Schriftelijke vragen : De antwoorden op eerdere vragen over kortingen aan verhuurders op de verhuurderheffing in onder meer Rotterdam
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de antwoorden op eerdere vragen over kortingen aan verhuurders op de verhuurderheffing in onder meer Rotterdam (ingezonden 2 juni 2020).
Vraag 1
Waarom schrijft u in antwoord op Kamervragen dat er «geen sluitende administratie
beschikbaar [is] van verhuizingen en huurontwikkeling» van huurwoningen, die tot stand
gekomen zijn door een korting op de verhuurderheffing, terwijl het een voorwaarde
is de huurprijs voor langere tijd laag te houden omdat de regeling voor de korting
op de verhuurderheffing tot doel heeft om betaalbare huurwoningen te realiseren?1 2
Vraag 2
Waarom kijkt u bij het geven van een korting op de verhuurderheffing alleen naar de
aanvangshuur en niet naar de huurprijsontwikkeling, terwijl het de intentie is om
de huizen «voor langere tijd in het gereguleerde segment» te houden?
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat de gemeente Rotterdam in prestatieafspraken met woningcorporatie
Havensteder heeft afgesproken dat sociale huurwoningen, tot stand gekomen met een
korting op de verhuurderheffing, al na een eerste mutatie (verhuizing) kunnen worden
geliberaliseerd? En hoe verhoudt zich dat tot uw intentie dat de huurwoningen voor
langere tijd in het sociale segment moeten blijven?3
Vraag 4
Hoe kunt u garanderen dat een huurwoning in het sociale segment blijft als een verhuurder
de huurprijs al drastisch kan verhogen na een eerste verhuizing wanneer daar geen
tijdslimiet aan is verbonden? Hoe gaat u tegen dat een huurwoning na een korte tijd
geliberaliseerd wordt en kunt u dit toelichten?
Vraag 5
Wanneer er geen «sluitende administratie» is van verhuizingen of van de huurprijsontwikkeling
van woningen die tot stand zijn gekomen met een heffingsvermindering, hoe kan de Rijksdienst
voor ondernemend Nederland (RVO) dan adequaat controleren of er rechtmatig gebruik
is gemaakt van de korting op de verhuurderheffing om nieuwe, betaalbare huizen te
bouwen? Bent u bereid alsnog een sluitende controle te laten bijhouden?
Vraag 6
Heeft de RVO een (voorlopige) investeringsverklaring op grond van de Regeling Vermindering
Verhuurderheffing afgegeven aan Havensteder voor het realiseren van het project Parlando
met 60 appartementen in de sociale sector, waarbij de huurwoningen voor 10 jaar in
het sociale segment moeten blijven? Waarom is gekozen voor 10 jaar, terwijl u uitgaat
van een gemiddelde van 12,5 jaar en er voor een regelingen in de verhuurderheffing
een termijn van 20 jaar geldt?4
Vraag 7
Waarom accepteert u dat een verhuurder de huurprijs excessief mag verhogen, aangezien
u schrijft: «De huur van een woning kan pas excessief verhoogd worden indien de eerste
bewoner besluit de huur van de woning stop te zetten» terwijl u meermaals heeft gesteld
dat u excessieve huurverhogingen wilt tegengaan en wilt voorkomen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 8
Bent bereid om alsnog in de Regeling Vermindering Verhuurderheffing op te nemen dat
de huurprijs na één mutatie niet mag worden geliberaliseerd, maar dat de huurwoning
voor ten minste 20 jaar in het sociale segment moet blijven? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 9
Wilt u bovenstaande Kamervragen per vraag beantwoorden en niet clusteren?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Sandra Beckerman, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.