Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Becker over de conclusie van de minister dat de inburgeringsplicht vanaf 2011 gecontinueerd had moeten worden voor Turkse asielstatushouders
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de conclusie van de Minister dat de inburgeringsplicht vanaf 2011 gecontinueerd had moeten worden voor Turkse asielstatushouders (ingezonden 15 november 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 2 april
            2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1088.
         
Vraag 1
            
Kunt u aangeven welke juridische analyse destijds ten grondslag heeft gelegen aan
               de beslissing van de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
               om voor Turkse asielstatushouders geen inburgeringsplicht te continueren? Kunt u deze
               analyse met de Kamer delen?
            
Antwoord 1
            
Aan deze beslissing lag de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) ten grondslag1. De Raad oordeelde toen dat het opleggen van de inburgeringsplicht aan Turkse staatsburgers
               in Nederland in strijd is zowel met de verplichting tot gelijke behandeling van Turkse
               staatsburgers en EU-burgers als met de standstillbepalingen uit het associatierecht.
               Waardoor ook Turkse asielstatushouders op grond van staand beleid geen inburgeringsplicht
               opgelegd kregen.
            
Vraag 2
            
Hoeveel asielstatushouders van Turkse afkomst hebben sindsdien in Nederland een vaste
               verblijfsvergunning gekregen zonder te hoeven inburgeren? Hoeveel van hen heeft ook
               het Nederlanderschap gekregen?
            
Antwoord 2
            
Het aantal Turkse asielstatushouders dat een permanente verblijfsvergunning heeft
               gekregen, staat in onderstaande tabel per jaar weergegeven. Het is niet uitgesloten
               dat een deel van deze asielstatushouders van Turkse afkomst heeft gekozen voor vrijwillige
               inburgering.
            
               Tabel: Aantal ingewilligde aanvragen verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd
                  van mensen met de Turkse nationaliteit (periode 2013 – 2019, afgerond op tientallen)1. Bron: IND.
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
10
10
20
20
20
60
30
X Noot
                  
1
Over 2011 en 2012 kan geen betrouwbare informatie worden gegeneerd i.v.m. de overgang
                     naar een nieuw registratiesysteem, medio 2013.
                  
Het aantal personen dat zonder in te burgeren het Nederlanderschap heeft gekregen
               is 0. Iedere vreemdeling, ongeacht de nationaliteit, die in aanmerking wil komen voor
               het Nederlanderschap heeft de plicht van de naturalisatietoets.
            
Vraag 3
            
Hoeveel van de Turkse asielstatushouders, gespecificeerd naar met en zonder verblijfsvergunning
               en Nederlanderschap, zitten momenteel in de bijstand?
            
Antwoord 3
            
Er zijn geen cijfers beschikbaar over aantallen Turkse asielstatushouders en genaturaliseerde
               voormalige statushouders die bijstandsafhankelijk zijn. Hier wordt niet standaard
               over gerapporteerd.
            
Vraag 4
            
Bent u bereid om met gemeenten in gesprek te gaan om deze groep in de bijstand, in
               het licht van de tegenprestatie, maximaal te motiveren om van de opt-in gebruik te
               maken voordat het nieuwe inburgeringsstelsel in werking is getreden?
            
Antwoord 4
            
IND, COA, DUO en gemeenten zijn betrokken bij de uitvoering van de opt-in. Taalverwerving
               en inzet op participatie is bij asielstatushouders van groot belang. De Participatiewet
               biedt, onder andere met de taaleis, nu ook al mogelijkheden om bijstandsgerechtigden
               daartoe te verplichten. Uiteraard worden gemeenten gewezen op de mogelijkheden van
               de opt-in en dat dit een zinvolle stap kan zijn voor de asielstatushouder ten behoeve
               van uitstroom uit de bijstand. Het is vervolgens aan gemeenten om te bepalen of een
               opt-in in de inburgering ingezet wordt ten behoeve van uitstroom uit de bijstand en
               of zij bijstandsgerechtigden op deze mogelijkheid wijzen.
            
Vraag 5
            
Bent u bereid in het kader van de tegenprestatie in de bijstand van gemeenten te vragen
               zich in het nieuwe inburgeringsstelsel maximaal in te spannen om de statushouders
               van Turkse komaf met een permanente verblijfsvergunning en/of het Nederlanderschap
               die waren vrijgesteld en nog geen gebruik hebben gemaakt van de opt-in alsnog te verplichten
               deel te nemen aan het inburgeringstraject? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
In het nieuwe inburgeringsstelsel krijgt de gemeente de regie over de uitvoering van
               zowel de inburgering als de participatie en kan zij deze optimaal op elkaar af stemmen.
               Zij kan dan, makkelijker dan nu het geval is, gericht toeleiden naar een passend inburgeringsaanbod.
               Het is daarbij aan de gemeente of zij iemand die geen inburgeringsplicht heeft een
               inburgeringsaanbod doet en de bijstandsgerechtigde op basis van de Participatiewet
               verplicht om van dit aanbod gebruik te maken.
            
Overigens is het zo dat Turkse asielstatushouders die het Nederlanderschap hebben
               verworven, niet waren vrijgesteld van een vereiste om de Nederlandse taal, normen
               en waarden te kennen. Zie ook het antwoord op vraag 2.
            
Vraag 6
            
Kunt u bevestigen dat vanaf heden alle Turkse asielstatushouders die nieuw naar Nederland
               komen inburgeringsplichtig zullen zijn en hoe gaat u gemeenten hierover informeren?
               Zo nee, waarom niet? Is er al meer duidelijkheid of het kabinet tegemoet kan komen
               aan de wens van de Kamer om Turken die onder het associatierecht naar Nederland te
               komen ook inburgeringsplichtig te maken onder de nieuwe inburgeringswet?
            
Antwoord 6
            
Strikt genomen is op basis van de huidige Wet inburgering (Wi) op hen de inburgeringsplicht
               van toepassing. Vanuit het oogpunt van rechtszekerheid is er voor gekozen om Turkse
               asielstatushouders met terugwerkende kracht de keuze te bieden om alsnog onder het
               huidige inburgeringsstelsel in te burgeren (via het opt-insysteem). Kortheidshalve
               verwijs ik u naar mijn brief van 12 november 20192. In het algemeen overleg integratie en inburgering van 5 februari jl. is gevraagd
               naar de mogelijkheden om de inburgeringsplicht voor Turkse asielstatushouders op korte
               termijn in te voeren en wat de consequenties hiervan zijn. In mijn brief van 10 maart
               jl3. licht ik toe welke mogelijkheden zijn om de inburgeringsplicht voor Turkse asielstatushouders
               op korte termijn in te kunnen voeren.
            
Uw Kamer tenslotte is op 4 februari 20204 schriftelijk geïnformeerd over onder welke voorwaarden de inburgeringsplicht voor
               Turkse staatsburgers wordt ingevoerd.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.