Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het vergeten hoekje van Opwierde
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister-President en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het vergeten hoekje van Opwierde (ingezonden 20 april 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
15 mei 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de situatie van de Wethouder Huismanlaan, de Secretaris Holscherlaan,
de A. T. Voslaan en een gedeelte van de even nummers van de burgemeester Klauckelaan
in Appingedam? Wat is daarop uw reactie?1
Antwoord 1
Ja, ik ben hiervan op de hoogte. Mijn reactie heb ik verwerkt in onderstaande antwoorden.
Vraag 2, 3
Welke factoren zijn verantwoordelijk voor de onduidelijkheid die deze mensen nog altijd
hebben?
Wat gaat u doen voor deze groep mensen, die na jaren geduldig te hebben gewacht, nu
snel willen weten wat er gaat gebeuren?
Antwoord 2, 3
Het kabinet acht het van belang dat bewoners zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen.
Om die reden is de opname- en beoordelingscapaciteit verhoogd naar 4000 per jaar zodat
bewoners sneller duidelijkheid hebben. De woningen in de genoemde straten in Appingedam
zijn reeds opgenomen en zullen dit jaar beoordeeld worden zodat ook de bewoners van
deze woningen duidelijkheid hebben. Deze woningen hebben een licht verhoogd risicoprofiel
(P90).
Na het besluit om de gaswinning in het Groninger veld zo snel mogelijk te beëindigen
is op advies van onder meer de Mijnraad en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)
(Kamerstuk 2018D37413) besloten om over te gaan op een risicogerichte aanpak. In het kader van de risicogerichte
aanpak is prioriteit gegeven aan woningen met een verhoogd risicoprofiel (P50). De
gemeente is verantwoordelijk voor de prioritering van de opgave in hun gemeente met
in achtneming van het risicoprofiel en draagt samen met de NCG zorg voor de communicatie
richting de bewoner.
Vraag 4
Welke actie heeft u ondernomen na de woorden van de Minister-President, tijdens zijn
bezoek op 11 maart 2020, dat de overheid ervoor moet zorgen dat mensen niet het gevoel
hebben dat ze door vertraging en onduidelijke structuren tussen de wielen van de staat
terechtkomen?
Antwoord 4
De in uw vraag aangehaalde woorden van de Minister-President sluiten aan bij de inhoud
van het Versnellingspakket dat op 23 januari 2020 aan uw Kamer is aangeboden (Kamerstuk
33 529, nr. 718). Onderdeel van het Versnellingspakket zijn maatregelen om de keuzemogelijkheden
voor regie van de bewoner-eigenaar te vergroten. Bovendien is zoals in vraag 2 vermeld
de opname- en beoordelingscapaciteit opgeschroefd naar 4000 per jaar zodat bewoners
sneller duidelijkheid hebben.
Vraag 5, 6, 7, 8
Hoe verklaart u de uitspraak van de wethouder Usmany in Appingedam dat er is aangedrongen
bij het Rijk voor een gebiedsgerichte aanpak, maar dat het Rijk daar niet voor gekozen
heeft? Hoe legt u de verantwoordelijkheid van gemeenten daarbij uit?2
Herinnert u zich dat het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) in reactie op de versterkingsaanpak
van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) stelde dat ondanks het niet voldoen aan
een perfecte volgorde van risicoprioritering een aanpak met draagvlak te verkiezen
is omdat de tijdigheid van de algehele versterkingsopgave absolute prioriteit heeft?
Hoe is in deze buurt aan deze oproep gehoor gegeven?3
Hoe is in deze buurt rekening gehouden met het advies van de Mijnraad dat lokaal moet
worden bezien welke clustering van gebouwen daar zo goed mogelijk bij aansluit, maar
het ook leidt tot hanteerbare projecten en uitlegbaar is naar bewoners?4
Hoe verklaart u dat in de nieuwste plannen voor deze «vergeten» buurt, de «drive-in»-woningen
zijn opgenomen, zonder dat bewoners daarvan op de hoogte zijn? Wat gaat hier met de
overige woningen gebeuren?
Antwoord 5, 6, 7, 8
Op basis van adviezen van de Mijnraad en het SodM is in overleg met de regio in 2018
overgestapt op een risicogerichte aanpak van de versterking. Dit was noodzakelijk
omdat in de gebiedsgerichte aanpak de meest risicovolle huizen niet als eerste aan
de beurt kwamen. Gemeenten hebben de mogelijkheid om gebiedsgericht te werk te gaan
zolang daarbij rekening wordt gehouden met de risicogerichte aanpak. In de planvorming
is daarmee ruimte om huizen met een lager risicoprofiel eerder in te plannen voor
opname en beoordeling, waar dit de samenhang met andere plannen binnen de gemeente
of het draagvlak voor de versterking ten goede komt. Op deze wijze is invulling gegeven
aan het in uw vraag genoemde advies van het SodM. Gemeenten stellen binnen deze kaders
een plan van aanpak op met daarin de prioritering van de uitvoering en dragen zorg
voor de communicatie daarover naar de bewoners. In overleg met de bewoners van de
betreffende woningen wordt vervolgens een opname gedaan die uiteindelijk resulteert
in een beoordeling. Die beoordeling wijst uit of een woning daadwerkelijk versterkt
dient te worden en zo ja welke maatregelen nodig zijn. De gemeente Appingedam heeft
in haar plan van aanpak al geanticipeerd op eventuele versterking door wisselwoningen
te reserveren voor het geval uit de beoordelingen zou blijken dat dat nodig is. De
adressen en inwoners van de straten die u in vraag 1 noemt zijn dus niet vergeten.
Vraag 9
Van hoeveel buurten in het gehele aardbevingsgebied is bekend dat ook daar mensen
al langere tijd geduldig wachten op een plan, maar waar nog niets van bekend is?
Antwoord 9
Op het dashboard van de NCG is te zien wat de totale werkvoorraad is, hoeveel woningen
zijn opgenomen, beoordeeld en uitgevoerd. Bewoners kunnen met vragen over de versterking
contact opnemen met het versterkingspunt van de NCG in de buurt of de NCG bellen.
Bewoners uit het versterkingsprogramma kunnen daarnaast altijd terecht bij hun bewonersbegeleider.
Vraag 10
Welke actie is er ondernomen na de vraag van de burgemeester van Delfzijl in november
2019 om duidelijkheid te verschaffen over de zuidkant van de Zandplatenbuurt?
Antwoord 10
Het beoordelingsproces van de adressen in de zuidkant van de Zandplatenbuurt loopt
momenteel. Parallel aan dit traject wordt reeds overleg gevoerd door de gemeente,
de NCG, de betrokken woningcorporaties en BZK in hoeverre mogelijkheden zijn voor
gebiedsontwikkeling.
Vraag 11
Wat vindt u van de verschillende manieren waarop de versterkingsoperatie in Opwierde,
maar breder ook in het gehele aardbevingsgebied, wordt aangepakt? Hoe gaat u aan de
ongelijkheid een einde maken?
Antwoord 11
Op dit onderwerp ben ik ingegaan in de beantwoording van de vragen van de leden Dik-Faber
en Van der Graaf (Kamerstuk 2020D14814).
Vraag 12
Hoe gaat u bewoners die al zo lang wachten compenseren?
Antwoord 12
Mijn inzet is gericht op het zo snel mogelijk verbeteren van de veiligheid in Groningen.
Daarbij is het streven om de bewoners zo snel mogelijk, maar ook zorgvuldig en volledig,
duidelijkheid te geven over de veiligheidssituatie van hun woning. Zoals aangegeven
in het antwoord op vraag 2 en 3 kan voor bewoners van huizen met een licht verhoogd
risicoprofiel (P90) – in lijn met de risicogerichte prioritering – gelden dat zij
langer op uitsluitsel moeten wachten dan bewoners van huizen met een verhoogd risicoprofiel
(P50). Bovendien is vorig jaar besloten om de opname en beoordelingscapaciteit te
vergroten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.