Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het bericht dat de overheid al jaren weet van vermissingen van Vietnamese kinderen
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de overheid al jaren weet van vermissingen van Vietnamese kinderen (ingezonden 11 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 7 april
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2311.
Vraag 1, 7
Wat is uw reactie op het bericht «Overheid weet al jaren van vermissingen Vietnamese
kinderen»?1
Waar blijft het onderzoek naar de verdwijning van Vietnamese kinderen dat afgelopen
najaar gereed zou zijn?2
Antwoord 1, 7
Het fenomeen van alleenstaande minderjarige vreemdelingen die met onbekende bestemming
vertrekken is al langere tijd bekend binnen de migratieketen. Alleenstaande minderjarige
vreemdelingen (amv’s) vormen een kwetsbare groep en het is onwenselijk dat zij met
onbekende bestemming vertrekken uit de opvanglocaties. Daarom zijn in het verleden
reeds afspraken gemaakt over, bijvoorbeeld, de plaatsing van Vietnamese minderjarigen
in de beschermde opvang. Deze afspraken zijn gemaakt om deze minderjarigen te beschermen
tegen mensenhandel. Om een beter beeld te krijgen van de problematiek heeft mijn voorganger
in april 2019 opdracht gegeven om twee onderzoeken te laten doen naar het vertrek
met onbekende bestemming van alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Deze onderzoeken
zijn afgerond en ik heb uw Kamer per brief d.d. 23 maart jl. geïnformeerd over de
resultaten van deze onderzoeken.3
Vraag 2
Klopt het dat medewerkers van de beschermde opvanglocaties al in 2015 signalen afgaven
die wijzen op kinderhandel en dat de rapportage van de opvang stelt dat er sprake
is van een «trend»?
Antwoord 2
In de kwartaalrapportage van de Jade Zorggroep van 2015 is de opvallende instroom
van Vietnamese jongens en meisjes benoemd, alsmede dat al deze jongeren met onbekende
bestemming zijn vertrokken uit de opvang. Het COA ving deze jongeren op in de beschermde
opvang. De beschermde opvang is geen gesloten opvang, waarmee de kans blijft bestaan
dat jongeren uit deze opvang vertrekken. In de kwartaalrapportage van Jade is aangegeven
dat de groep van Vietnamese kinderen zeer moeilijk te «deprogrammeren» viel in een
korte tijd in de beschermde opvang. Vanzelfsprekend heeft de beschermde opvang geprobeerd,
binnen de mogelijkheden die er zijn, de jongeren zo lang als mogelijk in de opvang
te houden. Hierover is uw Kamer ook geïnformeerd in mijn brief d.d. 23 maart jl. 4 Daarnaast rapporteert het COA deze signalen aan het Expertisecentrum Mensenhandel
en Mensensmokkel (EMM).
Vraag 3, 4
Waarom is de Kamer daar niet onmiddellijk over geïnformeerd?
Waarom is dit evenmin gebeurd in antwoord op de verschillende vragen die de afgelopen
jaren vanuit de Kamer zijn gesteld?
Antwoord 3, 4
In 2015 heeft de Inspectie Jeugdzorg in samenwerking met de Inspectie Justitie en
Veiligheid onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de beschermde opvang. Over dit onderzoek
is uw Kamer per brief van 7 maart 2016 geïnformeerd.5 In deze brief is expliciet genoemd hoeveel Vietnamese amv’s er met onbekende bestemming
uit de beschermde opvang zijn vertrokken in 2015. Ook staat in de brief dat de Vietnamese
amv’s in vier groepen uit de beschermde opvang zijn vertrokken en welke maatregelen
medewerkers treffen om het vertrek van amv’s tegen te gaan. In de Kamerbrief over
de hertoets van de kwaliteit van de beschermde opvang d.d. 6 september 2017 is uw
Kamer wederom geïnformeerd over de hoeveelheid Vietnamese amv’s die met onbekende
bestemming zijn vertrokken in 2016 en de eerste maanden van 2017.6 In de beantwoording op verschillende Kamervragen is uw Kamer hier de afgelopen jaren
ook over geïnformeerd.7
Vraag 5
Waarom verklaarde toenmalig Staatssecretaris Harbers in antwoord op Kamervragen geen
informatie te hebben «dat een smokkelnetwerk betrokken is bij de verdwijning van minderjarige
Aziatische migranten»?8
Antwoord 5
Mijn voorganger heeft verklaard dat er bij de uitvoeringsorganisaties geen informatie
bekend is dat een smokkelnetwerk betrokken zou zijn bij de vermissing van minderjarige
Vietnamese migranten. Dit was toentertijd ook het geval.
Wel zijn er altijd sterke vermoedens geweest van mensensmokkel. Om deze reden zijn
er afspraken gemaakt om Vietnamese amv’s standaard in de beschermde opvang te plaatsen.
De indicaties van mensensmokkel die worden genoemd in de artikelen van nos.nl en Argos,
die waren reeds bekend bij de uitvoeringsorganisaties, onder andere bij het COA. Op
grond hiervan is in het verleden meermaals strafrechtelijk onderzoek gedaan naar zowel
mensenhandel als mensensmokkel. Echter op grond van enkel deze indicaties kon nog
niet gesteld worden dat er sprake is van een concreet mensensmokkelnetwerk. Wel hebben
inmiddels een aantal onderzoeken geleid tot losstaande veroordelingen op grond van
mensensmokkel. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar het EMM-onderzoek over
Vietnamese amv’s en mijn brief aan uw Kamer, d.d. 23 maart jl., over dit onderzoek.
Vraag 6
Erkent u dat de Kamer niet of tenminste onvolledig is geïnformeerd?
Antwoord 6
De verklaring van mijn voorganger dat er geen indicaties waren van een mensensmokkelnetwerk
was correct. Tot op heden is er geen bewijs dat er sprake is van een georganiseerd
mensensmokkelnetwerk. De vermoedens en signalen van mensensmokkel zijn er echter al
langere tijd. De opmerkingen in de kwartaalrapportages van Jade en Xonar zijn op zichzelf
echter niet voldoende om te spreken van een strafbaar feit. Daar is eerst een strafrechtelijk
onderzoek voor vereist en het is uiteindelijk aan de rechter om te beslissen of er
sprake is geweest van een strafbaar feit. Inmiddels zijn er een aantal losstaande
veroordelingen geweest op grond van mensensmokkel.
Vraag 8
Bent u het met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel eens dat het belangrijk is dat
de bestaande signalen van georganiseerde mensenhandel bij vermiste Vietnamese kinderen
serieus genomen moeten worden omdat deze kinderen moeten kunnen rekenen op actieve
bescherming door de overheid en dat de daders moeten worden gestopt? Zo ja, welk gevolg
gaat u daaraan geven?9
Antwoord 8
Ik ben het eens met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel dat wanneer zich signalen
van georganiseerde mensenhandel voordoen, deze zeer serieus genomen moeten worden.
Dit geldt des te meer voor signalen die betrekking hebben op kwetsbare groepen, zoals
bijvoorbeeld gestelde alleenstaande minderjarige vreemdelingen. In mijn brief aan
uw Kamer omtrent de twee onderzoeken naar vertrek met onbekende bestemming van amv’s
d.d. 23 maart jl. heb ik uiteengezet welke maatregelen ik in dit kader tref. In deze
brief ga ik ook specifiek in op Vietnamese amv’s.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.