Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de afspraak over tijdelijke lening Friese Waddenveren
23 645 Openbaar vervoer
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 719 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 29 mei 2020
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief
van 23 april 2020 over de Afspraak over tijdelijke lening Friese Waddenveren (Kamerstukken
23 645 en 35 420, nr. 718).
De vragen en opmerkingen zijn op 18 mei 2020 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 27 mei 2020 zijn de vragen beantwoord
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Rijkers
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de afspraak
over de tijdelijke lening Friese Waddenveren en hebben daarover en in het verlengde
daarvan nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende
beleidsbrief en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de 23 april 2020
inzake een afspraak over tijdelijke lening Friese Waddenveren. Zij hebben geen nadere
vragen of opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de agenda
van dit overleg.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief en hebben nog enkele
vragen.
Inbreng van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vinden de Waddenveren van levensbelang voor de Waddeneilanden,
de bewoners en de ondernemers op de eilanden. De economie van de Waddeneilanden draait
op toerisme en recreatie, vrijwel alles is daarvan afhankelijk. Zonder de toeristen
en recreanten ontstaat een domino-effect dat alle bewoners en ondernemers van de Wadden
raakt. Waar bijvoorbeeld de supermarkten op de wal topomzetten draaien, hebben de
supermarkten op de Waddeneilanden soms nog maar 10% of 20% van de normale omzet in
deze periode, omdat ze het nu vooral van de eigen bewoners moeten hebben. Er zijn
weinig alternatieven en andere verdienmogelijkheden. De Waddenveren zijn de levensader,
en als deze maar beperkt functioneert dan is dat een extra beperking ten opzichte
van ondernemers op de wal, die het ook al zwaar hebben in deze coronacrisis.
De leden van de VVD-fractie vinden het een goede zaak dat de Staatssecretaris heeft besloten de rederijen Terschellinger Stoomboot Maatschappij (TSM) en Wagenborg Passagiersdiensten (WPD) tijdelijk een lening te verstrekken
om te voorkomen dat de Waddenveren op korte termijn moeten stoppen met varen. De verstrekte
leningen zullen in 2020 weer worden afgelost. W aarop is het gebaseerd dat het realistisch
is dat de beide rederijen de lening al in 2020 af zouden kunnen lossen? Want vanaf
1 juni 2020 krijgt het openbaar vervoer (ov) weliswaar meer ruimte, maar is de capaciteit
nog steeds beperkt en is het nog zeker geen «business as usual». In hoeverre zijn
er voorwaarden verbonden aan de leningen als het gaat om de dienstregeling en capaciteit?
In hoeverre is dit overwogen?
De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat de Friese Waddenveren in het kader
van de afspraken over het opschalen van het ov per 1 juni aanstaande is gevraagd met
een optimale inzet van personeel en materieel een zo maximaal mogelijke dienstregeling
te varen. Waarom wordt er alleen gesproken over de Friese Waddenveren en niet over
Noord-Holland (Texel)? Hoe zit het met de Waddenveer naar Texel (Teso)? Wat zijn daarvoor
de afspraken?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de capaciteit van het ov straks slechts
40% is. In hoeverre geldt dit ook voor alle Waddenveren? En wat betekent een zo maximaal
mogelijke dienstregeling? Welke capaciteit is straks gedurende het zomerseizoen beschikbaar?
En welke harde afspraken zijn daarover gemaakt met de rederijen, bijvoorbeeld door
het inzetten van meer afvaarten en extra veerboten om de capaciteit te vergroten?
De Friese Waddenveren is gevraagd om zich zoveel mogelijk te houden aan het ov-protocol.
Geldt dit ook voor Teso/Texel? W at betekent het «zoveel mogelijk houden aan» precies?
Hoe wordt de horecavoorziening op de veerdiensten gezien? Is dit een vorm van «afhalen»
en dus mogelijk mits dit verantwoord kan worden geregeld? Wat zijn de afspraken hieromtrent,
of heeft de betrokken Veiligheidsregio ruimte om daar invulling aan te geven?
De leden van de VVD-fractie vinden het een goede zaak dat is afgesproken dat kan worden
afgeweken van de generieke afspraak van het ov dat dit alleen voor noodzakelijke reizen
is (mits dat niet ten koste gaat van vervoer van de mensen waarvoor het ov toegankelijk
moet blijven), omdat er voor de Waddeneilanden geen ander alternatief qua bereikbaarheid
is en de economie van de Waddeneilanden afhankelijk is van toeristen en recreanten.
De coronacrisis en de beperkte capaciteit van de Waddenveren zorgen voor grote klappen
voor de economie, de ondernemers en bewoners van de Waddeneilanden. Wat zijn de specifieke
economische en maatschappelijke gevolgen voor de Waddeneilanden? Deze leden willen
weten welk overleg er specifiek vanuit het kabinet met de Waddeneilanden en Waddenprovincies
plaatsvindt over de economische en maatschappelijke gevolgen vanwege de coronacrisis?
Wat is daar uitgekomen en wat is er nodig? Zo nee, waarom heeft dat overleg niet plaats
gevonden? Is de Staatssecretaris alsnog bereid om met de meest betrokken bewindspersonen
in overleg te gaan met de betrokken gemeenten en provincies? Want heel veel zaken
hangen met elkaar samen en vormt een keten op een eiland met een mono-economie, ook
qua maatschappelijke voorzieningen. Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie vernemen vanuit de media dat gesproken wordt over een
vergoeding aan de bedrijven in het ov vanwege de coronacrisis in de vorm van een «beschikbaarheidsvergoeding».
Dit omdat het ov vanaf 1 juni a.s. in principe weer volgens de normale dienstregeling
«rijden», maar dat slechts 40% van de capaciteit wordt toegelaten. Wanneer kan hierover
meer duidelijkheid worden gegeven? En in hoeverre en hoe worden de Waddenveren (de
Friese Waddenveren én de Teso) daarin meegenomen?
Inbreng van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of de tijdelijke lening
van respectievelijk drie en één miljoen euro aan TSM en WPD voldoende is om de toegankelijkheid
tot de eilanden te borgen, of alle partijen die hieraan bijdragen nu voldoende zijn
ondersteund, en of er door deze partijen nog andere knellende problemen zijn aangekaart.
Inbreng van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie vinden het van groot belang dat maatwerk wordt geleverd
om de gevolgen van de crisis voor de maatschappij voor zoveel mogelijk mensen te verzachten.
Deze leden staan dan ook achter de keuze van het kabinet om een lening te verstrekken
aan de TSM en WPD. Deze veerdiensten zijn essentieel voor het bereikbaar houden van
de Waddeneilanden. Deze leden steunen de inzet van de Staatssecretaris om deze functie
niet in het gedrang te laten komen door de onvoorziene financiële gevolgen van de
coronacrisis dan ook van harte, maar hebben naar aanleiding hiervan nog wel enkele
vragen.
De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat de verstrekte leningen nog dit jaar
zullen worden afgelost. De beperkende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus
tegen te gaan hebben onder andere tot gevolg dat minder reizigers van de veerdiensten
gebruikmaken. Bovendien moeten passagiers aan boord van de schepen de anderhalve meter
afstand in acht nemen, waardoor minder passagiers per overtocht van de veerboten gebruik
kunnen maken. De ze leden vragen de Staatssecretaris daarom of zij het reëel acht
dat dit jaar de lening terugbetaald kan worden. Bovendien vragen deze leden of en
welke gevolgen eraan verbonden zijn als deze terugbetalingstermijn te ambitieus blijkt.
Is de Staatssecretaris bereid om hierover een soepele betalingsregeling met de rederijen
af te spreken?
De leden van de D66-fractie vragen tot slot of de Staatssecretaris zicht heeft of
op meer plaatsen in Nederland waar de exploitatie van essentiële ov-verbindingen als
gevolg van de coronacrisis in zo’n hoge mate onder druk is komen te staan dat het
verstrekken van noodkredieten noodzakelijk is. Als dat het geval is, is de Staatssecretaris
dan bereid om ook voor deze verbindingen onder vergelijkbare condities een noodkrediet
te verstrekken?
Inbreng van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie kunnen zich goed voorstellen dat vervoerders, waaronder
de Waddenveren, in acute financiële problemen komen door de coronacrisis. Omdat hun
diensten vaak onmisbaar zijn, is overheidssteun wat deze leden betreft noodzakelijk
en gerechtvaardigd.
De leden van de GroenLinks-fractie kunnen zich vinden in het voorstel. Deze leden
zouden wel graag op korte termijn een overzicht willen ontvangen van de stand van
zaken bij de ov-bedrijven. Hoe staan zij er nu voor, wat zijn hun vooruitzichten en
hoe dragen het Rijk en provincies bij aan het in stand houden van de dienstverlening?
Inbreng van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de TSM en WPD een lening ontvangen. Deze
leden horen graag wat de reden is dat enkel deze Waddenveren een lening hebben ontvangen.
Deze leden horen verder of, en zo ja, er aanvullende voorwaarden aan deze lening zijn
gesteld. Deze leden vragen de Staatssecretaris naar de financiële positie van de Teso?
Kan ook Teso, indien zij dit wenst, gebruik maken van steun vanuit het kabinet?
De leden van de PvdA-fractie zien verder dat de Wadden economisch, vanwege het wegblijven
van toeristen, hard worden getroffen door de coronacrisis. De ze leden vragen de Staatssecretaris
of zij, zoals de provincies Noord-Holland en Friesland hebben voorgesteld, bereid
is een noodfonds Wadden in te stellen.
II Reactie van de bewindspersoon
Reactie op inbreng van de VVD-fractie
Waarop is het gebaseerd dat het realistisch is dat de beide rederijen de lening al
in 2020 af zouden kunnen lossen?
Zoals ik in mijn brieven van 23 april 20201 en 14 mei 20202 heb aangegeven, ben ik in gesprek met vervoersbedrijven en decentrale overheden over
de impact van de coronacrisis. In dat kader werk ik samen met het Ministerie van Financiën
aan een beschikbaarheidsvergoeding die met de OV-partijen wordt besproken. Op afzienbare
termijn verwacht ik uw Kamer over de uitkomsten te kunnen informeren. Indien de beschikbaarheidsvergoeding
onvoldoende zou zijn om de leningen in 2020 terug te betalen, zal ik daarover met
de rederijen in gesprek gaan om daarvoor een oplossing te vinden.
In hoeverre zijn er voorwaarden verbonden aan de leningen als het gaat om de dienstregeling
en capaciteit? In hoeverre is dit overwogen?
Het geleende bedrag is bestemd voor het beperken van de gevolgen van de COVID-19 crisis
ten behoeve van instandhouding van de cruciale verbindingen tussen het vasteland en
de Friese Waddeneilanden. In de leningen zijn geen specifieke voorwaarden opgenomen
ten aanzien van de dienstregeling en capaciteit. Ik heb de leningen verstrekt om te
zorgen dat de Waddenveren konden blijven varen en de Waddeneilanden bereikbaar konden
blijven toen de reizigersaantallen fors afnamen.
De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat de Friese Waddenveren in het kader
van de afspraken over het opschalen van het ov per 1 juni aanstaande is gevraagd met
een optimale inzet van personeel en materieel een zo maximaal mogelijke dienstregeling
te varen. Waarom wordt er alleen gesproken over de Friese Waddenveren en niet over
Noord-Holland (Texel)? Hoe zit het met de Waddenveer naar Texel (Teso)? Wat zijn daarvoor
de afspraken?
Ik ben concessieverlener van de concessies voor de Friese Waddenveren (Oost en West).
En in dat kader heb ik met de betreffende rederijen afspraken gemaakt over het opschalen
van de dienstregeling die zij per 1 juni 2020 zullen varen. Er is geen concessierelatie
tussen Teso en het Rijk of decentrale overheden. Ik kan met Teso geen specifieke afspraken
maken over hun dienstregeling. Uiteraard sta ik waar nodig wel in contact met Teso,
omdat het van belang is dat bereikbaarheid van alle Waddeneilanden geborgd is. Ik
heb vernomen dat Teso per vrijdag 15 mei 2020 de uursdienstregeling weer uitvoert.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de capaciteit van het ov straks slechts
40% is. In hoeverre geldt dit ook voor alle Waddenveren? En wat betekent een zo maximaal
mogelijke dienstregeling? Welke capaciteit is straks gedurende het zomerseizoen beschikbaar?
En welke harde afspraken zijn daarover gemaakt met de rederijen, bijvoorbeeld door
het inzetten van meer afvaarten en extra veerboten om de capaciteit te vergroten?
Ook de Waddenveren hebben te maken met een beperkte beschikbare capaciteit. De beschikbare
capaciteit per afvaart wordt ingeschat op rond de 40%, waarbij er wel verschillen
zijn per schip en per locatie. De zo maximaal mogelijke dienstregeling bij de Waddenveren
is onder andere gebaseerd op de capaciteit in de terminals (die mede bepalend is voor
de benodigde tijd voor het aan en van boord gaan van passagiers), een optimale inzet
van personeel, beschikbare schepen en de mogelijkheid om veilig in de auto te blijven
zitten. Het is hierbij wel van belang dat er sprake is en blijft van een goede beheersing
van de toeristenstroom, zodat de Waddenveren de toeristen conform de geldende COVID19
regels kunnen vervoeren. De lokale overheden en veiligheidsregio’s vervullen daarin
een belangrijke rol.
De Friese Waddenveren is gevraagd om zich zoveel mogelijk te houden aan het ov-protocol.
Geldt dit ook voor Teso/Texel? Wat betekent het «zoveel mogelijk houden aan» precies?
Het door mij aan uw Kamer toegestuurde Protocol verantwoord blijven reizen in het
Openbaar Vervoer (hierna OV Protocol) geldt ook voor vervoer over water met een publiek
belang, zoals Waddenveren – waaronder Teso – en veerponten, tenzij er gegronde redenen
zijn om hier van af te wijken. In het OV Protocol zijn de gezamenlijke principes,
richtlijnen en gewenste maatregelen beschreven. Het OV is een sector met veel regionale
verschillen. Het protocol dient per organisatie concreet te worden doorvertaald in
de werkprocessen. Daarbij streven de betrokkenen ernaar zoveel als mogelijk te voldoen
aan het protocol, maar een veer is natuurlijk anders dan een bus. Het is dus steeds
een balans zoeken tussen uniformiteit en maatwerk.
Hoe wordt de horecavoorziening op de veerdiensten gezien? Is dit een vorm van «afhalen»
en dus mogelijk mits dit verantwoord kan worden geregeld? Wat zijn de afspraken hieromtrent,
of heeft de betrokken Veiligheidsregio ruimte om daar invulling aan te geven?
Vanaf 1 juni geldt de verplichting voor iedereen van 13 jaar en ouder om in het OV
een mondkapje te dragen. Deze verplichting geldt ook voor de Waddenveren. U kunt zich
voorstellen dat dit beperkingen met zich meebrengt voor het nuttigen van consumpties
op deze veerdiensten. Er zijn geen concrete afspraken gemaakt over de mogelijkheid
tot «afhalen» en na afloop van de overtocht nuttigen van consumpties. De rederijen
van de Friese Waddenveren hebben mij laten weten dat ze hierover in gesprek zijn met
de veiligheidsregio.
Wat zijn de specifieke economische en maatschappelijke gevolgen voor de Waddeneilanden?
Deze leden willen weten welk overleg er specifiek vanuit het kabinet met de Waddeneilanden
en Waddenprovincies plaatsvindt over de economische en maatschappelijke gevolgen vanwege
de coronacrisis? Wat is daar uitgekomen en wat is er nodig? Zo nee, waarom heeft dat
overleg niet plaats gevonden? Is de Staatssecretaris alsnog bereid om met de meest
betrokken bewindspersonen in overleg te gaan met de betrokken gemeenten en provincies?
Zo nee, waarom niet?
Over een noodfonds voor de Wadden zijn eveneens Kamervragen gesteld (2020Z07991) door het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat
(EZK). Het kabinet heeft inmiddels een tweede steunpakket voor banen en economie aangekondigd,
waar ook ondernemers in de gastvrijheidssector – die de economie in het Waddengebied
en ook andere regio’s in Nederland typeert – een beroep op kunnen doen. De Staatssecretaris
van EZK heeft inmiddels gesproken met de vertegenwoordigers van de Waddengemeenten
en in dit gesprek is het noodpakket 2.0 toegelicht. Zoals bij uw Kamer bekend is een
noodfonds specifiek voor de Wadden daar geen onderdeel van. Wel wordt er in overleg
met der gastvrijheidssector gewerkt aan een gezamenlijke «taskforce gastvrijheidseconomie».
Deze taskforce richt zich op zowel de korte termijn, dus de huidige fase van coronacrisis
en de opstartfase, als op de langere termijn van het structureel herstel van de markt
voor deze sectoren. De problematiek van de regio’s die in belangrijke mate afhankelijk
zijn van deze sector, zoals de Wadden, Zeeuws-Vlaanderen of Zuid-Limburg, kan onderdeel
zijn van de scope van deze taskforce. Met in ieder geval de vertegenwoordigers van
de vijf Waddengemeenten is het kabinet hier momenteel over in gesprek en met hen bekijkt
het kabinet welke kansen dit kan bieden voor de Wadden.
De leden van de VVD-fractie vernemen vanuit de media dat gesproken wordt over een
vergoeding aan de bedrijven in het ov vanwege de coronacrisis in de vorm van een «beschikbaarheidsvergoeding».
Dit omdat het ov vanaf 1 juni a.s. in principe weer volgens de normale dienstregeling
«rijden», maar dat slechts 40% van de capaciteit wordt toegelaten. Wanneer kan hierover
meer duidelijkheid worden gegeven? En in hoeverre en hoe worden de Waddenveren (de
Friese Waddenveren én de Teso) daarin meegenomen?
Ik ben samen met de Minister van Financiën bezig met de uitwerking. Hierover zijn
we in gesprek met de OV-partijen, inclusief de Friese Waddenveren. Op afzienbare termijn
verwacht ik uw Kamer over de uitkomsten te kunnen informeren.
Reactie op inbreng van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of de tijdelijke lening
van respectievelijk drie en één miljoen euro aan TSM en WPD voldoende is om de toegankelijkheid
tot de eilanden te borgen, of alle partijen die hieraan bijdragen nu voldoende zijn
ondersteund, en of er door deze partijen nog andere knellende problemen zijn aangekaart.
Vanwege de liquiditeitsproblemen heb ik besloten om aan TSM en WPD tijdelijk een lening
van respectievelijk 3 en 1 miljoen Euro te verstrekken om te voorkomen dat de Waddenveren
op korte termijn stoppen met varen. Dit is echter nog niet voldoende. De maximale
capaciteit op de schepen is door de coronamaatregelen beperkt, terwijl ik de rederijen
heb verzocht een zo maximaal mogelijke dienstregeling te varen. In dat kader werk
ik samen met het Ministerie van Financiën aan een beschikbaarheidsvergoeding die met
onder andere de Friese Waddenveren wordt besproken.
Reactie op inbreng van de D66-fractie
Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom of zij het reëel acht dat dit jaar de
lening terugbetaald kan worden.
Zie mijn reactie op de eerste vraag van de VVD-fractie.
Bovendien vragen deze leden of en welke gevolgen eraan verbonden zijn als deze terugbetalingstermijn
te ambitieus blijkt. Is de Staatssecretaris bereid om hierover een soepele betalingsregeling
met de rederijen af te spreken?
Op dit moment werk ik samen met het Ministerie van Financiën aan een beschikbaarheidsvergoeding
die met de OV-partijen, waaronder de Friese Waddenveren, wordt besproken. Indien de
beschikbaarheidsvergoeding onvoldoende zou zijn om de leningen in 2020 terug te betalen,
zal ik daarover met de rederijen in gesprek gaan om daarvoor een oplossing te vinden.
De leden van de D66-fractie vragen tot slot of de Staatssecretaris zicht heeft of
op meer plaatsen in Nederland waar de exploitatie van essentiële ov-verbindingen als
gevolg van de coronacrisis in zo’n hoge mate onder druk is komen te staan dat het
verstrekken van noodkredieten noodzakelijk is. Als dat het geval is, is de Staatssecretaris
dan bereid om ook voor deze verbindingen onder vergelijkbare condities een noodkrediet
te verstrekken?
In de brief van 6 mei 20203 heeft het kabinet aangekondigd dat er voor OV-bedrijven een specifieke vergoeding
komt. Ik heb de OV-sector verzocht per 1 juni in Nederland met de optimale inzet van
personeel en materieel te streven naar een maximale capaciteit, terwijl de reizigersaantallen
beperkt zijn. Naleving en handhaving van de te treffen maatregelen leiden daarnaast
tot extra kosten. Bovendien zal het naar verwachting nog een tijd duren voordat alles
weer normaal is. Zoals reeds genoemd ben ik samen met de Minister van Financiën bezig
met de uitwerking van een (beschikbaarheids)vergoeding en zijn we hierover in gesprek
met de OV-partijen. Over de uitkomsten verwacht ik uw Kamer op afzienbare termijn
te kunnen informeren.
Reactie op inbreng van de GroenLinks-fractie
Deze leden zouden wel graag op korte termijn een overzicht willen ontvangen van de
stand van zaken bij de ov-bedrijven. Hoe staan zij er nu voor, wat zijn hun vooruitzichten
en hoe dragen het Rijk en provincies bij aan het in stand houden van de dienstverlening?
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord hiervoor op de
laatste vraag van de D66-fractie.
Reactie op inbreng van de PvdA-fractie
Deze leden horen graag wat de reden is dat enkel deze Waddenveren een lening hebben
ontvangen.
De Friese Waddenveren hebben bij mij als concessieverlener onderbouwd aangegeven dat
ze liquiditeitsproblemen hadden en daarom heb ik als concessieverlener besloten hen
een lening te verstrekken.
Deze leden horen verder of, en zo ja, er aanvullende voorwaarden aan deze lening zijn
gesteld.
Naast de gebruikelijke standaardvoorwaarden is tevens de verplichting opgenomen dat
de rederijen in 2020 geen winst uitkeren in de vorm van dividend of welke andere vorm
dan ook.
Deze leden vragen de Staatssecretaris naar de financiële positie van de Teso? Kan
ook Teso, indien zij dit wenst, gebruik maken van steun vanuit het kabinet?
Ik heb geen inzicht in de financiële positie van de Teso, omdat er geen concessierelatie
bestaat met het Rijk of met decentrale overheden. Wel houd ik de continuïteit van
de bereikbaarheid van Texel nauw in het oog. Teso kan, net als andere ondernemers
in Nederland, gebruik maken van de financiële steunmaatregelen van het kabinet, mits
Teso aan de voorwaarden van die maatregelen voldoet.
Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij, zoals de provincies Noord-Holland en
Friesland hebben voorgesteld, bereid is een noodfonds Wadden in te stellen.
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar het antwoord op de voorlaatste
vraag van de VVD-fractie.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
J. Rijkers, adjunct-griffier