Schriftelijke vragen : Het artikel ‘Openbaar Vervoer Nederland: richtlijnen nodig voor wie met ov mag reizen’
Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «Openbaar Vervoer Nederland: richtlijnen nodig voor wie met ov mag reizen» (ingezonden 23 april 2020).
Vraag 1
Bent u bekend het artikel «Openbaar Vervoer Nederland: richtlijnen nodig voor wie
met ov mag reizen»?1
Vraag 2
Kunt u – tegen de achtergrond van het feit dat branchevereniging Openbaar Vervoer
Nederland (OVNL) heeft becijferd dat met het aanhouden van de anderhalvemeterrichtlijn
15–20% (tram en bus) en 20–25% (trein) van de voorheen normale passagiersaantallen
vervoerd kan worden – toelichten wat uw visie is op het normaliseren van het openbaar
vervoer bij het versoepelen van de coronarichtlijnen?
Vraag 3
Hoe oordeelt u over de suggestie van OVNL om richtlijnen op te stellen die bepalen
wie wel en niet met het openbaar vervoer mag reizen?
Vraag 4
Is het in het verlengde van vraag drie denkbaar dat er op een bepaalde manier (bijvoorbeeld
met een speciaal pasje) voorrang tot het ov verleend wordt aan een reiziger in een
vitaal beroep? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 5
Hoe oordeelt u over de stellingname van OVNL dat er 1,4 miljard geïnvesteerd zou moeten
worden om het openbaar vervoer coronaproof te maken?
Vraag 6
Wat zijn de bevoegdheden van de vervoerder in een situatie dat meer mensen willen
reizen dan volgens de anderhalvemeterrichtlijn is toegestaan?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.