financiële condities waar Europese
luchtvaartmaatschappijen aan moeten voldoen zijn vastgelegd in verordening 1008/2008.
Bij de herziening van verordening 1008/2008 (Q4 2020) zal Nederland pleiten voor het
verplicht stellen van een minimale kasreserve, waarbij de kasreserve enkel kan worden
aangesproken in uitzonderlijke, nader uit te werken (nood)situaties.
Vraag 38
Wat gaat u doen om personeel uit de luchtvaartsector, een sector die structureel zal
moeten krimpen, te helpen naar een toekomstbestendige baan, bijvoorbeeld in een van
de «cruciale beroepen»?
Antwoord 38
Ook gedurende deze coronacrisis zijn er sectoren met een grote personeelsbehoefte.
Bijvoorbeeld bij bedrijven in cruciale sectoren en ketens, zoals de zorg, logistiek,
distributie, supermarkten, voedselketen, sommige bouwbedrijven en techniek bestaat
nog veel vraag naar nieuwe medewerkers. Voor flexwerkers die vanwege de crisis hun
baan verliezen zijn er, zelfs in deze periode, dus ook kansen. De mensen die werk
zoeken kunnen zich registreren op www.werk.nl. Werkgevers kunnen met hun vraag naar personeel in (cruciale) functies naar het platform
www.NLwerktdoor.nl gaan. Dit platform geleidt de vraag door naar de relevante instanties in de arbeidsmarktregio’s
die snel aan de slag gaan om een match te maken in deze cruciale functies. Werkgevers
en werkzoekenden kunnen op dit platform ook een overzicht vinden van meerdere regionale
en sectorale initiatieven. Daarnaast zet het kabinet ook in op om- en bijscholing
om transities naar meer kansrijke sectoren te ondersteunen. In de NOW 2.0 is een inspanningsverplichting
opgenomen voor werkgevers om hun werknemers te stimuleren om aan bij- of omscholing
te doen. Ter ondersteuning daarvan komt het kabinet met een flankerend crisispakket
NL leert door. Doel is mensen te ondersteunen die hun werk als gevolg van de crisis
dreigen te verliezen of al verloren hebben en de transitie naar ander kansrijk werk
zullen moeten maken. Daarvoor is een bedrag van € 50 miljoen (inclusief uitvoeringskosten)
beschikbaar gesteld.
Vraag 39
Kent u het bericht «Goed nieuws: KLM en Schiphol creëren veel minder banen dan gedacht»?39
Antwoord 39
Ja.
Vraag 40 t/m 43
Kunt u reageren op de stelling van Follow The Money dat de luchtvaartsector veel minder
werkgelegenheid creëert dan gedacht?
Kunt u reageren op de stelling van Follow The Money dat KLM, Schiphol en VNO-NCW een
aantal aan luchtvaart gerelateerde banen communiceren dat gebaseerd is op een studie
waarvan niet kan worden uitgesloten dat daar mogelijk grove fouten in staan?40
Kunt u reageren op de stelling van Follow The Money dat er in deze studie effecten
worden meegeteld die niet meegeteld mogen worden en dat er bovendien sprake is van
een enorme dubbeltelling?
Kunt u reageren op de stelling van Follow The Money dat het aantal mensen dat in Nederland
in de luchtvaart werkt twee- tot driemaal lager is dan de sector zelf claimt?
Antwoord 40 t/m 43
Om een goed beeld te hebben van de economische bijdrage van Schiphol is dit in het
verleden en ook recent nog in opdracht van IenW uitgebreid onderzocht. Dit onderzoek
is door Decisio uitgevoerd en in het artikel van FTM wordt ook naar dit onderzoek
verwezen. In 2015 is een eerste onderzoek van Decisio verschenen41 en in januari 2020 heb ik de actualisatie van deze studie aan de Tweede Kamer gestuurd.42 Wat mij betreft zijn de berekeningen van Decisio het uitgangspunt als er een beeld
geschetst moet worden van het huidige aantal banen en de toegevoegde waarde die te
relateren is aan Schiphol.
Voor meer details over de verschillen tussen het onderzoek van Decisio en andere onderzoeken,
zoals het onderzoek van Intervistas waar het artikel van FTM zich op richt, verwijs
ik naar mijn brief van 18 mei 2020 aan uw Kamer43. In deze brief geef ik op verzoek van de Commissie van IenW een reactie op de brief
van verschillende organisaties waaronder SchipholWatch van 9 april 202044, die hun verontrusting uitspreken over het werkgelegenheidscijfer waarvoor de luchtvaartsector
volgens het artikel van FTM aangeeft verantwoordelijk te zijn.
Vraag 44
Op welke wijze gaat u de bevindingen van Follow The Money meenemen in de gesprekken
die u momenteel voert over mogelijke extra financiële injecties in de luchtvaartsector?
Antwoord 44
Op basis van het onderzoek van Decisio en overige welvaartsanalyses heb ik een goed
beeld van de economische bijdrage en het maatschappelijke belang van de luchtvaart.
Die inzichten spelen in mijn overwegingen een rol.
Vraag 45 en 46
Bent u bekend met het rapport «Coronavirus Briefing Note #1: Scenarios for Recovery
26 March 2020»?45
Bent u bekend met het feit dat deze studie is uitgevoerd door Intervistas, hetzelfde
bedrijf dat de problematische studie naar werkgelegenheid heeft uitgevoerd, waarvan
Follow The Money heeft aangetoond dat niet kan worden uitgesloten dat er mogelijk
grove fouten in staan?46
Antwoord 45 en 46
Ik ben bekend met dit rapport dat is uitgevoerd door Intervistas.
Vraag 47
Klopt het dat Intervistas een bedrijf is van Royal HaskoningDHV, het bedrijf dat passende
beoordelingen uitvoert voor natuurvergunningen inzake het stikstofdossier, in opdracht
van het ministerie? Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord 47
Uit openbare informatie op de website van RoyalHaskoningDHV (RHDHV) maak ik op dat
Intervistas een onderdeel van RHDHV is.
Vraag 48
Klopt het dat Royal HaskoningDHV ook nauw betrokken is bij de PlanMER in de Luchtvaartnota?
Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord 48
De plan-MER voor de ontwerpLuchtvaartnota47 is uitgevoerd door een consortium van drie partijen: RHDHV, NLR en Buck Consultants
International (BCI).
Vraag 49
Kunt u uitsluiten dat hier een vorm van belangenverstrengeling zou kunnen ontstaan?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 49
De beoordeling van de economische effecten in de plan-MER is uitgevoerd door Buck
Consultants International (BCI) en hierbij is een breed scala aan (economische) rapporten
gebruikt, waaronder het rapport van Intervistas.
Vraag 50
Bent u bereid om eventueel een second opinion uit te voeren naar de genoemde onderzoeken,
indien de zweem van belangenverstrengeling niet kan worden weggenomen en niet kan
worden uitgesloten dat er mogelijk grove fouten staan in het rapport van Intervistas
uit 2015?48 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 50
Ik neem aan dat u met genoemde onderzoeken de plan-MER voor de ontwerpLuchtvaartnota49 bedoelt. In het kader van de plan-MER en de ontwerpLuchtvaartnota is nu een zienswijzetraject
gestart, waarin iedereen een zienswijze in kan dienen op de onderdelen uit de plan-MER
(bijv. de beoordeling van de economische effecten). Daarnaast heb ik ook een commissie
van enkele economische experts gevraagd om een reflectie uit te brengen op de plan-MER.
Vraag 51 t/m 55
Waarom is de technische briefing van de Minister van Financiën over staatsdeelnemingen
op donderdag 9 april 2020 besloten en vertrouwelijk?
Erkent u dat dergelijke besloten en vertrouwelijke bijeenkomsten sterk bijdragen aan
het gevoel van achterkamertjespolitiek? Zo ja, deelt u de mening dat dit zeer onwenselijk
is? Zo nee, waarom niet?
Klopt het dat deze besloten en vertrouwelijke bijeenkomst beperkingen oplegt aan waar
de aldaar aanwezige Kamerleden wel en niet over mogen spreken? Zo ja, deelt u de mening
dat dit zeer onwenselijk is? Zo nee, hoe zit het dan?
Deelt u de mening dat het debat in alle openheid gevoerd dient te worden? Zo nee,
waarom niet?
Bent u bereid om het stenografisch verslag en alle stukken op de agenda van deze technische
briefing op de kortst mogelijke termijn alsnog openbaar te maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 51 t/m 55
Ik ben het met u eens dat het wenselijk is om het debat zoveel mogelijk in de openbaarheid
te voeren. Het kabinet is dan ook terughoudend met het op vertrouwelijke wijze informeren
van de Tweede Kamer. Echter er kunnen situaties zijn waarin openbaar informeren niet
mogelijk is. Om ook in die gevallen zo goed mogelijk recht te doen aan de informatieplicht
van het kabinet en het informatie- en budgetrecht van de Kamer kiest het kabinet er
dan voor om de Tweede Kamer vertrouwelijk te informeren.
In het geval van Air France KLM betreft het een beursgenoteerde onderneming waardoor
terughoudend moet worden omgegaan met uitlatingen over de onderneming en rekening
gehouden dient te worden met mogelijke koersgevoeligheid van informatie. Ook de komende
periode bestaat de mogelijkheid dat de woordvoerders staatsdeelnemingen van de vaste
Kamercommissie voor Financiën in meer detail vertrouwelijk geïnformeerd zullen worden
over de voortgang.
Wanneer de steunmaatregel definitief is, zullen beide Kamers opnieuw geïnformeerd
worden en zal een incidentele suppletoire begroting worden aangeboden ten behoeve
van autorisatie. Op dat moment kan het debat ook weer in de openbaarheid gevoerd worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.