Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over ‘Wapenbranche dreigt met claim tegen politie om gesloten loket’ en ‘Politie bezorgd over florerende wapenhandel’
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten «Wapenbranche dreigt met claim tegen politie om gesloten loket» en «Politie bezorgd over florerende wapenhandel» (ingezonden 14 mei 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 juni 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3009.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Wapenbranche dreigt met claim tegen politie om gesloten
loket»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de werkzaamheden van de afdelingen Korpscheftaken niet zijn
aangewezen als «contactberoep»? Waarom gaat de politie hier dan per saldo wel zo mee
om? Kunnen – nu door het kabinet het besluit is genomen dat vanaf 11 mei (echte) contactberoepen
weer uitgeoefend mogen worden – ook de volledige werkzaamheden van de afdelingen Korpscheftaken
hervat worden?
Antwoord 2
De politie heeft aan het begin van deze coronacrisis de publiekscontacten voor zover
niet strikt noodzakelijk opgeschort tot nader order. Ook bij korpscheftaken zijn werkprocessen
stilgelegd. Het stilleggen van de afdelingen korpscheftaken was niet in het kader
van de zogenaamde contactberoepen, maar in het licht van de RIVM maatregelen om het
aantal contacten en reisbewegingen tot een minimum te beperken.
Zoals de politie op 18 mei ook alle relevante branchepartijen heeft laten weten starten
de bureaus korpscheftaken weer op zodat uiterlijk op 25 mei per eenheid minstens één
locatie geopend is. Dat is inmiddels het geval. Dit alles moet bezien worden binnen
de richtlijnen die binnen het korps worden opgesteld over contact met de aanvragers.
Dit om zowel de aanvragers van wapenvergunningen en verloven en hun families als politieambtenaren
te beschermen.
Vraag 3
Beseft u – maar ook de leiding van de politie – dat door het stilleggen van de werkzaamheden
van de afdelingen Korpscheftaken de (binnenlandse) handel in vuurwapens nagenoeg geheel
stil ligt omdat wapens niet bijgeschreven kunnen worden op verloven? Beseft u welke
enorme economische schade dit betekent voor vuurwapenhandelaren?
Antwoord 3
Het coronavirus heeft ons allemaal getroffen. Om het virus zo min mogelijk kans te
geven zijn contactbeperkende maatregelen genomen. Dit heeft directe en indirecte gevolgen
voor veel partijen, zo ook voor de wapenhandelaren. Dat is te betreuren, maar was
onvermijdelijk. Goed dat de werkzaamheden sinds 25 mei weer zijn opgepakt.
Vraag 4
Bent u bekend met het artikel «Politie bezorgd over florerende wapenhandel»?2
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Herkent u zich in de volgende quote van politieman Schouten in dit artikel, namelijk:
«Sportschutters mogen tot 10 duizend stuks munitie aanschaffen. Elke dag opnieuw,
bij wijze van spreken. We zien dat legaal aangekochte munitie soms in het criminele
milieu belandt. Door de toegestane hoeveelheid te beperken, werp je een extra barrière
op»? Kunt u aangeven welke concrete feiten ten grondslag liggen aan deze uitspraak?
Antwoord 5
De quote van de heer Schouten ziet op de veronderstelling dat legaal aangekochte munitie
in sommige gevallen in het criminele milieu belandt. De politie heeft aangegeven hier
in het kader van de opsporing in bepaalde gevallen tegenaan te lopen. Voor de wapenhandelaren
geldt in dit verband dat zij op grond van artikel 9a van de Wet Wapens en Munitie
(Wwm) verplicht zijn verdachte transacties rondom de verwerving van munitie – waaronder
een transactie van een (of meerdere) aankopen voor munitie waarbij meer dan 10.000
patronen binnen een week worden aangeschaft – te melden bij de korpschef.
Vraag 6
Is de waarneming van de heer Schouten aanleiding voor de politie om meer te investeren
in de kerntaak «toezicht en handhaving» die naast de administratieve taken toebedeeld
zijn aan de afdelingen Korpscheftaken? Kunt u aangeven (uitgaande van gecombineerd
100%) hoeveel procentueel qua capaciteit en tijd van de afdeling Korpscheftaken besteed
wordt aan administratieve taken en hoeveel capaciteit en tijd besteed wordt aan toezicht
en handhaving? Bestaat er een jaarverslag of anderszins een overzicht van de werkzaamheden
van de afdelingen Korpscheftaken?
Antwoord 6
De waarneming van de heer Schouten draagt voor politie bij aan het onderstrepen van
het belang van de taak «toezicht en handhaving». Een harde procentuele verdeling tussen
de hoeveelheid capaciteit en tijd dat wordt besteed aan de administratieve taken en
toezicht en handhaving kan op dit moment niet worden gemaakt. De politie heeft bij
mij aangegeven dat – op basis van een grove inschatting – ongeveer 75% tot 85% van
de capaciteit opgaat aan administratieve taken. De overige capaciteit wordt besteed
aan toezicht en handhaving. Op de website van politie wordt jaarlijks een overzicht
gepubliceerd van het aantal verstrekte, geweigerd of ingetrokken vergunningen binnen
korpscheftaken.
Vraag 7
Klopt het dat de Inspectie Justitie en Veiligheid in het verleden onderzocht heeft
in hoeverre de capaciteit van de afdeling Korpscheftaken afdoende is om de werkzaamheden
op het vlak van de Wet wapens en munitie (WWM), de Wet particuliere beveiligingsorganisaties
en recherchebureaus (WPBR), de Wet explosieven civiel gebruik (WECG) en de Wet natuurbescherming
(WNB) uit te voeren? Klopt het beeld dat de afdelingen Korpscheftaken de handen vol
hebben aan de administratieve werkzaamheden die deze wetten met zich meebrengen en
dat zij nauwelijks of niet in staat zijn om daadwerkelijk controles uit te voeren
of te reageren op meldingen van incidenten? Wat zijn uw beleidsvoornemens op dit terrein?
Hoe staat het met het overhevelen van administratieve taken naar andere instanties,
zoals de dienst Justis?
Antwoord 7
De Inspectie van Justitie en Veiligheid heeft zich in haar vorige onderzoek primair
gericht op de Wwm en de Wpbr. Zij heeft inderdaad geconcludeerd dat de capaciteit
tekortschiet om alle taken volledig te kunnen uitvoeren. Met name de toezichthoudende
kant van korpscheftaken krijgt daarbij minder dan gewenst de aandacht. De korpschef
heeft dit dilemma ook aangegeven en samen kijken we naar mogelijk (tijdelijke) oplossingen.
Momenteel wordt bijvoorbeeld een businesscase gemaakt naar in hoeverre het wenselijk
en haalbaar is om een deel van de vergunningverlenende taken over te hevelen naar
Justis. Ik zal uw Kamer hier te zijner tijd over informeren.
Vraag 8
Wat is de voortgang rond het deactiveren van vuurwapens? Kunt u kort uiteenzetten
hoe tussen wapenhandel en politie dit proces is ingebed, inclusief een toelichting
op de positie en de rol van de Controlerende Autoriteit (CA)?
Antwoord 8
De Controlerende Autoriteit (CA) heeft bij mij aangegeven dat er tot op heden 40 gedeactiveerde
wapens gecertificeerd zijn. Hierbij heeft de CA aangegeven met een vijftal wapenhandelaren,
die zich inmiddels vanuit Nederland op de markt voor gedeactiveerde wapens begeven,
contact te hebben. Op de website van politie staat informatie over hoe de CA te bereiken
is en hoe wapens kunnen worden aangemeld voor keuring.3 Na aanmelding van het wapen krijgen de handelaren verdere instructies over het verloop
van het proces.
Vraag 9
Hoeveel onklaar gemaakte wapens zijn er door de wapenhandel aangeleverd sinds de start
van het functioneren van de CA? Hoeveel onklaar gemaakte wapens zijn feitelijk door
de CA gecontroleerd en teruggezonden aan de wapenhandel? Kunt u een beeld schetsen
van de (enorme) voorraden aan onklaar gemaakte of te maken wapens die wachten op controle,
die zich hebben opgehoopt bij de wapenhandel? Kloppen de berichten dat de CA vooralsnog
qua capaciteit en qua kennis en vaardigheden totaal niet berekend is op deze taak?
Antwoord 9
De korpschef geeft aan dat sinds de start van het functioneren van de CA circa 100
wapens zijn aangeboden door wapenhandelaren. Hiervan zijn 40 wapens inmiddels gecertificeerd
en 40 wapens nog in behandeling. Daarnaast zijn er ook wapens afgekeurd. De CA geeft
aan geen beeld te hebben van de hoeveelheid wapens die op dit moment nog bij de handelaren
liggen ter aanbieding.
De oprichting van de CA heeft opstartproblemen gekend, waardoor het proces van het
controleren en certificeren van onklaar gemaakte vuurwapen vertraging heeft opgelopen.
De CA maximeert op dit moment de behandeling van wapens naar circa 25 wapens per week.
Momenteel zijn er drie medewerkers die kunnen keuren en worden twee extra medewerkers
opgeleid. Ik heb van de korpschef geen signalen ontvangen dat dat op dit moment niet
voldoende zou zijn.
Vraag 10
Deelt u de opvatting dat verwacht mocht worden dat de CA inmiddels – zo lang na invoering
van de wetgeving – naar behoren zou moeten functioneren? Deelt u de zorg dat een slecht
functionerende CA niet bijdraagt aan het met de wetgeving beoogde doel, namelijk het
terugdringen van te reactiveren vuurwapens? Wat gaat u op korte termijn doen om hier
verbetering in aan te brengen?
Antwoord 10
De korpschef heeft mij aangegeven dat van een slecht functionerende CA geen sprake
is.
Vraag 11
Bent u bereid elke gestelde vraag afzonderlijk te beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.