Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sjoerdsma, Van Helvert, De Roon, Van Ojik, Karabulut, Ploumen, Voordewind, Van Raan, Krol, Van der Staaij, Kuzu, Baudet, Van Kooten-Arissen en Van Haga over de repatriëring van Nederlanders in het buitenland
Vragen van de leden Sjoerdsma (D66), Van Helvert (CDA), De Roon (PVV), Van Ojik (GroenLinks), Karabulut (SP), Ploumen (PvdA), Voordewind (ChristenUnie), Van Raan (PvdD), Krol (50PLUS), Van der Staaij (SGP), Kuzu (DENK), Baudet (FvD), Van Kooten-Arissen (Van Kooten-Arissen) en Van Haga (Van Haga) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de repatriëring van Nederlanders in het buitenland (ingezonden 2 april 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 21 april 2020).
Vraag 1 en 2
Hoeveel Nederlanders zitten er volgens de tot u beschikbare informatie nog vast in
het buitenland zonder dat zij op dit moment naar huis kunnen vliegen?
Hoeveel Nederlanders die zich op dit moment ingeschreven hebben op www.bijzonderebijstandbuitenland.nl bevinden zich nu nog in het buitenland?
Antwoord 1 en 2
Op 8 april jl. is de registratie voor Bijzondere Bijstand Buitenland gesloten (ref.
Kamerstuk 32 734, nr. 462). Alle aandacht gaat op dit moment uit naar het organiseren van de veilige thuiskomst
van de resterende gestrande reizigers. Op het moment van sluiten van de registratie
hadden zich in totaal ruim 25.000 gestrande Nederlandse reizigers geregistreerd.
Van de geregistreerde Nederlandse burgers zijn er circa 5.375 met 32 speciale vluchten
– uitgevoerd in het kader van het «Convenant Bijzondere Bijstand Buitenland» – naar
huis gebracht. Circa 10.000 geregistreerde reizigers wisten daarnaast, vaak met advies
en ondersteuning van Buitenlandse Zaken, op andere wijze huiswaarts te keren of geven
aan om andere redenen niet langer gebruik te willen of hoeven maken van Bijzondere
Bijstand Buitenland. Op moment van schrijven staan nog circa 8.000 Nederlanders geregistreerd
die hebben aangegeven bijstand te wensen bij terugkeer naar Nederland behoeven. Een
deel van deze 8.000 Nederlanders verblijft overigens in landen van waaruit commercieel
nog kan worden gevlogen. De speciale vluchten uitgevoerd in het kader van het «Convenant
Bijzondere Bijstand Buitenland» richten zich op gestrande Nederlandse reizigers die
geen beroep kunnen doen op een reisorganisatie of luchtvaartmaatschappij.
Vraag 3 en 4
Bent u ermee bekend dat van de grote groep Nederlanders die tegen hun wil nog vastzitten
in het buitenland, een aanzienlijk deel al meerdere malen tickets terug naar Nederland
heeft gekocht zonder dat zij uiteindelijk van een vlucht gebruik konden maken, noch
dat zij de kosten hiervan terugkrijgen?
Bent u ermee bekend dat van de grote groep Nederlanders die tegen hun wil nog vastzitten
in het buitenland, een aanzienlijk deel gedwongen is tot hoge extra kosten voor verblijf,
levensonderhoud, en bijvoorbeeld telefoonkosten voor contact met het thuisfront?
Antwoord 3 en 4
Ik ben bekend met deze situatie. De coronacrisis brengt voor veel Nederlanders in
binnen- en buitenland onzekerheden, vragen en problemen mee. Daar is veel begrip voor.
Met de grootst mogelijke inspanning van personeel in Nederland en het buitenland,
en in nauwe samenwerking met o.a. organisaties uit de reissector, verzekeraars, luchtvaartmaatschappijen
wordt eraan gewerkt om gestrande Nederlandse reizigers in het buitenland te helpen
zo snel mogelijk terug te keren naar Nederland.
Vraag 5
Hoe verhoudt de Nederlandse financiële regeling zich tot de regelingen van andere
EU-landen voor repatriëring, zoals Duitsland, waarbij enkel de in de consulaire wet
bepaalde kosten gedragen hoeven te worden door de reiziger?
Antwoord 5
De Nederlandse aanpak lijkt op de aanpak van een groot aantal andere EU-lidstaten
en andere buitenlandse partners. Tot nu toe hebben – naast Nederland – verscheidene
EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk nationale repatriëringsvluchten aangemeld
bij het Europees Civiel Beschermingsmechanisme (UCPM). De praktische vormgeving van
die repatriëringsvluchten verschilt per lidstaat, vooral wat betreft de samenwerking
met de private sector. In enkele EU-lidstaten worden ook vluchten bij een nationale
luchtvaartmaatschappij gecharterd door de overheid.
Net als veel andere landen heeft Nederland er met het Convenant Bijzondere Bijstand
Buitenland voor gekozen om in te zetten op het maximaal samenwerken met actoren uit
de private sector (reisorganisaties, luchtvaartmaatschappijen, alarmcentrales, verzekeraars)
bij een zelfstandige uitvoer van de vluchten. Op deze wijze legt Nederland een belangrijke
focus op de eigen verantwoordelijkheid van de burger, meer dan in andere landen het
geval is.
Het Verenigd Koninkrijk kent een systeem vergelijkbaar met Nederland, dat uit gaat
van repatriëringsvluchten vanuit moeilijk bereikbare landen in aanvulling op reguliere
commerciële vluchten. Voor deze repatriëringsvluchten wordt net als in Nederland een
eigen bijdrage gerekend, bedoeld om de kosten van deze aanpak zoveel mogelijk te mitigeren.
Voor de volledigheid bevestig ik daarbij nogmaals dat de eigen bijdrage niet voldoende
zal zijn om alle kosten van de veilige terugkeer te dekken. Gestrande reizigers leveren
op die wijze een financiële bijdrage aan de daadwerkelijke kosten, die hoger zullen
liggen.
Vraag 6 en 7
Bent u het ermee eens dat het veilig terugkrijgen van deze groep Nederlanders de allerhoogste
prioriteit moet hebben?
Bent u het ermee eens dat individuele financiële overwegingen of kosten geen obstakel
voor repatriëring mogen zijn?
Antwoord 6 en 7
Ja. Het snel, veilig en gezond terughalen van Nederlandse reizigers uit het buitenland
heeft de hoogste prioriteit. Wij zullen dan ook geen Nederlandse reiziger laten staan
als het erop aan komt. Daarom is ook niet gekozen voor een betaling vooraf, maar om
de bijdrage achteraf te verrekenen. Tegelijkertijd moet worden benadrukt dat het een
complexe en unieke operatie gaat: het betreft hier ongekend grote aantallen reizigers
en voor een succesvolle repatriëringsvlucht zijn we ook afhankelijk van de medewerking
van de lokale autoriteiten. In sommige gevallen zal het niet mogelijk zijn om op korte
termijn een veilige terugkeer naar Nederland te organiseren.
Vraag 8
Bent u bereid om Jordanië, Israël, Libanon en de Palestijnse Gebieden toe te voegen
aan de lijst waarvoor het tarief van 300 euro geldt?
Antwoord 8
Ik ben bereid welwillend te kijken naar het verzoek om Jordanië, Israël, Libanon en
de Palestijnse Gebieden toe te voegen aan de lijst waarvoor het tarief van 300 euro
geldt.
Vraag 9
Bent u bereid om een coulance-regeling te treffen voor bepaalde gevallen, bijvoorbeeld
voor mensen die al hoge kosten hebben gemaakt voor verlengd verblijf, voor de aankoop
van tickets die uiteindelijk geen heil boden, of voor mensen die in financiële problemen
komen door de gevraagde bijdrage? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
De Nederlandse consulaire bijstand gaat uit van een eigen verantwoordelijkheid van
Nederlandse reizigers. Dit uitgangspunt is herhaaldelijk met uw Kamer besproken in
de debatten naar aanleiding van de jaarlijkse «Staat van het Consulaire». Dit geldt
ook in de huidige situatie als het gaat om de verantwoordelijkheid van reizigers om
voor hun reis en onderdak te zorgen en waar mogelijk zelfstandig hun terugkeer te
organiseren via commercieel beschikbare vluchten.
Om reizigers bij te staan in het maken van een geïnformeerde afweging over hun reis,
publiceert het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor elk land een reisadvies. Reeds
op 17 maart jl. werd reizigers wereldwijd aangeraden alleen nog naar het buitenland
te reizen indien strikt noodzakelijk, en wanneer zij reeds in het buitenland waren,
om na te gaan of verblijf in het buitenland noodzakelijk was en of er mogelijkheden
tot vertrek waren.
Toen bleek dat reizen vanuit sommige locaties niet langer mogelijk was, is het convenant
Bijzondere Bijstand Buitenland opgezet om in deze uitzonderlijke omstandigheden gestrande
reizigers te helpen die vastzitten in landen waar langs commerciële weg geen terugvlucht
meer mogelijk is. Ik heb uiteraard begrip voor de onderliggende zorgen, wij zullen
dan ook geen Nederlandse reiziger laten staan als het erop aan komt. Dat is ook de
reden waarom niet is gekozen voor betaling vooraf, maar om bijdrage achteraf te verrekenen.
Een dergelijke eigen bijdrage is logisch en passend omdat op deze wijze Nederlandse
reizigers worden bijgestaan, het gelijkheidsbeginsel wordt toegepast, prudent met
publieke middelen wordt omgegaan en eventueel misbruik waar mogelijk wordt tegengegaan.
De verplichte bijdrage zal worden benut om de totale kosten van deze aanpak zoveel
mogelijk te mitigeren en op deze manier zo veel mogelijk gestrande Nederlandse reizigers
te kunnen helpen door de gezamenlijke inspanningen in het kader van de uitvoering
van het «Convenant Bijzondere Bijstand Buitenland» met de alarmcentrales, de reisbranche,
luchtvaartmaatschappijen, verzekeraars en de rijksoverheid.
Daarnaast zijn er serieuze gevolgen voor de overheidsfinanciën die voortkomen uit
de ontwikkelingen rondom het Corona-virus, ook voor Buitenlandse Zaken en voor Consulaire
zaken. In het licht van de eigen verantwoordelijkheid en de negatieve impact op de
Rijksbegroting acht ik een coulanceregeling niet opportuun. Wel is voorzien in een
zorgvuldig betaalsysteem, waarbij betalingsregelingen en gespreide verrekening mogelijk
worden gemaakt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.