Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Graaf en Bruins over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie
Vragen van de leden Van der Graaf en Bruins (beiden ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie (ingezonden 1 april 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (ontvangen 9 april 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op de vragen van de leden Van der Graaf en Bruins over
de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u tevens bekend met het artikel «Tientallen prostituees willen door corona definitief
stoppen met hun werk»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Voelt u ook de urgentie om deze kwetsbare groep die uit de prostitutie wil stappen,
daarbij te ondersteunen? Is er voldoende plek en capaciteit bij opvang- en hulpverlening
om mensen die willen stoppen met prostitutie te helpen? Bent u bereid, mede op basis
van genoemd artikel, en de reeds ontvangen signalen uit Groningen om bij alle RUPS
(Regeling Uitstapprogramma‘s Prostitutie)-organisaties een inventarisatie te doen
hoeveel uitstapvragen zij hebben gekregen en deze organisaties ervan te verzekeren
dat er voldoende middelen beschikbaar zullen zijn om aan de groeiende uitstapvraag
te kunnen voldoen?
Antwoord 3
Ik deel de doelstelling om mensen die uit de prostitutie willen stappen te ondersteunen,
daarom is de Rups-regeling ingevoerd. Zoals aangegeven in de beantwoording van de
Kamervragen d.d. 25 maart 2020, zal ik na afloop van de coronacrisis bezien of er
door de crisis een grotere behoefte bestaat aan ondersteuning bij duurzaam uitstappen
en of de bestaande programma’s voldoende middelen hebben om in een eventuele grotere
behoefte te voorzien. Parallel daaraan heb ik bij de Rups-organisaties een uitvraag
gedaan naar de hulpvragen die zij sinds het begin van de coronacrisis ontvangen en
wat de aard is van deze vragen. Indien hieruit nu al blijkt dat er een significante
toename is van behoefte aan uitstapbegeleiding vanwege de coronacrisis, zal ik bezien
hoe hieraan tegemoet zou kunnen worden gekomen.
Vraag 4
Bent u bereid om ervoor te zorgen dat mensen in de prostitutie die werken als zzp-er,
mensen die werken via opting-in in raamprostitutie en clubs, en mensen die afkomstig
zijn uit een ander EU-land en nog niet vijf jaar in Nederland werkzaam zijn, in aanmerking
kunnen komen voor financiële ondersteuning? Op welke regelingen kunnen zij een beroep
doen? Kunt u daarnaast expliciet aangeven waar zij terecht kunnen wanneer zij op dit
moment niet uitkeringsgerechtigd zijn, geen inschrijving in de Kamer van Koophandel
hebben en/of geen burgerservicenummer hebben?
Antwoord 4
Voor de beantwoording van deze vraag ben ik te rade gegaan bij de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, onder wiens verantwoordelijkheid sociale zekerheid valt.
Mensen die rechtmatig in Nederland verblijven kunnen, indien zij aan de criteria van
de regeling voldoen, aanspraak maken op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig
ondernemers (Tozo), een Werkloosheidsuitkering (WW) of de algemene bijstand. Personen
zonder geldige verblijfstatus kunnen geen beroep doen op algemene bijstand. Voor de
mogelijkheden voor sekswerkers die onder de opting-in regeling vallen verwijs ik naar
de beantwoording van de Kamervragen d.d. 25 maart 2020.
Vraag 5
Bent u ermee bekend dat de gemeentes Amsterdam en Groningen bereidheid hebben uitgesproken
om voor deze groepen in financiële ondersteuning te voorzien, maar problemen in de
uitvoering ervaren? Wilt u met deze gemeentes kijken hoe knelpunten in de uitvoering
kunnen worden weggenomen? Bent u bereid vervolgens te bewerkstelligen dat in alle
gemeenten tot een dergelijke regeling wordt overgegaan?
Antwoord 5
Elke gemeente werkt momenteel hard om ervoor te zorgen dat haar inwoners de benodigde
ondersteuning krijgen bij het opvangen van de gevolgen van de coronacrisis. Gemeenten
hebben een financieel vangnet en noodopvang voor de doelgroepen die getroffen zijn
door de coronacrisis. Sekswerkers zijn daar één van.
Het Ministerie van SZW is in contact met VNG, Divosa en gemeenten (zo ook met de gemeenten
Amsterdam en Groningen) over mogelijke knelpunten in de uitvoering van de financiële
regelingen in het kader van de coronacrisis en het wegnemen daarvan.
Vraag 6
Kan worden toegelicht waarom de noodverordening niet van kracht is voor de tippelzones,
escortbranche, thuisprostitutie en de porno-industrie – branches waarbij het evident
is dat gezien de aard van de werkzaamheden, hierin niet aan de RIVM-normen van geen
fysiek contact en anderhalve meter afstand bewaren kan worden voldaan? Bent u bereid
ervoor te zorgen dat dit alsnog wordt geregeld?
Antwoord 6
Het uitoefenen van alle vormen van contactberoepen, voor zover deze beroepen niet
naar behoren met inachtneming van 1,5 meter afstand tot de klant kunnen worden uitgeoefend,
is verboden in de aanwijzing van de Minister van VWS van 24 maart 2020 aan de voorzitters
van de veiligheidsregio’s. Uitgezonderd van dit verbod is de uitoefening van (para)medische
beroepen, mits voor deze uitoefening een individuele medische indicatie bestaat en
daarbij door de beoefenaar alle in verband met COVID-19 benodigde hygiënevereisten
in acht worden genomen. Deze aanwijzing is omgezet in de noodverordeningen die door
de voorzitters van de veiligheidsregio’s zijn vastgesteld. Daarmee is het uitoefenen
van alle vormen van prostitutie en ander sekswerk waarbij men geen anderhalve meter
afstand kan houden, in alle regio’s verboden zolang de noodverordening van kracht
is.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat nog steeds online wordt geadverteerd voor verschillende vormen
van prostitutie en dat het aantal online advertenties lijkt te zijn toegenomen? Bent
u dan nog steeds van mening dat ervan uit kan worden gedaan «dat de exploitanten en
sekswerkers hun maximale verantwoordelijkheid nemen in de toepassing van de richtlijnen
en bij de afweging of de dienstverlening in de huidige situatie wel zou moeten plaatsvinden»?3
Antwoord 7
Navraag bij Kinky leert dat het aantal online advertenties op kinky.nl drastisch is gedaald. Veel adverteerders
laten volgens Kinky advertenties online staan om onder de aandacht te blijven, maar niet om daadwerkelijk
fysieke afspraken te maken. Tevens merk ik op dat platforms hun verantwoordelijkheid
nemen door waarschuwingen te plaatsen, het alternatief van webcam-seks aan te bieden
of door de rubrieken voor fysieke afspraken geheel te sluiten.
Vraag 8
Deelt u de grote zorg dat er sprake is van dwang, economisch danwel fysiek, voor mensen
in de prostitutie om zich ook tijdens de coronacrisis beschikbaar te stellen?
Antwoord 8
Ja, die zorgen deel ik. Het is daarom belangrijk dat sekswerkers gebruik maken van
zowel de reguliere voorzieningen als de noodvoorzieningen en hierbij voldoende ondersteuning
krijgen. Ik zie dat in veel gemeenten met een concentratie van prostitutie het prostitutiemaatschappelijk
werk en andere hulpverleningsorganisaties hard werken om de doelgroep te helpen bij
het aanvragen van noodvoorzieningen. Ook is het belangrijk dat politie en gemeenten
alert blijven op signalen van uitbuiting.
Vraag 9
Bent u bereid om websites, dan wel providers van websites, waarop seksadvertenties
te zien zijn, aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en als dat nodig blijkt zelfs
te verplichten om adverteren voor fysieke diensten niet mogelijk te maken?
Antwoord 9
Uit het contact met de voor mij bekende providers blijkt dat zij zelf verantwoordelijkheid
hebben genomen door hetzij de erotische rubrieken tijdelijk te sluiten, hetzij duidelijk
aan te geven dat prostitutie op dit moment verboden is of een geschikt alternatief
te bieden (webcam). Ik raad het echter af om hen te verplichten te voorkomen dat sekswerkers
fysieke diensten aanbieden. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat sekswerkers nog verder
uit het zicht raken, wat het toezichthouden bemoeilijkt en risico’s op uitbuiting
en geweld vergroot. Daarnaast adverteren veel sekswerkers volgens Kinky om in het zicht te blijven voor ná de crisis.
Vraag 10
Is het juist dat een significante groep mannen en vrouwen uit de prostitutie alternatieve
huisvesting zoekt en in bijvoorbeeld de Maatschappelijke Opvang terecht komen? Is
voldoende plek bij Maatschappelijk Werk, de Vrouwenopvang, de Maatschappelijke Opvang
en Veilig Thuis om hen te helpen en zijn de voorzieningen ook passend en een veilige
omgeving voor deze kwetsbare groep? Hoe kunnen daarbij vrouwen en mannen worden geholpen
die formeel niet in aanmerking komen voor voorzieningen en indicatie, maar wel een
beroep doen op opvang?
Antwoord 10
Tijdens het dagelijks overleg met de VNG en Valente (de koepelorganisatie voor maatschappelijke
opvang, vrouwenopvang en beschermd wonen) heeft de Staatssecretaris van VWS geen signalen
ontvangen dat een significante groep mannen en vrouwen uit de prostitutie alternatieve
huisvesting zoekt en in bijvoorbeeld de maatschappelijke opvang terecht komt. Dat
neemt niet weg dat voor mensen die dakloos raken opvang beschikbaar moet zijn.
Op 27 maart 2020 is een richtlijn gepubliceerd voor de opvang van dak- en thuisloze
mensen4. In deze richtlijn is opgenomen dat gemeenten de nachtopvang open moeten houden voor
rechthebbenden volgens de Wmo 2015 en dat het vanuit humanitaire overwegingen wenselijk
is tijdelijk (voor de duur van de aanvullende maatregelen van het kabinet) plekken
te realiseren voor niet-rechthebbenden.
De manier waarop invulling wordt gegeven aan de richtlijn is aan gemeenten. Of en
welke vorm van opvang (maatschappelijke opvang, vrouwenopvang of een gespecialiseerde
vorm van opvang – bijvoorbeeld voor slachtoffers loverboys of mensenhandel) geschikt
is, is afhankelijk van zowel de individuele situatie van de persoon om wie het gaat
als de mogelijkheden van de betreffende gemeente. Gemeenten zijn gevraagd samen met
centrumgemeente(n) en opvanginstelling(en) zicht te houden op een mogelijke toename
en het gesprek te voeren hoe om te gaan met de situatie dat onvoldoende opvangplekken
beschikbaar zijn5.
Vraag 11
Kunt u, met inachtneming van de bevoegdheid van gemeenten, in overleg treden met gemeenten
om te zien hoe kan worden ondersteund bij het vinden van vervangende huisvesting,
bijvoorbeeld door gemeenten nadrukkelijk te wijzen op de mogelijkheid om mensen die
uit de prostitutie willen stappen, al dan niet tijdelijk, met voorrang in aanmerking
te laten komen voor een sociale huurwoning?
Antwoord 11
Landelijk ingrijpen op het sociale huuraanbod is ten zeerste af te raden. Er zijn
veel verschillende, kwetsbare groepen die steunen op de voorziening en in elke gemeente
is er een verschillende samenstelling van doelgroepen die ondersteuning behoeven.
Ik wil niet in deze gemeentelijke bevoegdheid treden.
Vraag 12
Bent u bereid om te kijken hoe, waar mensen dat willen, kan worden ondersteund bij
remigratie naar het land van herkomst?
Antwoord 12
Alle mensen die rechtmatig en niet rechtmatig in Nederland verblijven en naar hun
land van herkomst willen terugkeren, kunnen daarbij advies en hulp krijgen van de
Internationale organisatie voor migratie (IOM). Intakegesprekken worden gehouden via
de telefoon. Tevens kunnen formulieren en documenten worden afgegeven of worden opgehaald
bij de IOM steunpunten. De contacten met de ambassades en consulaten verlopen telefonisch
of per e-mail.
Vraag 13
Kunt u deze vragen uiterlijk dinsdag 7 april 2020 beantwoorden?
Antwoord 13
Een snellere beantwoording dan vandaag was niet mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.