Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de Tegemoetkoming Specifieke Ziektekosten (TSZ)
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de Tegemoetkoming Specifieke Ziektekosten (TSZ) (ingezonden 28 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 28 april
2020).
Vraag 1
Klopt het dat er vertraging is opgetreden in het vaststellen van belastingaanslagen
over 2018 en dat mensen daardoor pas in dit jaar een beoordeling krijgen van een Tegemoetkoming
Specifieke Zorgkosten (TSZ) over het jaar 2018?
Antwoord 1
Nee, dat klopt niet. Het vaststellen van de definitieve aanslagen over 2018 heeft
in een iets hoger tempo gelopen dan over het jaar 2017 het geval was. Het tempo van
het opleggen van de TSZ-beschikkingen heeft ook hoger gelegen dan in het voorgaande
jaar. Er is dus geen vertraging in de vaststelling van belastingaanslagen die de oorzaak
is van latere beschikkingen voor de TSZ.
Uit onderstaande tabel blijkt dat de afgelopen jaren steeds meer burgers hun TSZ-beschikking
in het jaar na afloop van het belastingjaar hebben gekregen.
beschikking betreft:
beschikking vastgesteld vóór:
aantal beschikkingen
belastingjaar 2015
31 december 2016
100.500
belastingjaar 2016
31 december 2017
107.000
belastingjaar 2017
31 december 2018
132.300
belastingjaar 2018
31 december 2019
150.100
Wel is het goed om ter verduidelijking de werking van het TSZ-systeem toe te lichten.
Het TSZ-systeem werkt zo dat de beschikkingen worden gebaseerd op de definitieve aanslagen
inkomstenbelasting van het betreffende jaar. Deze beschikkingen moeten binnen zes
maanden na de definitieve aanslag vastgesteld worden. Iemand ontvangt een TSZ-beschikking
daardoor dus niet ieder jaar op hetzelfde moment. Door verschillende omstandigheden
kan de definitieve aanslag inkomstenbelasting in een jaar immers later worden vastgesteld
dan in het voorgaande jaar. Een later ingediende (partner)aangifte of een selectie
voor nadere controle door de Belastingdienst zijn hier in nagenoeg alle gevallen de
verklaring voor. Door een latere definitieve aanslag komt ook de TSZ-beschikking dus
later. Dit is echter geen vertraging maar onderdeel van het reguliere proces.
Vraag 2
Klopt het dat door de vertraging in het vaststellen mensen niet in het najaar van
2019 de TSZ over het jaar 2018 ontvingen, maar pas in mei of juni 2020?
Antwoord 2
Nee, dit is niet het geval. Wel kan iemand in een individueel geval de vaststelling
later hebben ontvangen, zoals in het antwoord onder 1 is beschreven, maar dat is dan
onderdeel van het reguliere proces en niet het gevolg van een vertraging.
Vraag 3
Hoeveel mensen hebben te maken met de vertraging en krijgen daardoor flink later de
TSZ toegekend?
Antwoord 3
Zoals hiervoor is aangegeven is er geen sprake van vertraging.
Vraag 4
Erkent u dat door het later toekennen aan mensen die rekenden op de TSZ over het jaar
2018 in het najaar van 2019, deze mensen financieel nadeel hebben ondervonden door
de vertraging? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt dat nadeel gecompenseerd?
Antwoord 4
Nee, ik meen dat dat niet het geval is. Zoals hiervoor vermeld zijn de definitieve
aanslagen over 2018 niet later opgelegd dan over 2017. Dat iemand de definitieve aanslag
niet ieder jaar op hetzelfde moment ontvangt betekent dat ook het moment van de TSZ-beschikking
kan variëren. Dit is echter onderdeel van het reguliere proces.
Vraag 5
Is voor de vaststelling van de belastingaangiften over 2019 wederom een vertraging
te voorzien?
Antwoord 5
Er is geen sprake van een vertraging over 2018. Ook over het jaar 2019 wordt deze
niet voorzien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.