Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Sneller over het verbieden van samenkomsten buiten de publieke ruimte
Vragen van de leden Groothuizen en Sneller (beiden D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het verbieden van samenkomsten buiten de publieke ruimte (ingezonden 6 april 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 mei 2020)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2626.
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het opiniestuk «Noodverordening tegen samenkomsten bedreigt
onze privésfeer»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Leest u de noodverordeningen ook aldus dat het verbod op samenkomsten buiten de publieke
ruimte (mede) zien op woningen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Ja. Het verbod op samenkomsten is een maatregel die noodzakelijk is om de verdere
verspreiding van het Corona-virus tegen te gaan en vloeit voort uit een opdracht van
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s.
In de toelichting van de modelnoodverordening is opgenomen dat ook kan worden opgetreden
tegen samenkomsten buiten de publieke ruimte, zoals «coronafeestjes» in studentenhuizen,
garages, loodsen en dergelijke.
Vraag 3
Kunt ingaan op de centrale stellingen van het opiniestuk, namelijk dat een verbod
op samenkomsten buiten de publieke ruimte een te vergaande beperking is van de persoonlijke
levenssfeer en het begrip «samenkomsten» onvoldoende is begrensd?
Antwoord 3
Op grond van artikel 7 van de Wet publieke gezondheid (Wpg) kan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) voorzitters van de veiligheidsregio’s opdragen hoe de bestrijding
ter hand te nemen van een (direct dreigende) epidemie van een infectieziekte behorend
tot groep A. Om te voldoen aan deze opdracht zet de voorzitter van de veiligheidsregio
zijn bestaande bevoegdheden op het terrein van openbare orde en ter beperking van
gevaar in. Dit betreft onder meer de bevoegdheid om een noodverordening vast te stellen,
in dit geval onder andere om een verbod in te stellen op «alle overige samenkomsten»,
dat wil zeggen andere samenkomsten dan vergunnings- en meldplichtige evenementen.
Grondslag voor het vaststellen van de noodverordeningen is artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's
in combinatie met artikel 176 van de Gemeentewet. In zijn algemeenheid geldt dat een
noodverordening voldoende bepaalde voorschriften moet bevatten om te kunnen worden
nageleefd en gehandhaafd. Ook geldt dat voor zover voorschriften in een noodverordening
een inperking vormen op grondrechten en mensenrechten deze voorschriften moeten passen
binnen de beperkingssystematiek van de Grondwet, het EVRM, het EU-recht en ander internationaal
recht. De voorzitters van de veiligheidsregio’s bepalen wanneer bestuurlijk wordt
opgetreden tegen samenkomsten buiten de publieke ruimte met inachtneming van de beginselen
van proportionaliteit, subsidiariteit en evenredigheid. Strafrechtelijk optreden vindt
plaats onder het gezag van de officier van justitie. Wanneer wordt getreden in de
persoonlijke levenssfeer dient terughoudendheid voorop te staan en is van belang dat
optreden beperkt blijft tot verboden samenkomsten waarmee evident de volksgezondheid
in gevaar wordt gebracht. Het is uiteindelijk aan de strafrechter of de bestuursrechter
om te oordelen over het verbod en of het optreden in een concrete situatie de persoonlijke
levenssfeer raakt.
Vraag 4
Hoe verhoudt een verbod op samenkomsten buiten de publiek ruimte zich tot de artikelen
10 en 12 van de Grondwet?
Antwoord 4
In zijn algemeenheid geldt dat artikel 12 van de Grondwet regels bevat over het binnentreden
in een woning zonder toestemming van de bewoner. Het vaststellen van een verbod op
samenkomsten buiten de publieke ruimte betreft als zodanig geen binnentredingskwestie.
Artikel 10, eerste lid, van de Grondwet bevat ieders recht op eerbiediging van de
persoonlijke levenssfeer, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen.
Het zal, ook bij een verbod dat (mede) ziet op een woning en dat zijn grondslag vindt
in een noodbevoegdheid van de voorzitter van de veiligheidsregio, afhangen van de
concrete situatie of dat verbod de persoonlijke levenssfeer daadwerkelijk raakt en
is uiteindelijk aan de strafrechter of de bestuursrechter om in een concreet geval
te beoordelen. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat de betreffende maatregelen
steeds moeten worden bezien in het licht van de bestrijding van een levensbedreigend
virus. Daarbij rusten op de overheid eveneens verplichtingen om het leven en de gezondheid
van haar burgers te beschermen.
Vraag 5
Hoe verhoudt een verbod op samenkomsten buiten de publieke ruimte zich tot artikel
8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele
Vrijheden (EVRM)?
Antwoord 5
Ik stel voorop dat hoe het verbod op samenkomsten buiten de publieke ruimte zich verhoudt
tot artikel 8 EVRM afhankelijk is van de concrete situatie. Als in excessieve situaties
buiten de publieke ruimte wordt opgetreden, is het uiteindelijk aan de strafrechter
of de bestuursrechter om dat optreden in het concrete geval te beoordelen in het licht
van artikel 8 EVRM. Artikel 8 EVRM voorziet onder meer in het recht op respect voor
privé en familieleven en de eigen woning. In zijn algemeenheid geldt dat bepaalde
beperkingen op dit recht mogelijk zijn, indien in overeenstemming met de wet en noodzakelijk
in een democratische samenleving. Artikel 8 EVRM noemt daarbij specifiek het legitieme
doel van de bescherming van de gezondheid. Zoals aangegeven zijn de huidige maatregelen
in een acute, onvoorziene crisissituatie tot stand gebracht in de vorm van noodverordeningen
in opdracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van artikel
7 van de Wet publieke gezondheid. Deze vormen een voor de ontstane crisissituatie
belangrijk en noodzakelijk juridisch kader. Noodverordeningen passen binnen de wettelijke
kaders van de Wet publieke gezondheid in samenhang met de Wet veiligheidsregio's,
en in algemene zin kan dan ook worden gesteld dat noodverordeningen als zodanig Europeesrechtelijk
voldoen als basis voor strafrechtelijke handhaving. Dat neemt niet weg dat, zoals
beschreven in de brief die op 1 mei 2020 aan uw Kamer is verzonden, in een rechtsstaat
noodverordeningen niet al te lang kunnen duren, mede met het oog op de voortdurende
gevolgen voor de vrijheden en grondrechten van een ieder. Het kabinet vindt het belangrijk
een aanvullend wettelijk instrumentarium te creëren voor de volgende fase waarin de
crisisbestrijding terecht is gekomen. Daarom heeft het kabinet het voornemen om voor
deze bijzondere situatie op korte termijn een voorstel in procedure te brengen voor
tijdelijke wetgeving in formele zin die geldt in Europees en Caribisch Nederland,
met daarin bepalingen over bevoegdheidsverdeling, maatregelen voor zover die vrijheden
en grondrechten van burgers beperken, toezicht en handhaving, rechtsbescherming en
procedurele waarborgen. Deze tijdelijke wetgeving zal bestaan in een aanvulling op
het bestaande instrumentarium in de Wet publieke gezondheid en andere bestaande wetten
en vormt dan tijdelijk een juridische basis voor een samenleving waarin een «anderhalvemeternorm»
en hygiënenormen van groot belang zijn.
Vraag 6
Op grond van welk samenstel van wettelijke bepalingen kan een (bijzondere) opsporingsambtenaar,
een toezichthouder of een ambtenaar van de Koninklijke Marechausse (KMar) een woning
betreden om vast te stellen of er een verboden samenkomst plaatsvindt?
Antwoord 6
Voorop staat dat toezichthouders en opsporingsambtenaren woningen mogen betreden als
de bewoner hiervoor toestemming geeft. Hiervoor bestaat geen wettelijke bepaling en
deze is ook niet nodig. Het binnentreden zonder toestemming van de bewoner is gereguleerd
via de Algemene wet op het binnentreden en vereist in principe een schriftelijke machtiging.
Mede afhankelijk van door een gemeenteraad gemaakte keuzes kan ook artikel 149a van
de Gemeentewet een grondslag bieden. Deze bepaling geeft de gemeenteraad namelijk
de mogelijkheid onder omstandigheden een binnentredingsbevoegdheid te regelen bij
overtreding van een voorschrift van een verordening, dat strekt tot handhaving van
de openbare orde of veiligheid of tot bescherming van het leven of de gezondheid van
personen. Strafvorderlijk geldt dat iedere opsporingsambtenaar een woning kan betreden
ter aanhouding van de verdachte (artikel 55, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering).
Dit geldt dus bijvoorbeeld ten aanzien van mensen die daar aanwezig zijn uit feiten
of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld voortvloeit dat zij een noodverordening
overtreden (artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering).
Vraag 7
Hoe verhoudt het verbod op samenkomsten buiten de publieke ruimte zich tot u in het
opiniestuk geciteerde uitspraak dat «[t]huis [.[in ons land nog altijd de privésfeer
[is]?
Antwoord 7
Op de verhouding met de woning in relatie tot de privésfeer ben ik reeds in gegaan
bij de beantwoording van vragen 3 t/m 5.
Vraag 8
Bent u bereid om, in overleg met de voorzitters van de Veiligheidsregio’s, te komen
tot een betere omschrijving van het begrip «samenkomsten»? Zo ja, op welke termijn?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Vertegenwoordigers van de Veiligheidsregio’s zijn vanaf het begin betrokken geweest
in de overleggen over de bestrijding van de coronacrisis. Vanaf het moment dat de
eerste opdrachten op grond van artikel 7 Wet publieke gezondheid zijn gegeven, worden
regelmatig ervaringen gedeeld uit de uitvoeringspraktijk. Ook juridische vraagstukken
komen daarbij aan de orde, waaronder die rondom het begrip «samenkomsten». In dit
verband is relevant dat, zoals bij de beantwoording van vraag 5 is vermeld, een wetsvoorstel
in voorbereiding is waarin ook de normstelling rond samenkomsten wordt betrokken.
Vraag 9
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 9
Beantwoording eerder dan vandaag was niet mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.