Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Diks over schaliegas en plastic
Vragen van de leden Van der Lee en Diks (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over schaliegas en plastic (ingezonden 11 februari 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister voor Milieu en Wonen (ontvangen 3 april 2020)
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Nieuwsuur «Miljoenen plastic korrels belanden
in de natuur, wie ruimt ze op?»?1 Klopt het dat jaarlijks duizenden tonnen plastic korrels in het milieu verdwijnen,
waaronder in de Rotterdamse haven? Bent u bekend met het nieuwsbericht «Plastic Soup
Foundation zet eerste juridische stappen tegen structurele plasticvervuiling»?2 Klopt het dat elk jaar in de Europese Unie ruim 8 biljoen microplastics in de natuur
belanden?
Antwoord 1
Ja, zowel de uitzending van Nieuwsuur, als het persbericht van de Plastic Soup Foundation
zijn bekend. Er zijn diverse schattingen gemaakt van het aantal microplastics dat
jaarlijks in het milieu belandt in de EU. Het onderzoeksbureau Eunomia schat in zijn
onderzoek in opdracht van de Europese Commissie dat er in de Europese Unie jaarlijks
rond de 670.000 tot 940.000 ton microplastics in het milieu terecht komen.
Vraag 2 en 3
Bent u bekend met het artikel «Overvloed aan schaliegas jaagt de productie van plastic
aan – Schaliegas en plastic: een ramp voor het klimaat»?3 Klopt het dat de plasticindustrie de aanjager werd van de schaliegasontwinning nadat
ontdekt werd dat onder hoge temperaturen in kraakinstallaties van schaliegas ethyleen
gemaakt kon worden en vervolgens plastic korrels? Klopt het dat er 225 miljard dollar
is geïnvesteerd in de uitbouw van een gigantische infrastructuur voor de bijkomende
verwerking van fossiele brandstoffen en de productie van meer plastic?
Deelt u de zorg dat de enorme toename van schaliegasproductie leidt tot een enorme
vergroting van single use plastic-productie? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Ja, dit artikel is bekend. Ethyleen is een bijproduct van schaliegaswinning en een
grondstof voor plastic. Doordat schaliegaswinning op mondiaal niveau toeneemt, stijgt
ook het aanbod van ethyleen en de productie van plastic korrels. Het kabinet heeft
geen zicht op de omvang van de investeringen wereldwijd in de verwerking van fossiele
brandstoffen en plastic-productie. In Nederland is schaliegaswinning overigens niet
toegestaan.
Vraag 4
Deelt u de zorg over massale lekkage van plastickorrels naar het milieu? Deelt u de
zorg dat de plasticproductie aan de voorkant flink lek is, dat er rond productieplaatsen
massaal plastic lekt, dat de lekkage in de gebruiks- en afvalfase daar later nog bovenop
komen en dat hier van een circulaire economie nog geen sprake is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het kabinet is van mening dat de «plastic soep» en andere vormen van plastics in het
milieu een groot en groeiend probleem zijn. Daartoe zet het kabinet zich zowel in
nationaal als internationaal verband in op het sluiten en verduurzamen van de kunststofketen,
zodat kunststoffen niet in het milieu terechtkomen. In dit verband is een groot aantal
initiatieven te noemen, zoals de EU Green Deal waaronder een nieuw actieplan voor
circulaire economie wordt opgesteld, de implementatie van de EU Single Use Plasticsrichtlijn en ook VN-resoluties waarin de terugdringing van plastics is afgesproken.
Op nationaal niveau kunnen we hieraan onder meer toevoegen: het rijksbrede programma
circulaire economie, het Plastic Pact NL, het beleidsprogramma microplastics, maatregelen
om marien zwerfvuil terug te dringen en de aanpak voor plastic zwerfafval in de rivieren.
Daarnaast heeft dit kabinet samen met Frankrijk het Europese Plastic Pact geïnitieerd.
Het Europese Plastic Pact is in lijn met de doelstellingen van het Plastic Pact NL
en creëert de mogelijkheden om ook grensoverschrijdend met andere koplopers in Europese
landen samen te werken om de doelstellingen rond het terugdringen van plastic te realiseren.
Voor bedrijven die plastic korrels maken, vervoeren en toepassen geldt dat zij moeten
voorkomen dat deze korrels in het milieu terechtkomen. Dit is namelijk wettelijk verboden.
Op naleving van deze wet- en regelgeving op het gebied van milieu en bodem wordt toegezien
door het betreffende bevoegd gezag (meestal burgemeester en wethouders van een gemeente
of gedeputeerde staten van een provincie).
Het is goed om te zien dat de Nederlandse industrieën ook vrijwillig maatregelen nemen
om lekkages van plastic pellets naar het milieu te voorkomen, zoals in het kader van
de campagne «Operation Clean Sweep».
Vraag 5
Bent u bekend met berichtgeving van de AFP «Vaca Muerta: Fracking leaves heavy footprint
in Patagonia»4 en bent u bekend met het praktijkonderzoek van de Eerlijke Bank- en Verzekeringswijzer
«Banken investeren volop in schaliegas en plastic»?5
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6 en 7
Klopt het dat de toenemende exploitatie van schaliegas door oliemaatschappijen in
Patagonië, Argentinië, leidt tot milieuschade en schending van mensenrechten en landrechten
van de inheemse bevolking? Klopt het dat de Nederlandse banken ING, ABN Amro en Van
Lanschot in totaal 5,3 miljard dollar investeren in tien grote schaliegas- en plasticbedrijven,
en zeven grote verzekeraars in Nederland in totaal 3,6 miljard dollar beleggen in
deze tien grote schaliegas- en plasticbedrijven (Aegon, Allianz, NN Group, Vivat,
Achmea, ASR en Menzis)? Klopt het dat geen van deze banken en verzekeraars publiceert
wat zij concreet doen om plasticvervuiling, schendingen van de rechten van inheemse
bevolkingsgroepen en milieuschade als gevolg van schaliegaswinning door bedrijven
waarin zij investeren tegen te gaan?
Bent u bereid om de banken en verzekeraars die in de tien grote schaliegas- en plasticbedrijven
investeren aan te sporen om zich actief in te zetten op het tegengaan van plasticvervuiling,
en schade aan het milieu en mensenrechtenschendingen in Argentinië die het gevolg
zijn van hun investeringen in schaliegas en plasticproducenten? Deelt u de mening
dat dit in lijn is met de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling (OESO), de United Nations Guiding Principles on Business and Human
Rights (UNGP's) en het Nederlandse overheidsbeleid op het gebied van schaliegas en
bevordering van circulaire economie?
Antwoord 6 en 7
Het kabinet verwacht van alle Nederlandse bedrijven, waaronder banken en verzekeraars,
dat zij internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen door invulling te geven
aan internationale normen, zoals die zijn neergelegd in de OESO-Richtlijnen voor Multinationale
Ondernemingen (OESO-richtlijnen), waar de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) onderdeel van uitmaken. Daarbij behoren zij in kaart te brengen hoe zij
via hun bedrijfsactiviteiten en hun ketenpartners verbonden zijn met de risico’s voor
mens en milieu en deze risico’s aanpakken en voorkomen. Hierover moeten zij tot een
afgewogen besluit komen, waarover zij bereid dienen te zijn om publiekelijk verantwoording
af te leggen.
Het is aan Nederlandse banken en verzekeraars zelf om te bepalen welke activiteiten
zij ontplooien en met welke partners zij samenwerken. Binnen het IMVO-convenant van
de verzekeringssector heeft deze sector afspraken gemaakt met de overheid en het maatschappelijk
middenveld over de naleving van de OESO-richtlijnen en wordt besproken hoe deze richtlijnen
geïmplementeerd kunnen worden. Als Nederlandse banken en verzekeraars in schaliegas-
en plasticbedrijven investeren, dan behoren zij de IMVO-risico’s goed in kaart te
brengen en af te dekken. Hoe banken en verzekeraars hier precies invulling aan geven
en ter zake rapporteren is hun eigen verantwoordelijkheid.
Het kabinet heeft geen zicht op de investeringen van de genoemde banken en verzekeraars
in schaliegas- en plasticbedrijven en kan investeringscijfers dan ook niet bevestigen,
en dat datzelfde geldt voor mogelijk veroorzaakte milieuschade, schendingen van mensenrechten
en landrechten van inheemse bevolking in andere landen door schaliegaswinning.
Vraag 8 en 9
Bent u bereid om er bij Nederlandse financiële instellingen op aan te dringen dat
zij zich actief in moeten spannen om Smart Engagement te voeren met de bedrijven waarin
ze investeren om, in navolging van de UNGP's en OESO-richtlijnen, schending van mensenrechten
en landrechten van de betrokken inheemse-gemeenschappen in Argentinië en schade aan
het milieu tegen te gaan? Bent u bereid om zich in te zetten om de schade van de schaliegaswinning
te herstellen en slachtoffers ervan te compenseren?
Klopt het dat geen van de genoemde financiële instellingen expliciet rapporteert over
engagementdoelen en resultaten ten aanzien van plasticvervuiling, mensenrechtenschendingen
en schade aan het milieu als gevolg van investeringen in bedrijven die schaliegas
winnen? Zo ja, deelt u de mening dat enkel de verwachting uitspreken dat financiële
instellingen zich houden aan de OESO-richtlijnen en de UNGP's niet voldoende is? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8 en 9
Als een bank of verzekeraar via een investering in een bedrijf «gelinkt» is aan risico’s
voor mens en milieu dan kunnen zij via engagement dit bedrijf bewegen om deze risico’s
aan te pakken en te voorkomen. Conform de OESO-richtlijnen behoren financiële instellingen
interne procedures te hebben om hun engagement te monitoren. Het is de verantwoordelijkheid
van de Nederlandse financiële instellingen om hun gepaste zorgvuldigheid, inclusief
engagement, in lijn met de OESO-richtlijnen uit te voeren. Banken en verzekeraars
gebruiken bijvoorbeeld hun duurzaamheidsraamwerk en duurzaamheidsrapporten om hier
inzicht in te geven. Het kabinet houdt geen toezicht op de mate van rapportage door
de genoemde financiële instellingen. Wel is de overheid partij bij het IMVO-convenant
voor de verzekeringssector waar samen met de sector, NGO’s en een vakbond besproken
wordt hoe verzekeraars de OESO-richtlijnen en UNGP’s het beste kunnen implementeren.
Het is de verantwoordelijkheid van de partijen die enigerlei schade of schendingen
veroorzaken om dit te compenseren. Benadeelden zullen zich in eerste instantie tot
deze partijen moeten wenden. Ook kunnen zij via klachtenmechanismen van de financiële
instellingen een klacht indienen. Als benadeelden een klacht hebben over de toepassing
van de OESO-richtlijnen door de banken of verzekeraars dan kan kunnen zij een melding
doen bij het Nationaal Contact Punt (NCP) voor de OESO-richtlijnen.
Vraag 10
Wat verwacht u concreet van oliemaatschappijen die schaliegas winnen en/of plastic
korrels produceren ten aanzien van het tegengaan van plasticvervuiling, alsmede bescherming
van mensenrechten en het milieu in bijvoorbeeld Argentinië?
Antwoord 10
Nederlandse oliemaatschappijen moeten voldoen aan de wet- en regelgeving in Nederland
en alle andere landen waar zij actief zijn. Ook verwacht het kabinet van oliemaatschappijen
dat zij de OESO-richtlijnen naleven. Zij behoren in kaart te brengen hoe zij zich
via hun bedrijfsactiviteiten en ketenpartners bewust zijn van risico’s voor mens en
milieu, en hoe zij deze risico’s aanpakken en voorkomen. Hierover moeten zij tot een
afgewogen besluit komen waarover zij bereid zijn publiekelijk verantwoording af te
leggen.
Vraag 11
Bent u bekend met het artikel «Plastic company set to pay $ 50 million settlement
in water pollution suit brought on by Texas residents»?6 Klopt het dat in de VS gerechtelijk is uitgesproken dat 50 miljoen dollar milieuschade
verhaald is op Formosa Plastic, een plasticvervuiler? Bent u bereid om de milieuschade
te verhalen op de plasticvervuiler? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Ja, dit artikel is bekend. In Nederland is de verantwoordelijkheid voor het herstel
en het dragen van de kosten neergelegd bij de veroorzaker van milieuschade. Afhankelijk
van waar en door wie de schade is geleden, bestaan zowel in de bestuursrechtelijke
als privaatrechtelijke regelgeving mogelijkheden om milieuschade te verhalen op de
vervuiler, die in de praktijk ook worden gebruikt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.