Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Diertens en Westerveld over de gevolgen van de coronacrisis voor de sportsector
Vragen van de leden Diertens (D66) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Medische Zorg over de gevolgen van de coronacrisis voor de sportsector (ingezonden 28 april 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 20 mei 2020).
Vraag 1
Zijn er bij u sportverenigingen bekend die mensen in loondienst hebben maar niet (in)direct
gebruik kunnen maken van de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)?
Antwoord 1
Ja, er zijn mij gevallen bekend van sportverenigingen die via een payroll-constructie
mensen in dienst hebben. De payroll-organisatie kan in die gevallen onder voorwaarden
een beroep doen op de NOW. In antwoord op Kamervragen van 24 april (aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 2828) heb ik u een uitgebreidere toelichting gegeven hierover.
Vraag 2
Worden sportverenigingen, die financieel schade leiden ten gevolge van de coronacrisis,
nu of in de toekomst extra financieel tegemoetgekomen? Zo ja, in welke mate kunt u
rekening houden met het feit dat sommige verenigingen extra afhankelijk zijn van het
seizoen of van sponsorinkomsten?
Antwoord 2
Ik heb uw Kamer reeds geïnformeerd (Kamerstuk 30 234, nr. 244) over het steunpakket van € 120 miljoen voor de financiële continuïteit van sportverenigingen.
Binnen dit pakket worden alle sportverenigingen tegemoet gekomen en wordt er ook rekening
gehouden met kwetsbare verenigingen. Binnen dit pakket is een bedrag van € 90 miljoen
bestemd voor het kwijtschelden van de huren van sportverenigingen door gemeenten.
Daarnaast bevat het pakket een stimuleringsregeling waardoor kleine sportverenigingen
kunnen rekenen op een bijdrage van € 2.500. Hiermee en met het rijksbrede steunpakket
verwacht ik voldoende tegemoet te kunnen komen aan de financiële problemen van sportverenigingen.
Vraag 3
Van welke financiële tegemoetkomingen kunnen organisatoren van sportevenementen gebruikmaken,
aangezien evenementen tot 1 september 2020 verboden zijn, zoals kleinere evenementen
maar ook de Nijmeegse Vierdaagse?
Antwoord 3
Organisatoren van sportevenementen kunnen onder voorwaarden gebruikmaken van het rijksbrede
steunpakket, waaronder de TOGS en de NOW.
Daarnaast ben ik in gesprek met de organisatoren van sportevenementen die een subsidie
van het Ministerie van VWS hebben ontvangen en als gevolg van de coronacrisis zijn
verplaatst of geannuleerd. Binnen de geldende subsidiekaders gebruik ik de maximale
ruimte om deze organisatoren zo goed mogelijk te compenseren, bijvoorbeeld door een
aanzienlijk deel van de reeds gemaakte of extra kosten volledig te subsidiëren of
subsidieperiodes te verlengen. Ook gemeenten en provincies hebben aangegeven dat ze
zich coulant opstellen en naar oplossingen zoeken voor sportevenementen in hun gebied.
De sportsector is ook aangesloten bij het initiatief «bewaar je ticket» waarmee het
publiek wordt gevraagd een voucher te accepteren en het geld van het ticket niet meteen
terug te vragen.
Tot slot inventariseert NOC*NSF welke schade nog meer optreedt doordat sportevenementen
zijn geannuleerd. Zodra ik de resultaten van deze inventarisatie heb, ga ik in overleg
met NOC*NSF om te bepalen hoe en in hoeverre er compensatie voor deze schade kan komen.
Vraag 4
Bent u bereid om bij de aangekondigde regiegroep over compensatie medeoverheden ook
te kijken in welke mate gemeenten kunnen worden ondersteund als zij minder inkomsten
en extra uitgaven hebben van de lokale sportsector, bijvoorbeeld als gemeenten exploitant
zijn van sportaccommodaties?
Antwoord 4
Zoals ik u op 1 mei middels Kamerbrief heb geïnformeerd, zullen de gemeenten voor
het kwijtschelden van de huren van sportverenigingen een compensatie ontvangen à € 90 miljoen
via een Specifieke uitkering in het gemeentefonds.
Vraag 5
Bent u bereid de Regeling specifieke uitkering stimulering (SPUK) te verlengen met
in ieder geval een jaar (tot 2024), aangezien gemeentelijke investeringen in sportaccommodaties
worden uitgesteld door de coronacrisis?
Antwoord 5
Er zijn op dit moment geen signalen dat gemeenten hun investeringen in sportaccommodaties
uitstellen. Een expertgroep onder leiding van het Mulier Instituut monitort de effecten
van Covid-19 op de sport op de middellange termijn. Zoals ik de Kamer heb toegezegd,
wordt de SPUK momenteel geëvalueerd. Op basis hiervan zal ik te zijner tijd een besluit
nemen over de voortzetting van de SPUK. Uiteraard is afgesproken dat de gemeenten
blijvend gecompenseerd worden voor de nadelen van de verruiming van de BTW sportvrijstelling.
Vraag 6
Hoeveel topsporters en beroepsporters zijn er in Nederland die niet in het bezit zijn
van een A-status en dus niet onder de stipendiumregeling vallen?
Antwoord 6
Er zijn geen actuele cijfers beschikbaar van het totaal aantal beroepssporters in
Nederland. Van de sporters met een topsportstatus (816 in totaal) hebben 271 sporters
een Selectiestatus. Voor deze sporters geldt dat ze, in tegenstelling tot sporters
met een A-of HP-status, geen aanspraak kunnen maken op de stipendiumregeling. Sporters
met een Selectiestatus worden ondersteund met een maandelijkse onkostenvergoeding.
Vraag 7
Op welke wijze kunnen de topsporters zonder A-status gebruikmaken van andere regelingen
van financiële tegemoetkoming gedurende de coronacrisis, met name als zij niet in
loondienst zijn, niet in het bezit zijn van een KvK-nummer of hun inkomsten verdienen
in het buitenland?
Antwoord 7
Dit zal verschillen per topsporter. Topsporters met een Selectiestatus kunnen, ondanks
het missen van kwalificatiemomenten, aanspraak blijven maken op de kostenvergoedingsregeling.
Daarnaast kunnen topsporters als zelfstandig ondernemer, (al dan niet met verdiensten
in het buitenland), mits zij aan de voorwaarden voldoen, aanspraak maken op de Tijdelijke
overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Op korte termijn kunnen ook
zelfstandig ondernemers die woonachtig zijn in Nederland met verdiensten in het buitenland,
aanspraak maken op deze regeling. De groep topsporters zonder een topsportstatus,
die niet in loondienst zijn en niet in het bezit van een KvK-nummer, valt buiten deze
regelingen. Voor deze groep zou een bijstandsuitkering een terugvaloptie kunnen zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.