Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kooten-Arissen over COVID-19 en de bestrijding ervan
Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (Van Kooten-Arissen) aan de Minister-President en Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over COVID-19 en de bestrijding ervan (ingezonden 30 maart 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 22 april
2020).
Vraag 1
Herinnert u zich de aangenomen moties met daarin het verzoek om ervoor te zorgen dat
er getest kan worden door voldoende beschikbaarheid van zowel printplaten als Lysisbuffer?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zijn de voornoemde zaken nu beschikbaar en kan er massaal getest worden met de Roche
systemen? Zo nee, wat zijn dat de belemmeringen en hoe gaat u die onmiddellijk oplossen?
Antwoord 2
Wij verwijzen u hiervoor naar de brief van 7 april jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 219).
Vraag 3
Heeft u het aanbod van Wageningen Bioveterinary Research opgepakt en worden er nu
dagelijks 1.500 testen op COVID-19 gedaan? Zo nee, waaraan ligt dat?2
Antwoord 3
Ja, dit laboratorium is onderdeel van de opgeschaalde testcapaciteit. Zie ook de brief
van dinsdag 31 maart jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 200).
Vraag 4
Klopt het dat Duitsland – dat ongeveer vijf keer zo groot is als Nederland – op dit
moment 500.000 testen per week uitvoert en dat opvoert naar 1.400.000 testen per week?3
Antwoord 4
Ik heb geen nadere informatie voorhanden dan die in de door u aangehaalde verwijzing
over het aantal in Duitsland uitgevoerde tests. Ik kan dus niet bepalen of deze aantallen
juist zijn.
Vraag 5
Hoeveel testen op COVID-19 heeft Nederland de afgelopen week uitgevoerd?
Antwoord 5
Begin april werden ca. 4.000 tests per dag uitgevoerd, afgelopen week lag de piek
op 6.800 tests per dag (virologische dagstaten RIVM).
Vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat in Nederland binnen een week minstens 50.000 testen per
dag kunnen worden uitgevoerd?
Antwoord 6
De nu beschikbare testcapaciteit bij de inmiddels 45 gevalideerde laboratoria bij
normale werktijden bedraagt 17.500 per dag, bij ruimere werktijden en optimale benutting
maximaal 29.000 per dag. Met het huidige testbeleid is de huidige capaciteit voldoende.
De testcapaciteit zal nog toenemen doordat meer laboratoria zich laten valideren en
capaciteit op sommige al gevalideerde labs verruimd zal worden door extra apparatuur.
Zo zijn we goed voorbereid op een eventuele verdere verruiming van het testbeleid.
Hierbij blijft de beschikbaarheid van testmaterialen een limiterende factor. Wij verwijzen
u tevens naar de brief van 7 april jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 219) en 15 april jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 249).
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat een persoon bij wie COVID-19 verdacht wordt, een voor ouderen
en mensen met bepaalde onderliggende gezondheidsklachten in potentie dodelijke ziekte,
toch het recht zou moeten hebben om een test te ondergaan om te weten of deze persoon
het heeft en of diegene besmettelijk is?
Antwoord 7
Het huidige testbeleid voor patiënten richt zich op het testen van mensen met klachten
in 3 categorieën:
1. Mensen boven de 70 jaar
2. Mensen met een verhoogd risico op een ernstig beloop van de besmetting
3. Mensen met een verhoogd risico om de besmetting te verspreiden, bijvoorbeeld door
een verminderd beoordelingsvermogen.
Hiermee testen we zowel als het relevant is voor de patiënt zelf, maar ook als het
voor de omgeving belangrijk is om te weten of iemand besmet is.
Wat betreft zorgwerkers testen we zorgmedewerkers met klachten in alle zorgsectoren.
De richtlijnen voor het testen van professionals buiten het ziekenhuis zijn aangepast
aan dit landelijke testbeleid (huisartsenpraktijk, gehandicaptenzorg, verpleeghuizen,
woonzorgcentra en kleinschalige woonvormen, wijkverpleging en huishoudelijke hulp,
ambulancedienst, verloskundigen en kraamzorg, geestelijke gezondheidzorg en jeugdzorg).
In sommige sectoren of zorginstellingen kan thuis werken of tijdelijke aanpassing
van het werk een oplossing zijn om het besmettingsrisico te beheersen.
Vraag 8
Denkt u dat u de verspreiding van het virus kunt stoppen (het reproductiegetal (R0)
onder de waarde 1 brengen) zonder massaal te testen? Zo ja, kunt u dan een voorbeeld
noemen van een land (of gebied) dat zonder massaal testen het virus heeft weten in
te dammen?
Antwoord 8
De huidige maatregelen zijn genomen om het reproductiegetal zo ver mogelijk te laten
zakken en verdere verspreiding van het virus te voorkomen. Door te testen wordt inzicht
verkregen in de verspreiding onder de populatie. In de brief van 7 april jl. (Kamerstuk
25 295, nr. 219) wordt verder ingegaan op de uitbreiding van het testbeleid.
Vraag 9
Klopt het dat een groot aantal mensen geen of nauwelijks symptomen heeft, maar wel
zeer besmettelijk is en kent u de wetenschappelijke schattingen dat deze groep mensen
verantwoordelijk is voor het merendeel van de besmettingen van het coronavirus?4
Antwoord 9
Ongeveer 80% van de gemelde gevallen heeft milde tot matig ernstige klachten. Zowel
mensen met milde als met ernstige klachten kunnen het virus uitscheiden en besmettelijk
zijn. Bij mensen zonder klachten is het virus in de keel aangetoond zonder dat deze
mensen zelf later ziek werden. Onduidelijk is of het aantonen van dit virus bij mensen
zonder klachten ook betekent dat zij besmettelijk zijn. Op basis van de huidige literatuur
zijn het voornamelijk mensen met klachten die bijdragen aan de verspreiding en lijkt
de bijdrage van asymptomatische personen beperkt. Hier wordt op dit moment verder
wetenschappelijk onderzoek (nationaal en internationaal) naar gedaan.
Vraag 10
Houdt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in haar modellen rekening
met het feit dat asymptomatische casussen besmettelijk zijn?
Antwoord 10
Modeluitkomsten voor scenario’s met en zonder besmettelijkheid van asymptomatische
gevallen geven eenzelfde uitkomst zodra het model gekalibreerd is op de aantallen
nieuwe gemelde ziekenhuisopnames of op de aantallen nieuwe IC opnames. Het maakt voor
de uitkomsten dus niet uit of het RIVM wel of niet rekening houdt met besmettelijkheid
van asymptomatische gevallen.
Vraag 11
Ongeveer welk percentage van de besmettingen wordt volgens het RIVM (in haar modellen)
veroorzaakt door asymptomatische dragers?
Antwoord 11
Het percentage van de besmettingen door asymptomatische dragers wordt niet in het
model aangegeven.
Vraag 12
Hoeveel mensen zijn er naar de beste schattingen van het RIVM op dit moment besmet
met het coronavirus (getest en niet-getest)?
Antwoord 12
Het vaststellen van het aantal mensen dat tot nu toe in Nederland besmet is geraakt
vereist een serologische studie. Deze studies worden nu uitgevoerd.
Vraag 13
Als niet heel precies duidelijk is wie besmet is en wie niet, hoe kan dan effectief
het coronavirus worden bestreden?
Antwoord 13
Het minimaliseren van het risico op verdere verspreiding kan bereikt worden door vast
te houden aan het advies om zoveel mogelijk thuis te blijven en social distancing
toe te passen.
Vraag 14
Hoe voorkomt u dat verpleeghuizen, waar personeel niet getest wordt, veranderen in
besmettingshaarden? Kunt u de kwetsbare bewoners beschermen als onbekend is of personeelsleden
besmet zijn?
Antwoord 14
Het OMT heeft geadviseerd om onder meer zorgmedewerkers in het verpleeghuis met klachten
te testen. Met ingang van 6 april is dit nieuwe testbeleid van kracht geworden. Het
OMT adviseert ook om patiënten met klachten in het verpleeghuis te testen. Dit is
huidige praktijk. Daarnaast worden kwetsbare bewoners in verpleeghuizen beschermd
door de algemene hygiënerichtlijnen, door de bezoekregeling voor verpleeghuizen, door
patiënten met (verdenking van) COVID-19 geïsoleerd te verplegen, door het beleid gericht
op de inzet van personeel bij ziekte en door het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddel
volgens de richtlijnen zoals aangegeven op de website van het RIVM5.
Vraag 15
Herinnert u zich dat u op donderdag het 60e en 61e verslag van het Outbreak Management
Team (OMT) aan de Kamer stuurde? Kunt u alle verslagen/adviezen van het 45e OMT tot
en met het 57e OMT aan de Kamer doen toekomen, evenals de ongenummerde ofwel anders
genummerde verslagen/adviezen over dit onderwerp in de breedste zin van het woord?
Antwoord 15
Alle OMT adviezen worden steeds naar de Tweede Kamer gezonden. De nummers 45 tot en
met 55 hebben geen betrekking op het onderwerp COVID-19. De nummers 56 en 57 wel,
deze zijn ook aan de Tweede Kamer gezonden en treft u bijgaand nogmaals aan.
Vraag 16
Kunt u uitleggen waarom landen als Denemarken, Noorwegen en Duitsland er wel in slagen
om het coronavirus te onderdrukken en het Nederland een stuk minder goed lukt?
Antwoord 16
Vergelijkingen over het succes van het beleid tussen verschillende landen zijn vooralsnog
moeilijk te maken.
Vraag 17
Wat is uw strategie voor de komende vier maanden om deze pandemie onder controle te
krijgen?
Antwoord 17
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de brieven COVID-19 Update stand
van zaken van 7 april en 15 april jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 219 en kenmerk Kamerstuk 25 295, nr. 249).
Vraag 18
Klopt het dat «slechts» elf procent van de patiënten met griepklachten bij de huisarts
het coronavirus blijkt te hebben na het testen hierop?6 Betekent dit dat het advies om binnen te blijven bij griepklachten ertoe leidt –
indien volledig uitgevoerd – dat er voor elk huishouden met een coronapatiënt, er
ook ten minste negen huishoudens zonder coronapatiënt moeten binnenblijven en niet
naar het werk gaan?
Antwoord 18
Het percentage mensen met griepachtige klachten dat het coronavirus blijkt te hebben,
wordt regelmatig geactualiseerd. Het meest recente percentage kunt u vinden bij: https://www.nivel.nl/nl/zorgregistraties-eerste-lijn/surveillance
Dit percentage is gebaseerd op een steekproef en geeft dus geen volledig beeld van
Nederland. Niet alle mensen gaan namelijk naar de huisarts met griepachtige klachten.
Hierbij moet ook worden aangetekend dat niet alle huisartsen vallen onder deze NIVEL/RIVM
peilstations. Het beleid kan inderdaad met zich meebrengen dat gezinnen met verkoudheidsklachten
door andere virussen hierdoor ook thuis moeten blijven. Overigens worden ook mensen
zonder klachten opgeroepen zoveel mogelijk thuis te blijven.
Vraag 19
Zou het niet veel effectiever, goedkoper en begrijpelijker zijn als de mensen getest
worden en er strikte quarantaine en zorg is voor mensen met het coronavirus, zoals
de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) overigens ook officieel adviseert?
Antwoord 19
In de brief van 7 april jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 219) wordt verder ingegaan op de uitbreiding van het testbeleid.
Vraag 20
Wanneer is iemand genezen van het coronavirus en niet meer besmettelijk?
Antwoord 20
Na 24 uur volledig klachtenvrij wordt iemand als niet besmettelijk beschouwd. Dat
betekent dus geen symptomen zoals koorts, neusverkoudheid en/of hoesten.
Vraag 21
Welke wetenschappelijke onderzoeken en adviezen liggen ten grondslag aan uw antwoord
op de voorgaande vraag en hoe verhoudt zich daarmee het verschil tussen het antwoord
op eenzelfde vraag op de website van het RIVM7 en het officiële WHO advies8 waaraan u het Nederlandse bestrijdingsbeleid ten aanzien van COVID-19 zegt te willen
laten voldoen?
Antwoord 21
Het antwoord op vraag 20 is gebaseerd op advies van experts van het OMT. Hetzelfde
advies wordt ook gegeven op de website van het RIVM. Er wordt internationaal en in
Nederland verder onderzoek gedaan naar besmettelijkheid. De resultaten van deze onderzoeken
worden door het OMT meegewogen in hun toekomstige adviezen. In het WHO document waarnaar
wordt verwezen wordt geen indicatie gegeven wanneer iemand niet meer besmettelijk
is9.
Vraag 22
Kunt u deze vragen afzonderlijk en voor aanstaande dinsdag 20.00 uur beantwoorden?
Antwoord 22
Tot mijn spijt is het niet gelukt deze vragen eerder te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.