Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 406 Voorstel van wet van de leden Wilders en Emiel van Dijk tot wijziging van de Vreemdelingenwet in verband met afschaffing van de dwangsomregeling bij asielaanvragen (Noodwet afschaffing dwangsomregeling ter voorkoming van misbruik door asielzoekers)
Nr. 7 VERSLAG
Vastgesteld 20 mei 2020
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het
voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen
zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet
genoegzaam voorbereid.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel
van de leden Wilders en Emiel van Dijk tot wijziging van de Vreemdelingenwet in verband
met afschaffing van de dwangsomregeling bij asielaanvragen (Noodwet afschaffing dwangsomregeling
ter voorkoming van misbruik door asielzoekers) (hierna: het wetsvoorstel). Deze leden
zijn het met de initiatiefnemers eens dat een dwangsomregeling voor asielzoekers niet
passend is. Asielzoekers maken gebruik van de gastvrijheid van Nederland in afwachting
van een eventuele verblijfsvergunning. Het is daarbij voor alle betrokken partijen
en iedereen in Nederland van groot belang dat de asielprocedure snel verloopt en daarmee
duidelijkheid wordt verschaft of iemand mag blijven of niet. Daarbij is het wat hen
betreft niet nodig in dit geval een financiële prikkel in te bouwen om overheidsdiensten
te stimuleren deze duidelijkheid sneller te verschaffen. Uitsluitsel over het recht
op verblijf is in ieders belang. De bovengenoemde leden hebben zich daarom vanaf het
allereerste begin ingezet om de wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen niet
toe te passen bij het niet tijdig geven van een beschikking in asielprocedures. Zij
zijn dan ook blij dat de initiatiefnemers, net als het kabinet, nu van mening zijn
dat dwangsommen moeten worden afgeschaft bij asielprocedures. Wel hebben de leden
van de VVD-fractie nog enkele vragen.
Zij zijn benieuwd of de initiatiefnemers het achteraf betreuren dat zij geen steun
gaven aan de motie-Van der Staaij c.s. (Kamerstuk 35 300 VI, nr. 74), om mogelijkheden in kaart te brengen om de dwangsommen voor asielzoekers te beperken;
waaronder de mogelijkheid deze af te schaffen. Kunnen de initiatiefnemers aangeven
of zij het net als deze leden een gemiste kans vinden dat deze motie toen, mede door
de tegenstem van de initiatiefnemers, niet is aangenomen waardoor het kabinet al eerder
tot een onderzoek naar de rationalisering van de dwangsommen had kunnen overgaan?
Graag ontvangen zij een toelichting hierop.
De leden van de VVD-fractie lezen in het advies van de afdeling Advisering van de
Raad van State (hierna: de Afdeling) dat deze kritisch is op de verwijstitel van deze
wet, aangezien deze uitsluitend lijkt te zien op misbruik door asielzoekers. Hoewel
deze leden het met de initiatiefnemers eens zijn dat misbruik van dwangsommen door
asielzoekers niet mogelijk moet zijn, zien zij ook andere redenen voor het groot aantal
dwangsommen, zoals een, hoewel fors gedaald sinds de Turkijedeal, wisselende instroom
van asielzoekers. Kan worden aangegeven of misbruik de enige reden is voor indiening
van dit wetsvoorstel? Kan daarbij ook nadrukkelijk worden ingegaan op het doel van
de dwangsom in relatie tot het ermee te bereiken effect? En kan, in het geval dat
de initiatiefnemers ook meerdere redenen zien, worden toegelicht waarom toch gekozen
is voor deze citeertitel die het brede pallet aan oorzaken voor dit probleem lijkt
te miskennen door enkel het misbruik te benoemen?
Deze leden lezen verder dat het initiële wetsvoorstel alleen het stoppen van dwangsommen
bij ingebrekestelling regelde en zij zijn positief over het feit dat de initiatiefnemers
dit nu, na kritiek van de Afdeling, ook willen stoppen bij gegrond beroep bij niet
tijdig beslissen. De leden van de VVD-fractie zijn wel benieuwd of de initiatiefnemers
met het initiële wetsvoorstel bewust alleen de dwangsommen bij ingebrekestelling wilde
beperken, om zo asielzoekers de mogelijkheid te blijven bieden toch de rechter te
laten oordelen over het in gebreke zijn van het bestuursorgaan en daarmee de dwangsom
op dat vlak in stand te willen houden. Graag ontvangen zij een toelichting bij deze
keuze en de gedachte erachter.
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie welke alternatieven de initiatiefnemers
zien en hebben overwogen teneinde de dwangsomproblematiek bij asielzaken definitief
te beëindigen. Zo lezen deze leden dat de regering een tweetrapsraket met een (spoed)wet
en een structureel wetsvoorstel nodig acht. Hoewel deze wetsvoorstellen voor deze
leden nog onbekend zijn vragen zij of de omvangrijkere procedure die de regering optuigt
niet impliceert dat het voorstel van de initiatiefnemers, hoe sympathiek ook, wellicht
onvolledig is om alle facetten die komen kijken bij de dwangsomproblematiek op te
lossen. De aan het woord zijnde leden zijn dan ook benieuwd of de initiatiefnemers
contact hebben gehad met de regering over de oplosrichtingen en of zij overwegen of
overwogen hebben het eigen initiatief te staken nu de regering met haar brede juridische
deskundigheid aan een wetsvoorstel werkt, wat de aan het woord zijnde leden na indiening
gezamenlijk als Kamer kritisch kunnen beoordelen en indien nodig verbeterd zouden
kunnen steunen.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie of de initiatiefnemers het belang erkennen
van een goed functionerende Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) die kan inspelen
op een wisselende instroom van asielzoekers met voldoende capaciteit om snel te kunnen
beslissen, zodat asielzoekers die geen recht hebben om hier te blijven ook snel weten
waar ze aan toe zijn en aan hun terugkeer kunnen beginnen? Zo ja, steunen de initiatiefnemers
dan ook de extra investering die de regering heeft gedaan in de IND om de behandeltermijnen
te kunnen inkorten en daarmee uiteindelijk het onderliggende probleem van de dwangsommen
fundamenteel op te lossen: namelijk het niet tijdig beslissen van de IND? Zo nee,
welke oplossing zien zij dan binnen onze huidige internationaal rechterlijke context
voor het niet tijdig beslissen door de IND?
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van bovengenoemd initiatiefwetsvoorstel.
Hoewel deze leden het beoogde doel van dit wetsvoorstel ondersteunen, hebben zij nog
enkele vragen aan de initiatiefnemers. Deze leden lezen dat de Afdeling stelt dat
de noodzaak tot het definitief afschaffen van de dwangsomregeling voor asielverzoeken
niet beargumenteerd wordt. Deze leden vinden de initiatiefnemers in hun beantwoording
wel erg makkelijk over deze kritiek heenstappen, het advies van de Afdeling wordt
simpelweg niet overgenomen. Deze leden vragen de initiatiefnemers te beargumenteren
waarom een tijdelijke afschaffing van de regeling niet volstaat, totdat de problematiek
bij de IND, die leidt tot de achterstanden, is opgelost?
De leden van de CDA-fractie lezen voorts dat de initiatiefnemers stellen dat asielzoekers,
samen met hun advocaten, doelbewust hun aanvraag saboteren teneinde in aanmerking
te komen voor de dwangsomregeling. Deze leden vragen de initiatiefnemers of de achterstanden
bij de IND niet veel meer voortkomen uit eerder genomen beleidsmatige en financiële
keuzes door de regering? Kunnen de initiatiefnemers hun stelling dat asielzoekers
moedwillig misbruik maken van deze regeling onderbouwen? Laat in dit verband gezegd
zijn dat de aan het woord zijnde leden hier zwaar aan tillen. Een wetsvoorstel moet
altijd worden beoordeeld naar de inhoud maar ook naar de intentie. Met de titel en
de motivering laten de initiatiefnemers de indruk bestaan dat het louter de schuld
van asielzoekers is dat de dwangsommen worden uitgekeerd. De initiatiefnemers verwijderen
met het voorgestelde initiatiefwetsvoorstel een bouwsteen uit het stelsel. Hiermee
kan een onevenwichtigheid ontstaan. Zijn de initiatiefnemers het hiermee eens en welke
maatregel zouden zij wellicht genomen willen zien om het mogelijk verstoorde evenwicht
te herstellen?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van bovengenoemd initiatiefwetsvoorstel.
Deze leden vinden het van groot belang dat asielzaken spoedig in behandeling genomen
worden. Het is belangrijk voor mensen die daadwerkelijk in asielnood verkeren, zodat
zij hun leven weer snel op kunnen bouwen. Maar ook mensen zonder asielnood hebben
recht op een snelle beslissing.
Voor het draagvlak van ons asielsysteem is snel duidelijkheid van groot belang. Zo
lang er geen duidelijkheid is, moeten asielzoekers worden opgevangen, terwijl hun
deelname aan de maatschappij beperkt is. Dit brengt hoge kosten met zich mee die met
een snelle procedure bespaard hadden kunnen worden. De leden van de SP-fractie betreuren
het dan ook dat de wachttijden bij de IND zo enorm zijn opgelopen als gevolg van de
bezuinigingen op de IND.
De leden van de SP-fractie hebben de volgende vragen aan de initiatiefnemers. Delen
zij de mening dat het zeer onwenselijk is als het maanden duurt voordat een asielverzoek
in behandeling wordt genomen? Erkennen de initiatiefnemers dat niemand gebaat is bij
lange wachttijden en hoge dwangsommen? Zo nee, welke bewijzen hebben de initiatiefnemers
dat bewust wordt aangekoerst op een dwangsom in plaats van een snelle beslissing?
Delen zij de mening dat de enorme wachttijden voorkomen hadden kunnen worden als er
niet zo drastisch was bezuinigd op de IND? Erkennen de initiatiefnemers dat er meerdere
manieren zijn om de uit de hand gelopen dwangsommen aan te pakken, bijvoorbeeld door
meer te investeren in de IND? Welke alternatieven hebben de initiatiefnemers overwogen
en op basis waarvan zijn deze alternatieven komen te vervallen? Hoe zijn zij tot de
overtuiging gekomen dat het voorliggende wetsvoorstel de beste oplossing is? Zien
de initiatiefnemers naast voordelen ook nadelen kleven aan dit wetsvoorstel? Zo ja,
welke?
Erkennen de initiatiefnemers in zijn algemeenheid dat een dwangsomregeling nuttig
kan zijn als het instanties ertoe brengt tijdig tot een beslissing te komen of zijn
de initiatiefnemers principieel tegen elke dwangsomregeling? Delen de initiatiefnemers
de mening dat zodra de IND de zaken weer op orde heeft, een dwangsomregeling een stok
achter de deur kan zijn om het onnodig uitstellen van beslissingen te voorkomen? Zo
nee, waarom niet?
Op welke wijze gaan de initiatiefnemers de IND ertoe brengen de beslissingen tijdig
te nemen? Waarom hebben de initiatiefnemers er niet voor gekozen om de dwangsomregeling
op te schorten, zoals de Afdeling adviseert?
Waarom trekken de initiatiefnemers hun initiatiefwetsvoorstel niet in, aangezien de
regering zelf met een wetsvoorstel komt? Waarom dubbel werk doen?
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
P.F.L.M. Tielens-Tripels, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.