Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Geurts en Van den Berg over het verlies van het strand bij Zoutelande
Vragen van de leden Geurts en Van den Berg (beiden CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het verlies van het strand bij Zoutelande (ingezonden 13 februari 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
28 april 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1915.
Vraag 1
Kent u het bericht «Storm Ciara slaat hele stukken van dit strand weg in Zeeland»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie dat de afkalving van het strand bij Zoutelande omvangrijk is?
Kunt u aangeven wat de omvang van het afkalven van de stranden langs de Noordzee is?
Antwoord 2
De Nederlandse zandige kust is dynamisch en onderhevig aan structurele erosie. Dit
betekent dat onder stormomstandigheden (oktober – maart) in een korte periode grote
hoeveelheden zand verplaatst kunnen worden. Niet al dit zand verdwijnt, in de meer
rustiger periode (april – september) wordt veel zand weer richting strand en duinen
gebracht door golven en wind. Om de structurele erosie te bestrijden worden jaarlijks
zandsuppleties langs de gehele Nederlandse zandige kust uitgevoerd.
De waterkeringbeheerders, waterschappen en Rijkswaterstaat, hebben naar aanleiding
van de storm Ciara de toestand van de zandige waterkeringen in hun beheer, strand
en duinen, geïnventariseerd. Langs de kust van Walcheren, met name nabij Dishoek,
was sprake van dusdanige kustafslag dat een versnelde zandsuppletie voor aanvang van
het stormseizoen 2020/2021 noodzakelijk is.
Vraag 3
Klopt het bericht dat alleen de kustveiligheid van belang is voor Rijkswaterstaat?
Zo ja, waarom spelen economische belangen (toerisme) geen rol?
Antwoord 3
Rijkswaterstaat heeft de taak om ten behoeve van de waterveiligheid de kustlijn in
stand te houden. Hiertoe worden jaarlijks zandsuppleties langs de gehele Nederlandse
zandige kust uitgevoerd.
Andere functies langs de kust, zoals natuur, recreatie en toerisme, profiteren hiervan.
De verantwoordelijkheid voor deze functies ligt bij de provincies en/of gemeenten.
Vraag 4
Is de aanpak van zandsuppletie om de vier jaar voldoende, gelet op het feit dat het
we vaker rekening moeten houden met extreme pieken in weersomstandigheden?
Antwoord 4
De Nederlandse zandige kust wordt jaarlijks voorzien van gemiddeld 12 miljoen m3 zand. Hiertoe wordt een programmatische aanpak gevolgd. Op basis van de jaarlijkse
kustmetingen wordt de ligging van de kust, onderwater, strand en duinen, in beeld
gebracht. Deze monitoring levert een goed inzicht in het dynamische gedrag van de
kust en levert informatie om te kunnen beoordelen waar een zandsuppletie nodig is.
Het reguliere programma kustlijnzorg wordt jaarlijks geactualiseerd, waarbij vier
jaar vooruit wordt gekeken op basis van de meest recente metingen.
Vraag 5
Bent u bereid om te (laten) onderzoeken of de periodieke aanpak volstaat en klimaatbestendig
is? Klopt het dat in de periode 2020–2021 extra zand zal worden aangebracht op de
Walcherse stranden? Zo ja, bent u bereid daarbij rekening te houden met economische
en toeristische belangen?
Antwoord 5
De genoemde programmatische aanpak volstaat en is ook klimaatbestendig, dat wil zeggen
dat er ook rekening wordt gehouden met de huidige mate van klimaatverandering en zeespiegelstijging.
In het kennisprogramma Kustgenese 2.0 wordt onderzocht hoeveel zand in de komende
jaren nodig zal zijn om in te kunnen spelen op de toekomstige zeespiegelstijging.
Eind van dit jaar verwacht ik daar de resultaten van. Tevens heb ik u geïnformeerd
dat ik gestart ben met het kennisprogramma zeespiegelstijging (Kamerstuk 27 625, nr. 487). Daarin wordt verder gewerkt aan de toekomstbestendigheid van o.a. onze zandige
kust.
De suppletie met zand van de kust van Walcheren is opgenomen in het programma voor
de periode 2020–2021. De economische en toeristische belangen profiteren hiervan.
Vraag 6
Is het juist dat de opdracht tot zandsuppletie nog niet is verstrekt? Zo ja, speelt
daarbij mee dat vanwege de stikstofproblemen er geen vergunningen worden verstrekt
voor activiteiten die zorgen voor extra neerslag van stikstof in de Natura 2000-gebieden?
Acht u dat een valide argument om niet tot aanbesteding over te gaan?
Antwoord 6
De start van de zandsuppletie voor de kust van Walcheren is vertraagd vanwege de PAS-uitspraak
van de Raad van State.
Het beheer en onderhoud van de zandige kust wordt uitgevoerd binnen het reguliere
programma kustlijnzorg. Met de jaarlijkse zandsuppleties wordt voorkomen dat de waterveiligheid
van onze zandige kust in het geding komt.
De suppletie met zand van de kust van Walcheren is opgenomen in het zandsuppletieprogramma
2020–2021. Op dit moment wordt voor de locatie Dishoek op Walcheren een versnelde
zandsuppletie voorbereid, die gepland is om voor de aanvang van het stormseizoen najaar
2020 gereed te zijn.
De aanbesteding van het zandsuppletieprogramma 2020–2021 voor de gehele zuidelijke
kust van Walcheren wordt voor deze zomer gepubliceerd. De uitvoeringsperiode hiervan
loopt tot eind 2021.
Vraag 7
Op welke wijze kan de recent aangenomen Spoedwet aanpak stikstof (Kamerstuk 35 347) een oplossing bieden in Zoutelande en in vergelijkbare gevallen? Wanneer denkt u
de ministeriële regeling te publiceren waarbij de drempelwaarde voor categorieën van
projecten zoals dijkverzwaring zandsuppletie voor de veiligheid van het achterland
worden opgenomen?
Antwoord 7
De Spoedwet aanpak stikstof biedt geen oplossing voor de situatie in Zoutelande, aangezien
deze Spoedwet ziet op het mogelijk maken van woningbouwprojecten en zeven MIRT-projecten
(snelwegen). Dat is ook niet nodig, aangezien het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd
binnen het reguliere programma kustlijnzorg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.