Amendement : Amendement van het lid Nijboer over tijdelijke maximering van huurprijsstijgingen in de vrije sector
35 431 Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten)
Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID NIJBOER
Ontvangen 10 april 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt na «bepaalde tijd» ingevoegd «en het maximeren van de huurprijsstijging»
en wordt na «tijdelijke huurovereenkomsten» ingevoegd «en maximering huurprijsstijging».
II
Voor de puntkomma aan het slot van de beweegreden wordt ingevoegd «alsmede om de huurprijsstijging
te maximeren».
III
In artikel 1 wordt «Deze wet is van toepassing» vervangen door «De artikelen 2 tot
en met 8 zijn van toepassing».
IV
Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8a
Leidt een beding in een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 247 van Boek 7 van
het Burgerlijk Wetboek tot dan wel komen partijen overeen een verhoging van de huurprijs
met een hoger percentage dan het in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Uitvoeringswet
huurprijzen woonruimte bedoelde inflatiepercentage, met ingang van een datum gelegen
tussen het moment van inwerkingtreding van deze wet en het vervallen daarvan, dan
is het beding onderscheidenlijk de overeengekomen verhoging nietig voor zover dat
beding onderscheidenlijk die verhoging tot dat hogere percentage leidt en geldt de
huurprijs als verhoogd met dat inflatiepercentage.
V
In artikel 10 wordt voor de punt aan het slot ingevoegd «en maximering huurprijsstijging».
Toelichting
Huurders in de vrije sector genieten zeer weinig bescherming tegen huurverhogingen.
Afhankelijk van hun contract, kan de huur soms met honderden euro’s of tientallen
procenten worden verhoogd. Indiener beoogt alle huurders de zekerheid te geven dat
zij de huur kunnen blijven betalen tijdens de coronacrisis, als gevolg waarvan mensen
hun baan en inkomen dreigen te verliezen. Dit amendement beperkt de toegestane huurverhoging
daarom tot maximaal de inflatie voor woningen met geliberaliseerde huurcontracten
voor de duur van de werking van de Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten.
De rechtvaardiging ligt in het gegeven dat contractbescherming gepaard dient te gaan
met huurprijsbescherming. Als dit niet het geval is, kan een verhuurder huurders alsnog
dwingen tot opzegging van de huurovereenkomst door de huur te verhogen tot een niveau
dat huurders niet kunnen betalen. Een tweede rechtvaardiging wordt gevonden in het
delen van de lasten van de crisis. Door de heersende woningnood weten verhuurders
zich verzekerd van stijgende huurinkomsten, te meer nu uit onderzoek blijkt dat de
gevolgen van pandemieën en economische crises voor huurprijzen gering zijn. Indiener
vindt het onrechtvaardig dat huurders veel inkomen verliezen als gevolg van maatregelen
om de economische crisis te bestrijden, en tegelijkertijd hun huren kunnen zien stijgen.
De duur van de bevriezing (behoudens inflatiecorrectie) blijft beperkt tot de duur
waarop het wetsvoorstel van kracht is.
Nijboer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Nijboer, Tweede Kamerlid