Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berge over streamingsdiensten
Vragen van het lid Van den Berge (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over streamingsdiensten (ingezonden 8 april 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
6 mei 2020).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat streamingsdiensten extra geld verdienen doordat mensen
nu vaker thuis zijn, terwijl veel acteurs, muzikanten en andere creatieve makers zonder
inkomsten thuis zitten?
Antwoord 1
Bij het wereldwijd opererende bedrijf Netflix is in dit eerste kwartaal inderdaad
sprake van een extra toename van abonnees, ook in Nederland. Verder heb ik geen informatie
over extra omzet van streamingsdiensten door de intelligente lockdown situatie als gevolg van het Coronavirus.
Er dient bedacht te worden dat ook voor streamingsdiensten geldt dat aankoopcontracten
van nieuwe producties niet nagekomen kunnen worden en dat eigen producties nu stilliggen.
Daarnaast bieden streamingsdiensten verschillende soorten diensten aan, waaronder
sportkanalen, die nu geen live wedstrijden kunnen uitzenden. Het beeld dat streamingsdiensten
(alleen maar) verdienen aan de huidige situatie is dus niet zo eenduidig en dit zal
bovendien per dienst verschillen. Bij diensten op basis van een transactiemodel is
het bovendien zo dat als mensen meer films of muziek kopen of downloaden omdat ze
meer thuis zijn, auteursrechthebbenden hier ook van profiteren doordat zij per afname
betaald krijgen.
Vraag 2 en 3
Bent u bereid om tijdens de videoconferentie met de EU-cultuurministers inzake COVID-19
te pleiten voor een solidariteitsheffing op online streamingsdiensten van buiten en
binnen de EU, waarvan de inkomsten ten goede moeten komen aan creatieve makers, zoals
acteurs, muzikanten en scenarioschrijvers? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid te pleiten voor een moreel appèl op streamingsdiensten om zelf, al dan
niet in afwachting van een solidariteitsheffing, een deel van hun winsten te delen
met kleinere ondernemers in de creatieve en culturele sector? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Netflix heeft uit eigen beweging een fonds van $ 00 miljoen gecreëerd om de creatieve
sector, ook in Europa, te helpen met problemen die zijn veroorzaakt door het Coronavirus.
Het heeft zich gecommitteerd aan een betaling van twee weken aan de medewerkers en
cast van producties die het heeft opgeschort en blijft werknemers betalen die enkele
weken daarna niet kunnen werken. Als onderdeel van het fonds doneert Netflix $ 15 miljoen
aan derden en non-profitorganisaties die noodhulp bieden aan werknemers in de bredere
film- en televisie-industrie. Het Nederlands Filmfonds kondigde vorige week een publiek-privaat
partnerschap met Netflix aan om de door de Coronacrisis getroffen producties te steunen
vanuit een gezamenlijk steunfonds. Om het steunfonds te lanceren stelt Netflix in
Nederland 1 miljoen euro beschikbaar.
Ook andere partijen dragen hun steentje bij, bijvoorbeeld de IPTV aanbieder InCompanyMedia
(met veel klanten in de zorgsector), maakt in samenwerking met Discovery het gratis
gebruik van de Discovery app Dplay voor drie maanden mogelijk. Met deze streamingsdienst
zijn documentaires of series eenvoudig via een tablet toegankelijk voor patiënten
en cliënten van ziekenhuizen of zorginstellingen.
Niet bij iedere streamingsdienst in Nederland zal een (forse) stijging van gebruikers
– zoals bij het wereldwijd opererende Netflix – het geval zijn. De verschillende typen
streamingsdiensten hebben verschillende businessmodellen, naast diensten op basis
van een abonnementsmodel zijn er ook streamingsdiensten op basis van transacties of
op basis van advertenties. Ik vind een moreel appèl op alle streamingsdiensten in
het algemeen derhalve niet wenselijk maar het zou heel mooi zijn als streamingsdiensten
die als gevolg van de COVID 19-crisis (fors) meer omzet hebben behaald, het goede
voorbeeld van bovengenoemde marktpartijen volgen en iets doen voor kleinere ondernemers.
Bovenstaande betekent uiteraard niet dat ik mij ook zelf geen zorgen maak over de
gevolgen van de Coronacrisis voor de culturele en creatieve sector. In mijn brief
van 27 maart jl.1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de maatregelen voor de korte termijn voor de culturele
en creatieve sector die tot dan toe waren genomen in verband met de COVID-19 crisis.
In die brief stond ik stil bij de kabinetsbrede maatregelen, specifieke coulancemaatregelen
en de communicatie met het culturele en creatieve veld. In vervolg daarop heb ik uw
Kamer in mijn brief van 15 april jl. geïnformeerd over de aanvullende ondersteuning
die het kabinet biedt om de culturele en creatieve sector door de financieel zware
eerste maanden heen te helpen en in staat te stellen om te investeren voor het volgende
seizoen.2
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.