Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Baudet over de voortgang van het stikstofbeleid
Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de voortgang van het stikstofbeleid (ingezonden 8 april 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 24 april
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Boeren boos omdat kabinet zelfs nu stikstofmaatregelen
wil doordrukken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke besluiten op het gebied van stikstof heeft u sinds 9 maart 2020 genomen? Voor
welke van die besluiten is wijziging van wet- of regelgeving noodzakelijk? Wanneer
zouden die besluiten in werking moeten treden, of wanneer zijn die besluiten in werking
getreden?
Antwoord 2
Bij brief van 23 maart jl. (Kamerstuk 35 334, nr. 72) heb ik u geïnformeerd over de openstelling van het stikstofregistratiesysteem op
die datum en de inwerkingtreding van de bijhorende ministeriële regeling per 24 maart
jl. Met dit systeem wordt het mogelijk om weer ruimte te bieden voor de realisatie
van de benodigde extra woningbouw en een zevental infrastructuurprojecten. Daarnaast
heeft het kabinet uw Kamer op 24 april jl. geïnformeerd over de structurele aanpak
van de stikstofproblematiek. Daarbij heeft het kabinet een pakket aan maatregelen
aangekondigd om de uitstoot en neerslag van stikstof te verminderen, de natuur te
herstellen en de vergunningverlening verder op gang te brengen. Het kabinet kiest
ervoor om op korte termijn de volgende drie elementen in regelgeving op te nemen:
de streefwaarde, de verplichting tot het treffen van een pakket aan bronmaatregelen
en de monitorings- en bijsturingssystematiek. Daarnaast zal per maatregel ook worden
bezien of en zo ja welke wijzigingen in wet- en regelgeving daarvoor nodig is. Dat
geldt in ieder geval voor de maatregel omtrent het voerspoor, zoals bij de beantwoording
van vraag 6 en 7 is toegelicht.
Vraag 3
Welke besluiten op het gebied van stikstof bent u voornemens om voor het zomerreces
nog te nemen? Voor welke van die besluiten is wijziging van wet- of regelgeving noodzakelijk?
Wanneer zouden die besluiten in werking moeten treden?
Antwoord 3
Op 24 april heeft het kabinet de structurele aanpak stikstof gepresenteerd. Deze aanpak
behelst een omvangrijk pakket aan maatregelen voor herstel en versterking van de natuur,
gericht op stikstofreductie, zodat economische en maatschappelijke activiteiten doorgang
kunnen vinden. Het Adviescollege Stikstofproblematiek zal voor de zomer haar advies
over de langere termijn presenteren. Het kabinet zal dit advies betrekken bij de uitwerking
van het genoemde maatregelenpakket en uw Kamer informeren over de voortgang en besluitvorming
die hieruit volgt. Verder verwijs ik u naar het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Heeft u er begrip voor dat het Landbouw Collectief zich ongehoord voelt, omdat u het
door hen gepresenteerde plan van aanpak «Uit de gecreëerde stikstofimpasse» zonder
deugdelijke onderbouwing terzijde heeft geschoven? Bent u bereid de voorstellen van
het Landbouw Collectief alsnog gedegen te beoordelen om te bezien welke voorstellen
kunnen worden overgenomen? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 4
Ik heb verschillende constructieve gesprekken gevoerd met het Landbouw Collectief
over de uitwerking van de maatregelen die zij in hun plan voorstellen. Het Landbouw
Collectief heeft de gesprekken hierover opgeschort. De maatregelen uit het plan, het
aanpassen van veevoer, weidegang en emissiearm uitrijden van mest, zijn maatregelen
die bijdragen aan de stikstofaanpak. De uitwerking van deze maatregelen zal ik zoveel
mogelijk in samenwerking met de landbouwsector oppakken.
Vraag 5
Bent u bekend met het bericht «Nevedi vindt aangekondigde voermaatregel van Minister
Carola Schouten onverstandig»?3
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6 en 7
Hoe beoordeelt u de vrees dat een norm op het RE-gehalte in mengvoer niet het beoogde
effect gaat hebben en mogelijk zelfs een averechts effect zal hebben?
Hoe beoordeelt u de vrees dat de aangekondigde voermaatregel op individueel bedrijfsniveau
gaat leiden tot knelgevallen, wat kan leiden tot gezondheidsproblemen en productiedalingen?
Antwoord 6 en 7
In de Kamerbrief van 13 november 2019 is een maatregel voor stikstofreductie via aanpassing
van veevoer aangekondigd als een van de maatregelen om stikstofruimte te creëren (Kamerstuk
35 334, nr. 1). De uitwerking van deze maatregel vindt momenteel plaats en is nog niet afgerond.
Uiteraard staat de effectiviteit van de maatregel voorop. Uitgangspunt is verder dat
sprake moet zijn van een maatregel die enerzijds rekening houdt met de PAS-uitspraak
van de Raad van State en anderzijds voor de betrokken veehouders ook haalbaar moet
zijn. Ik verwacht het concept van de desbetreffende ministeriële regeling eind deze
maand bij het parlement te kunnen voorhangen.
Vraag 8
Bent u bereid de voorgenomen voermaatregel te heroverwegen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
De diervoedermaatregel is noodzakelijk om stikstofruimte te scheppen. Om die reden
ben ik niet bereid de maatregel te heroverwegen.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de massale onvrede bij grote groepen burgers en bedrijven, in het
bijzonder uit de agrarische sector, over het door u gevoerde stikstofbeleid?
Antwoord 9
Het oplossen van het stikstofprobleem is complex en vraagt een bijdrage en inspanning
van alle betrokken sectoren. Het kabinet hecht eraan dit zorgvuldig en op een verantwoorde
wijze te doen. Bij de stappen die het kabinet zet, worden partijen zoveel mogelijk
betrokken. Daartoe heeft het kabinet inmiddels verschillende stappen gezet (onder
meer Kamerstuk 32 670, nr. 165 en 167, Kamerstuk 35 334, nr. 1, 25, en 44).
Vraag 10
Bent u ermee bekend dat de Kamer gedurende de coronacrisis in beginsel niet meer debatteert
over andere onderwerpen dan corona? Hoe beoordeelt u dat er omstreden beleid gevoerd
wordt op een moment dat de Kamer dat beleid wegens de crisisomstandigheden niet optimaal
kan controleren?
Antwoord 10
Het is aan de Kamer om te bepalen over welke onderwerpen debat plaatsvindt. Vanzelfsprekend
heeft de Kamer altijd de mogelijkheid om schriftelijke vragen te stellen.
Vraag 11
Bent u ermee bekend dat de bevolking gedurende de coronacrisis in beginsel niet meer
mag demonstreren? Hoe beoordeelt u dat er omstreden beleid gevoerd wordt op een moment
dat de bevolking wegens de crisisomstandigheden niet optimaal in protest kan komen
tegen dat beleid?
Antwoord 11
Het kabinet hecht grote waarde aan het recht om te mogen demonstreren. Echter staan
de veiligheid en gezondheid van mensen voorop. Het kabinet heeft alle samenkomsten
tot 1 september verboden, om te voorkomen dat het coronavirus zich verder verspreidt.
Dat betekent niet dat mensen niet meer hun mening kunnen uiten.
Vraag 12 en 13
Bent u ermee bekend dat de maatregelen om het coronavirus te bestrijden volgens het
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) leiden tot een vermindering
van de stikstofuitstoot tot 60 procent?4
Bent u bereid om de stikstofreductie die het gevolg is van de coronacrisis in mindering
te brengen op de stikstofreductie die u van de agrarische sector eist? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 12 en 13
Het KNMI schat dat er sprake is van een afname tussen de 20 en 60 procent van de NO2-concentraties (voornamelijk afkomstig uit verbrandingsmotoren) boven Nederland. Deze
schatting is gedaan op basis van satellietmetingen is daarom relatief onzeker. Deze
metingen van het KNMI zeggen echter niets over de concentraties van ammoniak, dat
ook een groot deel van de stikstofuitstoot vormt en onder andere vrijkomt in stallen
en bij het gebruik van (kunst)mest. De vermindering van de stikstofuitstoot zal dus
aanzienlijk lager zijn dan de genoemde 20 tot 60 procent stikstofdioxidereductie.
Het structurele effect van de Coronacrisis op de stikstofuitstoot is pas te bepalen
op het moment dat de structurele impact op de economie bekend is. Zodra dit bekend
is, zal het PBL gevraagd worden om dat effect inzichtelijk te maken. Het kabinet heeft
daarnaast, in het licht van de coronacrisis, scherp gekeken naar de omvang, timing
en financiering van het maatregelenpakket dat op 24 april is aangekondigd.
Vraag 14
Deelt u de mening dat er, zeker gelet op de enorme vermindering van stikstofuitstoot
tijdens de coronacrisis, geen enkele reden voor is om tijdens deze crisis stikstofmaatregelen
te blijven nemen? Bent u bereid om het stikstofbeleid op te schorten totdat de Kamer
weer debatteert en de bevolking weer mag demonstreren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
We staan voor de opgave om de economie en het maatschappelijke leven weer op gang
te brengen ten behoeve van het herstel van de werkgelegenheid, duurzame economische
groei en welvaart. Wat dan niet mag gebeuren, is dat het stikstofdossier onnodig belemmeringen
met zich meebrengt en het economisch herstel in de weg zit. Juist daarom heeft het
kabinet op 24 april de structurele aanpak van de stikstofproblematiek gepresenteerd
met een omvangrijk pakket aan maatregelen voor herstel en versterking van de natuur,
dat het fundament legt waarop economische en maatschappelijke activiteiten doorgang
kunnen vinden.
Vraag 15
Bent u bekend met het bericht «Komende maanden al miljardenschade boeren en tuinders»?5
Antwoord 15
Ja.
Vraag 16
Hoe beoordeelt u de verwachting dat de agrarische sector naar verwachting 5 miljard
schade zal lijden door de coronacrisis, in het licht van de door u voorgenomen stikstofmaatregelen
die daarbovenop zullen komen? Deelt u de mening dat dit een extra reden is om gedurende
de coronacrisis geen nieuwe stikstofmaatregelen te treffen?
Antwoord 16
De coronacrisis heeft ook grote impact op de agrarische sector. Het kabinet zet zich
volledig in om economische en maatschappelijke steun te bieden waar dat kan, zoals
het onlangs gedaan heeft met het bieden van een steunpakket aan de sierteelt- en frietaardappelsector
met een omvang van € 650 miljoen. Dagelijks zijn wij in contact met diverse landbouwsectoren
over de impact van de coronacrisis op de agrarische sector en wordt geholpen waar
mogelijk. Wat dan niet mag gebeuren, is dat het stikstofdossier onnodig belemmeringen
met zich meebrengt en het economisch herstel in de weg zit. Juist daarom is het van
belang om tot een goede structurele aanpak voor stikstof te komen en de noodzakelijke
maatregelen te nemen zodat economische activiteiten doorgang kunnen vinden en natuur
hersteld wordt.
Vraag 17
Bent u bekend met het bericht «Stikstofwinst door langzamer rijden al weg door één
hondendrol»?6
Antwoord 17
Ja.
Vraag 18
Hoe beoordeelt u de berekening van het Mesdagfonds, waaruit blijkt dat de verlaging
van de maximumsnelheid een stikstofbesparing van slechts 1,2 mol per hectare per jaar
oplevert? Vindt u de stikstofbesparing die de verlaging van de maximumsnelheid oplevert
in verhouding staan tot de enorme weerstand onder weggebruikers over deze maatregel?
Antwoord 18
De verlaging van de maximumsnelheid is aangekondigd in de Kamerbrief van 13 november
2019 (Kamerstuk 35 334, nr. 1). Zowel het RIVM als onderzoekers van het Mesdagfonds hebben een stikstofbesparing
berekend van 1,2 mol per hectare per jaar. In de eerder genoemde Kamerbrief heeft
het kabinet aangegeven met prioriteit van de vergunningverlening voor woningbouw en
7 infrastructuurprojecten op gang te brengen. De verlaging van de maximumsnelheid
is een cruciaal onderdeel van het bijbehorende pakket maatregelen, waardoor dit met
de grootst mogelijke spoed gerealiseerd kan worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.