Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Aanpassing Arbobesluit 7.23d werkbakken leidt tot meer ongevallen’
Vragen van de leden Von Martels en Peters (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Aanpassing Arbobesluit 7.23d werkbakken leidt tot meer ongevallen» (ingezonden 4 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Aanpassing Arbobesluit 7.23d werkbakken leidt tot meer
ongevallen», d.d. 29 april 2020?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de kritiek die de Vereniging Verticaal Transport (VVT) heeft
op de interpretatie van het Ministerie van SZW op de Europese richtlijn 2009/104/EU?
Waarom interpreteert het Ministerie van SZW de richtlijn zo, dat de keuze van het
arbeidsmiddel belangrijker is dan de keuze voor de meest veilige oplossing?
Vraag 3
Hoe kan de nieuwe tekst in Arbobesluit 7.23d stellen dat een wettelijk toegestaan
middel altijd moet worden ingezet als dit technisch en veilig kan ongeacht of dit
hogere risico’s kent dan de inzet van een werkbak, terwijl deze interpretatie in strijd
is met Europese richtlijnen en de Nederlandse Arbowet?
Vraag 4
Bent u niet bang dat door dit nieuwe besluit de inzet van meer risicovolle arbeidsmiddelen
zal toenemen en dit leidt tot onveilig werken met meer ernstige ongevallen en slachtoffer?
Wat gaat u hiertegen doen?
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat er door TNO geen verschil is geconcludeerd in het veiligheidsrisico
bij het vervoeren van personen in een werkbak op hoogte in vergelijking met elk ander
wettelijk toegestaan arbeidsmiddel?
Vraag 6
Kunt u verklaren hoe het mogelijk is dat er bij de onderbouwing en noodzaak van het
ontwerpbesluit, van artikel 7.23d, de risico’s van het werken met een werkbak door
u als (zeer) hoog worden omschreven, terwijl de uitkomsten van het RIVM, dat in opdracht
van het Ministerie van SZW hier onderzoek naar heeft gedaan, aantonen dat, op basis
van de ongevallenstatistieken in de periode 1998 tot en met 2017, er nauwelijks of
zelfs geen ernstige ongevallen met werkbakken hangende in een kraan hebben plaatsgevonden
en de risico’s in werkelijkheid laag tot gemiddeld zijn?
Vraag 7
Wat is uw reactie op de stijgende kosten oplopend tot meer dan 42 miljoen euro op
jaarbasis als gevolg van het nieuwe Arbobesluit 7.23d en de extra aangescherpte maatregelen?
En hoe verhouden deze zeer hoge kosten zich ten opzichte van de aantoonbaar lage risico’s
van de inzet van een werkbak hangende in een kraan?
Vraag 8
Hoe verhoudt zich de verscherping van maatregelen in het nieuwe Arbobesluit 7.23d
tot de aangenomen motie Bisschop c.s.2 die de regering verzoekt te zorgen dat veilig gebruik van werkbakken aan hijskranen
bij sanering mogelijk wordt en, indien nodig, vrijstelling te geven dan wel de regelgeving
aan te passen?
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het Algemeen Overleg Externe Veiligheid, gepland
in juni 2020?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.