Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het gebruik van de sloopregeling door Vestia in onder meer Rotterdam
Vragen het lid Beckerman (SP) aan de Minister voor Milieu en Wonen over het gebruik van de sloopregeling door Vestia in onder meer Rotterdam (ingezonden 24 februari 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
17 april 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2173.
Vraag 1
Hoe vaak, sinds het instellen van de korting op de verhuurderheffing voor sloop, is
gebruik gemaakt van deze investeringskorting in krimpgebieden en Rotterdam-Zuid? Kunt
u uw antwoorde uitsplitsen naar de krimpgebieden en Rotterdam-Zuid?1
Antwoord 1
In de tabel kunt u het aantal aanvragen voor een heffingsvermindering sloop vinden,
uitgesplitst in krimpgebieden en Rotterdam-Zuid. De cijfers zijn gebaseerd op de stand
van zaken op 2-12-2019. Het gaat hier om aanvragen die voorlopig zijn goedgekeurd
(voorlopige investeringsverklaringen) en aanvragen waarbij de sloop daadwerkelijk
is gerealiseerd (definitieve investeringsverklaringen).
Regio
Aantal voorlopige investerings- verklaringen
€
Aantal definitieve investerings- verklaringen
€
Totaal
€
Krimp-gebieden
6.018
€ 150.130.000
4.190
€ 86.820.000
10.208
€ 236.950.000
Rotterdam-Zuid
1.345
€ 33.625.000
1.054
€ 24.770.000
2.399
€ 58.395.000
Totaal
7.363
€ 183.755.000
5.244
€ 111.590.000
12.607
€ 295.345.000
Vraag 2
In hoeveel van deze gevallen zijn de huurprijzen van de nieuwe huurwoningen, die in
de plaats zijn gekomen voor de gesloopte woningen, geliberaliseerd nadat een verhuizing
of huurverhoging heeft plaatsgevonden? Kunt u uw antwoorde uitsplitsen naar de krimpgebieden
en Rotterdam-Zuid?
Antwoord 2
Er is geen sluitende administratie beschikbaar van verhuizingen en huurontwikkeling
om deze vraag te beantwoorden. Indien er signalen komen dat dit gebeurt bij woningen
waarvoor een heffingsvermindering voor nieuwbouw is aangevraagd, kan er worden gekozen
om in te grijpen (zie ook het antwoord op vraag 5).
Vraag 3
Hoeveel aanvragen voor de «Regeling Vermindering Verhuurderheffing» in verband met
sloop zijn er nog in behandeling en hoeveel daarvan zijn aanvragen van Vestia, zoals
de geplande woontoren nabij de Tweebosbuurt?2
Antwoord 3
Uit de tabel bij vraag 1 blijkt dat er nog 7363 aanvragen in behandeling zijn, waarvan
1345 in Rotterdam-Zuid. Vestia heeft 535 aanvragen in verband met sloop nog in behandeling.
Deze zijn dus voorlopig goedgekeurd, maar de woningen dienen nog gesloopt te worden
om in aanmerking te komen voor een definitieve heffingsvermindering.
Vraag 4
Bent u het eens met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland dat de gegeven korting
op de verhuurderheffing bij moet dragen aan de realisatie van goedkope, betaalbare
huurwoningen en dat het dus niet de bedoeling is dat de huurprijzen van deze woningen
worden geliberaliseerd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Om in aanmerking te komen voor de heffingsvermindering voor nieuwbouw dient de aanvangshuur
bij aanvragen vanaf 2017 onder de eerste aftoppingsgrens van de huurtoeslag te zijn.
Voor Rotterdam-Zuid gold dat er tot 1 juli 2018 ook aanvragen ingediend konden worden
voor nieuwbouwwoningen waarvan de aanvangshuur onder de liberalisatiegrens ligt. Deze
regelingen zijn ingevoerd om bij te dragen aan de realisatie van betaalbare huurwoningen.
De opstelling van RVO is in lijn met dit uitgangspunt.
Vraag 5
Is er een grens tot wanneer sociale huurwoningen, die tot stand zijn gekomen na sloop
en met een korting op de verhuurderheffing, een sociale huurprijs onder de liberalisatiegrens
moeten hebben? Of bestaat er een clausule waardoor de woningen in de sociale huurvoorraad
moeten blijven en kunnen worden geliberaliseerd? Zo nee, bent u bereid dit toe te
voegen?3
Antwoord 5
In de wet maatregelen woningmarkt 2014 II staat gemeld dat om in aanmerking te komen
voor de heffingsvermindering voor nieuwbouw, een woning een huurprijs dient te hebben
waarvan de huurprijs lager is dan de aftoppingsgrens. De intentie van deze maatregel
is dat deze huur voor langere tijd in het gereguleerde segment moet blijven. Indien
dit niet het geval is en er bewijs is dat de huur op korte termijn na realisatie van
de woning excessief is gestegen, kan RVO overgaan tot intrekking van de definitieve
heffingsvermindering. Dit wordt ook toegelicht in de memorie van toelichting van de
wetswijziging uit 2016 (Kamerstuk 34 548, nr. 3).
Vraag 6
Deelt u de mening dat er sprake is van oneigenlijk gebruik van de «Regeling Vermindering
Verhuurderheffing» wanneer na sloop en nieuwbouw de huurprijzen (snel) worden geliberaliseerd?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Bij realisatie van de woning waarvoor een heffingsvermindering voor nieuwbouw is aangevraagd,
dient de huurwoning een aanvangshuur te hebben onder de eerste aftoppingsgrens van
de huurtoeslag. Het is onwenselijk als de huren van zulke woningen op korte termijn
stijgen naar een prijs boven de liberalisatiegrens. Zoals ik in vraag 5 heb geantwoord,
kan ik overgaan tot intrekking van de definitieve heffingsvermindering indien dit
wel het geval is. Een dusdanige snelle huurstijging kan echter pas indien de eerste
bewoner besluit de huur van de woning stop te zetten. In het overgrote deel van de
woningen vindt mutatie niet op korte termijn plaats. Op de lange termijn kan het mogelijk
zijn dat de huur wordt verhoogd, eventueel naar een huurprijs boven de liberalisatiegrens.
Vraag 7
Hoeveel miljoen euro aan «subsidie», ofwel korting op de verhuurderheffing, krijgt
Vestia in totaal met de sloopplannen, en zijn deze bedragen verrekend in het saneringsplan
of het verbeterplan?
Antwoord 7
De aanvragen voor de heffingsvermindering sloop van Vestia die nog in behandeling
zijn, hebben een totale waarde aan heffingsverminderingen van € 13.375.000. Dit wordt
als heffingsvermindering aan Vestia uitgekeerd indien er daadwerkelijk gesloopt wordt.
Daarnaast zijn er 331 aanvragen van Vestia voor de heffingsvermindering sloop inmiddels
omgezet in een definitieve heffingsvermindering. Dit heeft een bedrag opgeleverd van
€ 6.695.000. Naast sloopplannen heeft Vestia ook heffingskorting voor nieuwbouw en
renovaties op Rotterdam Zuid aangevraagd. Dit betreft een bedrag van ruim 7 miljoen
euro. Vestia heeft deze bedragen (samen ruim 27 miljoen) in haar grondexploitatie
van de Tweebosbuurt opgenomen en daarmee is het onderdeel van Herijkt Verbeterplan.
Vraag 8
Is het ontvangen van een korting op de verhuurderheffing en het daarna snel verhogen
van de huurprijzen boven de liberalisatiegrens, zodat én meer huurinkomsten worden
ontvangen én geen verhuurderheffing hoeft te worden betaald een strategie van Vestia?
In hoeverre zijn het WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw), de Autoriteit Woningcorporaties
en u hiervan op de hoogte? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
De voorgenomen invulling en uitgangspunten van de herstructurering van Tweebos zijn
onderdeel van de afspraken die zijn gemaakt tussen gemeente Rotterdam en Vestia in
het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. De volkshuisvestelijke afweging
heeft in die constellatie plaatsgevonden. Het investeringsprogramma van Vestia maakt
onderdeel uit van het Herijkt Verbeterplan. In het kader van de monitoring van de
financiële sanering van Vestia waren de gemandateerd saneerder, WSW en Aw op de hoogte
van de (financiële) uitgangspunten voor de herstructurering van de wijk Tweebos.
Vraag 9
Waarom zijn de eerder gestelde Kamervragen nog niet beantwoord, gezien de onrust bij
huurders, de noodoproep van verschillende gemeenten en de penibele financiële situatie
bij Vestia? Kunt u dit alsnog zo snel mogelijk doen?4
Antwoord 9
Voor de gestelde kamervragen was afstemming met meerdere partijen nodig, waardoor
deze niet binnen de gestelde termijn beantwoord konden worden. Hiervoor heeft u een
uitstelbrief ontvangen. De vragen zijn inmiddels beantwoord.
Vraag 10
Wilt u bovenstaande Kamervragen per vraag beantwoorden en niet clusteren?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.