Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over Europese aanbesteding van medische apparatuur en hulpmiddelen
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport over Europese aanbesteding van medische apparatuur en hulpmiddelen (ingezonden 22 april 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 20 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Mondkapjes en gezichtsmaskers in aantocht via EU-aanbesteding»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 4, 5 en 6
Op welke beschermingsmiddelen en voor welke aantallen heeft Nederland zich ingeschreven,
welke aantallen zijn of worden van elk van deze beschermingsmiddelen geleverd?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de gezamenlijke aanbesteding? Worden
de producten op korte termijn geleverd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Kunt u toelichten welke aanbestedingen Nederland heeft geplaatst in het kader van
deze gezamenlijke aanbesteding? Kunt u een toelichting geven over het type beschermingsmiddelen,
hulpmiddelen en uitrusting en de bedragen?
Welk deel van de Nederlandse inkoop is afkomstig van de gezamenlijke aanbesteding
met andere EU-lidstaten?
Antwoord 2, 4, 5 en 6
Nog steeds is sprake van mondiale schaarste op het gebied van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Daarom is de Europese Commissie (EC) een gezamenlijke aanbestedingsprocedure voor
o.a. beschermingsmiddelen gestart.
Op dit moment lopen vier Joint Procurements (Europese aanbestedingen): twee procedures
voor persoonlijke beschermingsmiddelen, één voor beademingsapparatuur en één voor
laboratoriumapparatuur en materiaal. Nederland heeft zich voor alle procedures ingeschreven.
Voor drie van de vier aanbestedingen zijn inmiddels raamwerkovereenkomsten getekend
door de EC met bedrijven. Lidstaten die zich hadden ingeschreven voor de aanbestedingen
kunnen daarmee handschoenen, beschermende kleding, oog- en mondbescherming (zoals
mondmaskers) en beademingsapparatuur gaan bestellen bij de fabrikanten.
De inzet van de lidstaten op de verschillende aanbestedingsprocedures is vertrouwelijk.
Een té hoge inzet per lidstaat op een aanbestedingsprocedure, kan de kansen op een
succesvolle aanbesteding aanzienlijk verkleinen. De eerste aanbestedingsronde voor
persoonlijke beschermingsmateriaal (brillen en mondmaskers) was bijvoorbeeld niet
succesvol (want geen enkel bedrijf had zich ingeschreven). Nederland ziet deze Joint
Procurements als aanvullend op de nationale inspanningen om beschermingsmiddelen voor
de Nederlandse zorg te krijgen en niet als vervangend. Op nationaal niveau zijn via
het Landelijk Consortium Hulpmiddelen grote volumes persoonlijke beschermingsmiddelen
ingekocht.
Het feit dat een lidstaat zich met een bepaalde inzet heeft ingeschreven voor een
aanbestedingsprocedure, betekent overigens niet dat een lidstaat de inzet ook volledig
kan bestellen of daadwerkelijk geleverd krijgt. Bij de Europese aanbestedingsprocedures
loopt de EC tegen vergelijkbare problematiek aan als de individuele lidstaten die
persoonlijke beschermingsmiddelen en andere hulpmiddelen proberen in te kopen. Voorbeelden
hiervan zijn de schaarste van de middelen, lange levertijden en de noodzaak tot aanvullende
controle op kwaliteit van beschermingsmiddelen die niet uit Europa komen.
Op dit moment wordt vanuit Nederland geïnventariseerd welke producten uit de geslaagde
Europese aanbestedingsprocedures wél besteld en geleverd kunnen worden. Uit de inventarisatie
blijkt dat helaas geen enkel product op korte termijn geleverd kan worden. Bij de
beademingsapparatuur heeft het bedrijf, die de Europese aanbestedingsprocedure heeft
gewonnen, bijvoorbeeld aangegeven dat de levertijd tot 52 weken kan oplopen. Handschoenen
kunnen – vanwege de toegenomen mondiale vraag – de komende maanden helemaal niet meer
besteld worden bij het betreffende bedrijf. Ook een eerste (deel)levering van mogelijk
te bestellen mondmaskers kan niet voor juni plaatsvinden. Tot nu toe heeft Nederland
dus nog geen producten besteld of geleverd gekregen vanuit de verschillende Europese
aanbestedingsprocedures.
Vraag 3
Wanneer is deze Europese aanbesteding van start gegaan? Sinds wanneer heeft Nederland
zich aangesloten bij dit EU-initiatief?
Antwoord 3
De inschrijving van de eerste Europese aanbesteding voor persoonlijk beschermingsmateriaal
is op 28 februari 2020 geopend. Nederland heeft zich daarvoor ingeschreven.
Vraag 7
Participeert Nederland in de aanleg van de zogeheten rescEU-voorraad, waartoe op 19 maart
2020 door de Europese Commissie is besloten? Zo ja, op welke manier draagt Nederland
daaraan bij? Om welke producten en over welke bedragen gaat het? Zo ja, wat is de
stand van zaken met betrekking tot deze bijdragen?
Antwoord 7
Sinds het besluit van 20 maart jl. kunnen lidstaten zich bij de EC aanmelden om voorraden
van bijvoorbeeld beschermend materiaal en voorraad voor laboratoria te (laten) ontwikkelen
op hun grondgebied en deze te beheren voor de EC. Dit betreft het zogenaamde rescEU
stockpiling. Op dit moment zouden 14 lidstaten zich bij de Commissie hebben aangemeld.
Ook Nederland overweegt dit. De kosten worden geheel gefinancierd uit het budget voor
het Union Civil Protection Mechanism (UCPM). Onder rescEU medical stockpiling vallen:
persoonlijke beschermingsmiddelen, laboratorium en intensive care middelen, ontwikkelen
van vaccins en andere therapeutics. Daarnaast behoren het per vliegtuig verplaatsen
van ernstige besmette patiënten en het beschikbaar hebben van specialistische medische
teams onder rescEU medische response-capaciteiten.
De EC heeft voor het UCPM 300 miljoen euro uit de Europese begroting voor 2020 beschikbaar
gesteld voor de aanschaf van bijvoorbeeld beschermend materiaal en voorraad voor laboratoria
in relatie tot de Covid-19 crisis. Gezien de grote druk op de markt van medische producten
is het de verwachting dat dit initiatief pas op de middellange termijn effect zou
kunnen hebben. De verdeling van producten vindt plaats door middel van een weging
vanuit de Commissie welke lidstaten de producten op enig moment het meest nodig hebben.
De EC heeft recent een methodologisch model daartoe ontwikkeld. Dit model zal de EC
ondersteunen bij de besluitvorming over de hulpverzoeken: op basis van verzamelde
data over onder andere aantal besmette personen en ziekenhuisopnamen zal bepaald worden
wie wat nodig heeft. De lidstaten die als gastheer fungeren van de voorraden kunnen
niet meer aanspraak maken op de producten dan andere lidstaten.
Vraag 8
Draagt Nederland bij aan andere initiatieven die voortkomen uit het civiele-beschermingssysteem
van de EU? Zo ja, wat draagt Nederland hieraan bij?
Antwoord 8
Het Europese civiele beschermingsmechanisme bestaat uit preventie, preparedness en
response-activiteiten. Nederland draagt via deelname aan verschillende werkgroepen
bij aan het onder meer uitwisselen van kennis over het vergroten van de nationale
weerbaarheid van lidstaten en het maken van afspraken over de kwaliteit, gezamenlijk
trainen en het gereed hebben van de response-capaciteiten. Naast rescEU kent het mechanisme
ook de civil protection pool (CPP). Nederland heeft de volgende nationale capaciteiten
in CPP ter beschikking gesteld: Urban Search and RescEU Team (USAR), Technische ondersteuningsteam
(TAST), Extreem hoge capaciteiten waterpompen, Mobiel laboratorium incl. team welke
ingezet wordt t.b.v. milieurampen (Environmental Assessment Unit), Maritime Incident
Response Group (MIRG).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.