Schriftelijke vragen : Kinderopvangtoeslag in werkloosheid tijdens de coronacrisis.
Vragen van de leden Kwint, Leijten en Van Kent (allen SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over kinderopvangtoeslag in werkloosheid tijdens de coronacrisis (ingezonden 23 april 2020).
Vraag 1
Klopt het dat de Belastingdienst de kinderopvangtoeslag van ouders die hun baan zijn
kwijtgeraakt na drie maanden stopzet, ook tijdens deze coronacrisis?
Vraag 2
Deelt u de mening dat de kans dat iemand zonder werk momenteel een nieuwe baan vindt,
relatief gering is?
Vraag 3
Deelt u de mening dat met de huidige wachtlijsten in de kinderopvang er een reëel
risico bestaat dat wanneer iemand nu de kinderopvang stopzet, hij of zij – wanneer
er een baan gevonden is – straks niet aan het werk kan gaan omdat er nog geen kinderopvang
gevonden is?
Vraag 4
Staat dit niet haaks op uw ambities om iedereen die kan werken, ook in de gelegenheid
te stellen om daadwerkelijk te gaan werken?
Vraag 5
Bent u gezien bovenstaande alsnog voornemens om de kinderopvangtoeslag voor ouders
zonder baan in deze moeilijke periode om werk te vinden te verlengen naar bijvoorbeeld
zes maanden? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Bart van Kent, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.