Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het bericht dat het fokken van honden met extreem platte snuiten ondanks een verbod ongestraft doorgaat
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat het fokken van honden met extreem platte snuiten ondanks een verbod ongestraft doorgaat (ingezonden 17 januari 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 17 april
2020).Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1612.
Vraag 1
Kent u het bericht «Ondanks verbod gaat fokken mopshond met platte snuit stug door:
«Misdadig is het»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het juist dat het fokken en verhandelen van honden met een te korte snuit doorgaat,
ondanks het feit dat dit verboden is sinds 2014?
Antwoord 2
Het komt nog voor dat kortsnuitige honden worden gefokt die niet aan de criteria voldoen
en er wordt in kortsnuitige honden gehandeld, omdat de handel niet verboden is. Echter,
door de beschikbare criteria kan er beter gecontroleerd worden of een fokker van kortsnuitige
honden artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren overtreedt. De Nederlandse Voedsel-
en Warenautoriteit (NVWA) heeft eind 2019 de eerste controles waarbij de criteria
zijn toegepast uitgevoerd. Het is echter te vroeg om te concluderen wat daarvan de
effecten zijn. Daarnaast is het belangrijk dat er een omslag in denken komt bij zowel
de fokker als de hondeneigenaar. Veelal zijn zij zich er nog niet van bewust dat extreem
korte snuiten leed bij honden veroorzaakt. Om die bewustwording te bevorderen vindt
onder meer voorlichting plaats op de websites van het Landelijk Informatie Centrum
Gezelschapsdieren (LICG), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de
NVWA.
Vraag 3
Is het juist dat er nog altijd vele fokkers in overtreding zijn, ondanks het feit
dat de nadere criteria om dit verbod te handhaven sinds maart 2019 beschikbaar zijn?
Antwoord 3
Ik verwijs uw Kamer naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Hoeveel beroepsmatige fokkers en hobbyfokkers van kortsnuitige honden zijn er in Nederland?
Antwoord 4
Er zijn 386 hondenfokkers geregistreerd bij RVO.nl met een Uniek Bedrijfsnummer (UBN).
Zij gelden als beroepsmatige fokkers. Door RVO.nl wordt niet vastgelegd met welk ras
de fokker fokt. Hobbymatige fokkers hoeven zich niet te laten registreren.
Vraag 5
Is bij het publiceren van de nadere criteria een nulmeting uitgevoerd om te achterhalen
hoeveel fokkers in Nederland op dat moment honden fokten met extreme uiterlijke kenmerken
die de gezondheid van het dier benadelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Bij de Raad van Beheer is een deel van de fokkers van kortsnuitige rassen geregistreerd.
Fokkers die zonder stamboom fokken (zogenaamde lookalikes) zijn niet georganiseerd
en daarom niet eenvoudig te vinden. Het is dus niet mogelijk geweest een nulmeting
uit te voeren.
Vraag 6
Op welke manier wordt het effect van de verscherpte handhaving gemeten?
Antwoord 6
Het effect van de verscherpte handhaving wordt per zaak gemeten. De NVWA voert een
inspectie uit bij een fokker van kortsnuitige honden. Wanneer een overtreding wordt
vastgesteld, kan een schriftelijke waarschuwing worden gegeven of een bestuurlijke
boete worden opgelegd. Vervolgens wordt er een hercontrole uitgevoerd om te kijken
of de handhaving effect heeft gehad.
Vraag 7
Is het juist dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) sinds het publiceren
van de nadere criteria slechts bij één fokker op inspectie is geweest en daar alleen
een waarschuwing heeft afgegeven? Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord 7
Dit is niet juist. In 2019 zijn er negen fokkers van kortsnuitige honden gecontroleerd.
De resultaten van deze controles zijn door de NVWA gepubliceerd.
Vraag 8
Is het juist dat de NVWA geen boetes heeft uitgedeeld? Zo nee, hoeveel boetes zijn
er uitgedeeld?
Antwoord 8
Conform het interventiebeleid van de NVWA wordt een eerste overtreding afgedaan met
een schriftelijke waarschuwing. Wanneer bij hercontrole opnieuw een overtreding wordt
vastgesteld, wordt een bestuurlijke boete opgelegd.
Vraag 9
Hoeveel reguliere inspecties hebben er in 2019 plaatsgevonden bij fokkers van kortsnuitige
honden, hoeveel meldingen zijn er in 2019 binnengekomen over fokkers van kortsnuitige
honden en hoeveel inspecties zijn er in 2019 uitgevoerd naar aanleiding van een melding
over fokkers van kortsnuitige honden?
Antwoord 9
Er zijn in 2019 negen controles bij fokkers van kortsnuitige honden uitgevoerd. Voor
deze controles was een selectie gemaakt van fokkers die met en zonder stamboom fokken
Over één fokker was óók een melding binnengekomen.
Vraag 10
Heeft u naar aanleiding van het formuleren van de nadere criteria aanleiding gezien
om de reguliere inspecties frequenter te laten plaatsvinden, met het oog op het doel
om in de overgangsfase het fokken van honden met extreme uiterlijke kenmerken binnen
twee tot drie generaties uit te faseren? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 10
In 2020 zullen meer controles, op basis van selectie en op basis van meldingen, worden
uitgevoerd op het fokken van honden met extreme uiterlijke kenmerken.
Vraag 11
Hoeveel controleurs worden ingezet om deze inspecties uit te voeren en hoeveel fte
is hiervoor beschikbaar binnen de NVWA?
Antwoord 11
In 2019 was voor deze specifieke controles 0,6 fte beschikbaar. In 2020 is dit verhoogd.
Verdeeld over verschillende inspecteurs en dierenartsen zijn 2,9 fte beschikbaar.
In mijn brief van 31 maart 2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 1230) heb ik uw Kamer gemeld dat de NVWA in verband met de maatregelen die gelden ter
bestrijding van het Coronavirus de inspecties tot het noodzakelijke beperkt. Dat betreft
bijvoorbeeld inspecties naar aanleiding van meldingen bij de NVWA die vanwege de ernst
van de overtreding en/of de mogelijke gevolgen voor het dierenwelzijn of de diergezondheid
onmiddellijk om een inspectie vragen.
Vraag 12
Hoe vaak is het in de afgelopen vijf jaar voorgekomen dat deze controleurs gedurende
het jaar andere taken kregen, door herprioritering van uren of omdat het aantal beschikbare
uren voor deze taak niet toereikend was?
Antwoord 12
In de afgelopen vijf jaar zijn controleurs van gezelschapsdieren niet voor andere
taken ingezet. Het aantal ingeplande uren voor controles gezelschapsdieren werd zelfs
ieder jaar overschreden.
Vraag 13
Heeft u aanleiding gezien dit aantal te verhogen gezien de noodzaak tot verscherpte
controle? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ja, zie ook mijn antwoord op vraag 11.
Vraag 14
Is het juist dat de nadere criteria zijn ingevoerd om het verbod in de praktijk handhaafbaar
te maken?
Antwoord 14
Zoals ik in mijn brief van 16 maart 2019 (Kamerstuk 28 286, nr. 1039) ook aan uw Kamer gemeld heb zijn criteria ingevoerd ten behoeve van de handhaafbaarheid.
Vraag 15
Kunt u in dat licht de volgende uitspraak van de woordvoerder van de NVWA duiden:
«We kunnen niet zomaar boetes uitdelen. Als we een overtreding constateren, dan moeten
we dat goed onderbouwen en een hele casus opbouwen.»?
Antwoord 15
Als een inspecteur van de NVWA een overtreding constateert, maakt hij een rapport
van bevindingen op waarin alle geconstateerde feiten en omstandigheden worden vastgelegd.
Dit bewijs is nodig ter onderbouwing van de in te zetten interventie. Het is aan de
NVWA om te bewijzen dat er een overtreding is gepleegd.
Vraag 16
Valt hieruit te concluderen dat vaststelling van de nadere criteria tot nu toe niet
heeft geleid tot handhaving van het verbod? Zo ja, hoe is dat mogelijk?
Antwoord 16
Deze conclusie deel ik niet. De NVWA voert immers controles uit. Naar aanleiding van
die controles zijn 6 schriftelijke waarschuwingen verstuurd.
Vraag 17
Heeft de NVWA volgens u voldoende uren tot haar beschikking om een casus op te bouwen
die kan leiden tot een veroordeling wegens het fokken van honden met extreem korte
snuiten? Zo ja, waar baseert u dat op?
Antwoord 17
De NVWA heeft in 2020 meer capaciteit beschikbaar voor het toezicht op de naleving
van de regels omtrent het fokken van honden met extreem korte snuiten.
Vraag 18
Deelt u de mening dat het fokken van honden met extreem korte snuiten met het oog
op het welzijn van het dier onaanvaardbaar is?
Antwoord 18
Ja, daarom heb ik in mijn brief van 16 maart 2019 (Kamerstuk 28 286, nr. 1039) laten weten wat ik eraan doe om het welzijn van deze honden te verbeteren.
Vraag 19
Deelt u de mening dat fokkers die zich stelselmatig niet aan de wet houden aangepakt
moeten worden? Zo ja, hoe bent u van plan dat te gaan doen?
Antwoord 19
Ik deel de mening dat fokkers die in overtreding zijn aangepakt moeten worden. Daarom
heeft de NVWA in 2020 meer capaciteit beschikbaar voor het toezicht hierop.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.