Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over een rechterlijke uitspraak over het Haga Lyceum
Vragen van Jasper vanDijk (SP) aan de Minister voor Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media over een rechterlijke uitspraak over het Haga Lyceum (ingezonden 23 januari 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 3 april
2020)
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het bericht «Rechter begrenst overheid opnieuw»?1
Antwoord 1
In de casus Cornelius Haga Lyceum ben ik in hoger beroep gegaan. Ik wil lopende het
beroep niet inhoudelijk op de zaak ingaan. Dat een onafhankelijke rechter oordeelt
over de rechtmatigheid van overheidshandelen is een groot goed, dat we moeten koesteren.
Vraag 2 en 3
Erkent u dat het door u geliefde artikel 23 van de Grondwet daadkrachtig optreden
tegen het bestuur van het Haga Lyceum onmogelijk maakt? Zo ja, wat gaat u daartegen
ondernemen?
Deelt u de mening dat de (Grond)wet moet worden aangescherpt? Op welke manier en op
welke termijn gaat u dit doen?
Antwoord 2 en 3
U veronderstelt ten onrechte dat artikel 23 Grondwet ten grondslag ligt aan het gewezen
vonnis. Dat is grotendeels onjuist. Het gaat in deze zaak onder andere om de wetgeving
met betrekking tot burgerschapsonderwijs, die de opdracht aan scholen om burgerschap
te bevorderen bevat. Zoals u weet is de regering van mening dat die wetgeving moet
worden verduidelijkt. Het desbetreffende wetsvoorstel heb ik reeds aan uw Kamer gezonden,
zoals ook is afgesproken in het regeerakkoord.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat antidemocratisch onderwijs ontoelaatbaar is? Op welke manier
gaat u voorkomen dat dit soort onderwijs aan de orde kan zijn?
Deelt u de mening dat bestuurders sneller ontslagen moeten kunnen worden, conform
de aangenomen motie?2Wanneer voert u deze motie uit?
Antwoord 4 en 5
Onderwijs in strijd met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zijn in
strijd met een wettelijk voorschrift en kan als zodanig gesanctioneerd worden door
de bekostiging op te schorten of in te houden. Zoals in mijn antwoorden op de vragen
2 en 3 is aangegeven, is de regering van mening dat de burgerschapsopdracht moet worden
verduidelijkt. Ik heb uw Kamer eerder ook geïnformeerd over mijn voornemens met het
wetsvoorstel bestuurlijk instrumentarium (Kamerstuk 33 905, nr. 14). Daarnaast is ook het Wetsvoorstel ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden
van rechtspersonen bij uw Kamer ingediend (Kamerstuk 35 366).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.