Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Gijs van Dijk en Kuiken over "arbeidsmigranten met corona"
Vragen van de leden Gijs van Dijk en Kuiken (beiden PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over arbeidsmigranten met corona (ingezonden 6 mei 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 8 juni 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Tientallen arbeidsmigranten Velp besmet, quarantaine op schip
in Arnhem»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
Deelt u de mening dat werkgevers, zeker in tijden van corona, hun verantwoordelijkheid
ten aanzien van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden voor arbeidsmigranten moeten
waarmaken? Zo ja, doen zij dat ook daadwerkelijk en wie controleert dat? Zo nee, waarom
deelt u die mening niet?
Antwoord 2
Ja ik deel uw mening dat werkgevers altijd en zeker in tijden van corona moeten zorgen
voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden voor al hun werknemers en dus ook voor
arbeidsmigranten.
Verschillende sectoren hebben protocollen opgesteld. Van elke organisatie wordt verwacht
dat zij conform de Arbowet de risico-inventarisatie en -evaluatie tegen het licht
houdt in relatie tot de nieuwe arbeidsrisico COVID-19 en de nodige maatregelen neemt.
De Inspectie SZW houdt toezicht op de Arbowet. Daarnaast geeft de Inspectie SZW zo
spoedig mogelijk gehoor aan meldingen. Dit kan bijvoorbeeld door het uitvoeren van
een inspectie ter plekke. Ten aanzien van de slachterijen werkt de Inspectie SZW nauw
samen met de NVWA. Zij doen dit vanuit hun eigen verantwoordelijkheden. De NVWA houdt
in de slachterijen toezicht op het dierenwelzijn. De Inspectie SZW houdt in de slachterijen
toezicht op de arbeidsomstandigheden van de werknemers. De NVWA en de Inspectie SZW
stemmen hun aanpak af en wisselen gegevens uit om de situatie in de vleessector beter
in beeld te krijgen en waar nodig te inspecteren.
Vraag 3
Kent u ook u de signalen van arbeidsmigranten die ziek zijn en worden ontslagen en
hun huisvesting moeten verlaten? Of signalen van arbeidsmigranten die moeten komen
werken terwijl ze ziek zijn?2
Antwoord 3
Veel arbeidsmigranten zijn voor hun werk en huisvesting afhankelijk van de werkgever
of het uitzendbureau. Zij lopen daarom het risico hun woning te moeten verlaten als
het werk stopt. Het kabinet roept allereerst werkgevers op om werknemers niet te ontslaan,
maar in dienst te houden en gebruik te maken van de NOW-regeling. Indien een werkgever
wel de arbeidsmigrant ontslaat, vraagt het kabinet de werkgever om hier ook een verantwoordelijkheid
voor te nemen en de arbeidsmigrant niet per direct op straat te zetten. Daarnaast
wordt van alle werkgevers verwacht dat zij de instructies van het RIVM volgen. Zeker
in deze tijd is het van belang dat een werkgever zieke mensen niet laat doorwerken,
maar een werknemer de ruimte en tijd geeft om te herstellen, zodat deze na herstel
weer gezond aan het werk kan en bovendien een besmetting van andere werknemers kan
worden voorkomen. De richtlijnen van het RIVM hierover zijn helder: werknemers dienen
thuis te blijven bij ziekte- en verkoudheidsverschijnselen. Wanneer onduidelijkheid
is over of een werknemer kan werken en welke werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden,
kunnen werkgevers en werknemers advies vragen aan de bedrijfsarts. Sommige arbeidsmigranten
zijn echter niet bekend met de bedrijfsarts. Het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten3 werkt aan het verbeteren van de informatievoorziening voor de arbeidsmigranten waardoor
zij onder andere de bedrijfsarts beter kunnen vinden.
Vraag 4
Wat heeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) inmiddels concreet gedaan
met coronagerelateerde signalen over onveiligheid op de werkplek ten aanzien van arbeidsmigranten?
Hoeveel meldingen zijn er gedaan? Hoeveel onderzoeken heeft de Inspectie SZW gedaan?
Hoeveel overtredingen zijn er geconstateerd en hoe is hiertegen opgetreden?
Antwoord 4
De Inspectie SZW heeft tot en met 15 mei 1210 Corona gerelateerde meldingen ontvangen.
169 meldingen daarvan zijn gerelateerd aan arbeidsmigranten.
De meeste meldingen gaan over het onvoldoende afstand kunnen houden op de werkvloer.
109 meldingen zijn in onderzoek genomen. Over 16 meldingen moet nog een beslissing
worden genomen. 44 meldingen zijn niet in onderzoek genomen.
Redenen om een melding niet in onderzoek te nemen zijn bijvoorbeeld dat door de melder
onvolledige informatie is verleend, maar de melder kan niet om nadere informatie worden
gevraagd omdat deze anoniem is. Een andere reden om een melding niet in behandeling
te nemen is dat het onderwerp niet op het terrein van de Inspectie SZW ligt. In dat
geval wordt de melding doorgestuurd naar de juiste instantie.
In verband met Corona, het beperken van mobiliteit en zoveel als mogelijk thuis werken,
heeft de Inspectie SZW haar meldingen en interventieproces aangepast. Op grond van
bestaande wet- en regelgeving zouden coronameldingen bijna niet in aanmerking komen
voor onderzoek. Dat is onwenselijk omdat het maatschappelijk belang erbij gediend
is dat werknemers en burgers meldingen kunnen doen en dat de Inspectie SZW zoveel
mogelijk bijdraagt aan het beperken van besmettingsrisico’s, etc.
Een interventie bestaat meestal uit het bevragen van de werkgever, het opvragen van
bewijsstukken, bij melders checken of er verbeteringen zijn, etc. Deze interventie,
niet primair gericht op handhaven maar op het bevorderen van naleven, past erbij dat
omgaan met Corona een leerproces is. Waar nodig vindt inspectie ter plekke plaats.
Zie de website www.inspectieszw.nl over handhaving van de Inspectie SZW op de coronamaatregelen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat dit, zeker in tijden waarin iedereen geacht wordt voor elkaar
te zorgen, volstrekt onwenselijke praktijken zijn? Zo ja, wat wordt er gedaan om ervoor
te zorgen dat deze praktijken stoppen of wat gaat u eraan doen? Zo nee, waarom deelt
u die mening niet?
Antwoord 5
Een groot deel van de thema’s die in bovengenoemde berichten terugkomen hebben al
langere tijd de aandacht van het kabinet. Ik deel uw mening dat wij altijd, en zeker
in tijden van corona, moeten zorgen voor eerlijke, gezonde en veilige arbeidsomstandigheden
voor alle werknemers in Nederland en dus ook voor arbeidsmigranten. Naast de aangepaste
interventieproces van de Inspectie SZW, is er ook mede door de urgentie van de problematiek,
besloten een Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten in te richten. Dit interdepartementaal
team is inmiddels actief om op regionaal niveau tot oplossingen en mogelijke maatregelen
te komen die arbeidsmigranten zullen beschermen tegen het coronavirus en daaraan gerelateerde
problematiek. Het doel van het aanjaagteam is drieledig. Allereerst agendeert het
aanjaagteam de bescherming van arbeidsmigranten bij werkgevers, gemeenten en provincies,
en brengt partijen op regionaal niveau samen. Tegelijkertijd wordt er samen met deze
partijen en interdepartementaal gezocht naar maatregelen voor de bescherming van arbeidsmigranten
op de korte en (middel)lange termijn. Het kan zijn dat dit vraagt om lokale oplossingen,
maar ook dat er moet worden gekeken naar landelijk beleid. Tot slot zal het aanjaagteam
monitoren of er sprake is van tekorten of overschotten aan arbeidsmigranten in deelsectoren
en zo nodig stimuleren tot arbeidsbemiddeling.
Vraag 6 & 7
Bent u bekend met het feit dat er arbeidsmigranten in Nederland zijn die terug willen
naar hun eigen land? Kunt u een indicatie geven van het aantal arbeidsmigranten en
hun herkomst die willen terugkeren en welke reisbeperkingen zij nu ondervinden?
Wordt er overleg gepleegd met andere lidstaten van de Europese Unie om te bezien hoe
arbeidsmigranten terug kunnen keren naar hun land van herkomst? Zo ja, wat is de stand
van zaken? Zo nee, waarom niet en gaat u hier alsnog voor zorgen?
Antwoord 6 & 7
Ja ik ben bekend met de problemen die arbeidsmigranten momenteel kunnen ondervinden
bij de grenspassage door de maatregelen die lidstaten hebben getroffen ter bestrijding
van de uitbraak van COVID-19. Om dit probleem te adresseren heeft de Europese Commissie
een mededeling met richtsnoeren betreffende de uitoefening van het recht op vrij verkeer
van werknemers uitgebracht. Hierin wordt beschreven hoe lidstaten gedurende de COVID-19
crisis om zouden moeten gaan met werknemers die werken in een ander land dan waar
zij wonen. De Commissie acht het van belang dat deze werkenden, zeker als zij werkzaam
zijn in vitale beroepen, zonder belemmeringen de grenzen kunnen passeren om hun werkzaamheden
uit te voeren of terug te keren naar hun woonland. Daarbij mag niet gediscrimineerd
worden tussen eigen onderdanen en inwoners uit andere lidstaten. Nederland ondersteunt
de uitgangspunten uit de richtsnoeren en blijft de situatie in de verschillende sectoren
monitoren. Op dit moment zijn er geen signalen dat er grootschalige problemen zijn
die voorkomen dat mensen kunnen terugkeren, hierover is nauw contact met de ambassades
van de thuislanden. Nederland heeft in verschillende Europese overleggen aandacht
gevraagd voor een degelijke implementatie van lidstaten van deze richtlijnen en zal
dit blijven doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.