Motie : Motie van het lid Van Dam c.s. over de detentiecapaciteit als voorwaarde voor financiële steun
35 443 Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten)
Nr. 4
MOTIE VAN HET LID VAN DAM C.S.
Voorgesteld 20 mei 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat – getuige de herhaalde rapportages van de voortgangscommissie en
de Raad voor de rechtshandhaving – de kwaliteit en de capaciteit van de gevangenis
op Sint-Maarten ver onder de gangbare humanitaire en mensenrechtelijke normen ligt;
constaterende dat de Staatssecretaris bij brief van 5 april 2019 (voor de jaren 2019
en 2020) als voorwaarde voor liquiditeitssteun aan het land Sint-Maarten eisen heeft
gesteld ten aanzien van de detentiecapaciteit;
overwegende dat niet is in te zien waarom andere, reeds eerder geformuleerde voorwaarden
voor liquiditeitssteun nu wél als voorwaarde worden gehandhaafd en de eerder geformuleerde
voorwaarde ten aanzien van detentiecapaciteit nu niet;
verzoekt de regering, bij enig volgend liquiditeitsverzoek van het land Sint-Maarten
de detentiecapaciteit als voorwaarde te betrekken bij het verstrekken van volgende
financiële steun,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Dam
Bosman
Van Raak
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.A.G.M. van Raak, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A. Bosman, Tweede Kamerlid