Schriftelijke vragen : Kortingen aan verhuurders op de verhuurderheffing
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën over kortingen aan verhuurders op de verhuurderheffing (ingezonden 28 april 2020).
Vraag 1
Hoeveel extra, permanente betaalbare huurwoningen zijn gerealiseerd door de verschillende
kortingen op de verhuurderheffing via de «Regeling Vermindering Verhuurderheffing»
(RVV)? Kunt u dit uitsplitsen naar de verschillende kortingstypen (dus ook de regelingen
die al zijn stopgezet, zoals de sloopregeling) en de hoeveelheid woningen? Kunt u
tevens per kortingstype de hoeveelheid nog geplande huurwoningen aangeven?1
Vraag 2
Wat wordt concreet bedoeld met «langere tijd» in uw eerdere antwoord dat «de intentie
van deze maatregel is dat deze huur voor langere tijd in het gereguleerde segment
moet blijven» en op welke wijze wordt de huurprijsontwikkeling van deze woningen bijgehouden?2
Vraag 3
Bent u bereid om een termijn van 20 jaar te hanteren, gelijk aan de termijn van de
vrijstelling van 20 jaar van de verhuurderheffing voor aangekochte particuliere huurwoningen
in krimpregio’s door woningcorporaties, zodat nieuwe huurwoningen die gerealiseerd
zijn met een korting op de verhuurderheffing minimaal 20 jaar in de sociale sector
blijven? Zo nee, waarom niet?3
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat Vestia nabij de Tweebosbuurt in Rotterdam-Zuid 137 sociale
huurappartementen bouwt en daarvoor een korting krijgt op de verhuurderheffing, maar
dat de huurprijzen van de appartementen al na één mutatie (wisseling van huurder)
worden geliberaliseerd? Is dit conform de voorwaarden van de RVV of is hier sprake
van oneigenlijk gebruik van de Regeling? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 5
Wanneer huurprijzen van nieuwe woningen aantoonbaar niet lang in het gereguleerde
(sociale) segment blijven, wat gebeurt er dan? Bent u bereid om een verhuurder ertoe
te bewegen om de huurprijzen te laten zakken, aangezien u het «onwenselijk vindt als
de huren van zulke woningen op korte termijn stijgen naar een prijs boven de liberalisatiegrens»,
of gaan de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) en/ of de Belastingdienst
over tot het intrekken van de korting op de verhuurderheffing? Kunt u uw antwoord
toelichten?4
Vraag 6
Wanneer de (toekomstige) kortingen op de verhuurderheffing voor Vestia onrechtmatig
zijn verkregen of zelfs worden teruggevorderd, wat betekent dat dan voor het Herijkt
Verbeterplan en wat betekent het voor de Tweebosbuurt? Op welke manier gaat u ervoor
zorgen dat de pijn niet weer bij de huurders terecht komt?
Vraag 7
Is het toegestaan om heffingsverminderingen aan te wenden voor andere doelen dan zoals
ze staan omschreven in de aanvragen voor heffingsvermindering en zijn corporaties
verplicht om hier melding van te maken bij de RVO? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 8
Bent u bereid om bij de evaluatie van de verhuurderheffing ook de financiële problemen
bij Vestia en andere corporaties te betrekken, omdat het schrappen van de verhuurderheffing
nog steeds de minst bureaucratische en meest rechtvaardige oplossing is om corporaties
te laten investeren in hun woningen en de betaalbaarheid van huurwoningen te verbeteren?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 9
Wilt u bovenstaande Kamervragen per vraag beantwoorden en niet clusteren?
Indieners
-
Gericht aan
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Sandra Beckerman, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.