Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Van Brenk vragen over het artikel ‘Openbaar Vervoer Nederland: richtlijnen nodig voor wie met ov mag reizen’.
Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «Openbaar Vervoer Nederland: richtlijnen nodig voor wie met ov mag reizen» (ingezonden 23 april 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 14 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend het artikel «Openbaar Vervoer Nederland: richtlijnen nodig voor wie
met ov mag reizen»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Kunt u – tegen de achtergrond van het feit dat branchevereniging Openbaar Vervoer
Nederland (OVNL) heeft becijferd dat met het aanhouden van de anderhalvemeterrichtlijn
15–20% (tram en bus) en 20–25% (trein) van de voorheen normale passagiersaantallen
vervoerd kan worden – toelichten wat uw visie is op het normaliseren van het openbaar
vervoer bij het versoepelen van de coronarichtlijnen?
Antwoord 2
In de Kamerbrief2 «COVID 19 update stand van zaken» van 6 mei 2020 is uw Kamer geïnformeerd over de
aanpak op het gebied van mobiliteit, waaronder ook het openbaar vervoer. Daarin staat
beschreven wat de uitgangspunten zijn om de vraag te beperken, om er voor te zorgen
dat het OV beschikbaar blijft voor degenen die van het OV afhankelijk zijn. Daarnaast
gaat de brief in op de vijf besluiten waarmee het kabinet het openbaar vervoer veilig
en gecontroleerd wil opschalen. Ik heb samen met de OV-sector in het Nationaal Beraad
Openbaar Vervoer (NOVB) een OV-protocol vastgesteld waarin deze maatregelen en afspraken
worden uitgewerkt. Op 14 mei 2020 is uw Kamer hierover geïnformeerd.
Vraag 3
Hoe oordeelt u over de suggestie van OVNL om richtlijnen op te stellen die bepalen
wie wel en niet met het openbaar vervoer mag reizen?
Antwoord 3
Om de verspreiding van het COVID19 virus te controleren is het van belang dat we onnodige
druk op het OV te vermijden. Voor nu is de boodschap heel helder: het openbaar vervoer
blijft alleen voor noodzakelijke reizen. Zo hebben onder andere de zorgverleners juist
wel de ruimte om veilig gebruik te maken van het openbaar vervoer. Mijn inzet is gericht
op het maken van afspraken, bijvoorbeeld met de onderwijssector, maar ook met andere
sectoren, om te voorkomen dat er te snel te veel reizigers met OV willen reizen. Daarbij
is niet alleen fasering, maar vooral ook spreiding over de dag van groot belang om
druk van de ochtend- en avondspits af te halen. Andere begin- en eindtijden van scholen,
als voorbeeld, maar ook van bedrijven en overheden, spelen daarbij een cruciale rol.
Vraag 4
Is het in het verlengde van vraag drie denkbaar dat er op een bepaalde manier (bijvoorbeeld
met een speciaal pasje) voorrang tot het ov verleend wordt aan een reiziger in een
vitaal beroep? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Zoals gezegd heb ik samen met de brede OV-sector gewerkt aan een protocol voor het
OV hoe we het OV goed en veilig kunnen organiseren. Het kabinet onderneemt ook verschillende
acties om de vraag te beperken, zo worden afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat
onderwijs en bedrijven zo min mogelijk reizigers voor het OV genereren.
Vraag 5
Hoe oordeelt u over de stellingname van OVNL dat er 1,4 miljard geïnvesteerd zou moeten
worden om het openbaar vervoer coronaproof te maken?
Antwoord 5
Het kabinet heeft de OV-sector verzocht in Nederland de volledige dienstregeling te
rijden, terwijl de reizigersaantallen beperkt zijn. Naleving en handhaving van de
te treffen maatregelen leiden daarnaast tot extra kosten. Bij de vraag van de overheid
hoort een beschikbaarheidsvergoeding. Samen met de het Ministerie van Financiën wordt
hieraan gewerkt en in de komende weken besproken met de OV-partijen.
Vraag 6
Wat zijn de bevoegdheden van de vervoerder in een situatie dat meer mensen willen
reizen dan volgens de anderhalvemeterrichtlijn is toegestaan?
Antwoord 6
De afspraken en bevoegdheden ten aanzien van te grote drukte zijn uitgewerkt in het
OV protocol. Daarnaast wordt ingezet op afspraken met werkgevers, onderwijsinstellingen
en andere maatschappelijke partners om te hoge druk op het OV te vermijden. Deze afspraken
worden in de komende weken nader uitgewerkt. Vanzelfsprekend zal uw Kamer ook hierover
worden geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.