Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pia Dijkstra over het bericht ‘Overleg over mogelijk tekort aan medicijnen’
Vragen van het lid PiaDijkstra (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Overleg over mogelijk tekort aan medicijnen» (ingezonden 24 maart 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 31 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Overleg over mogelijk tekort aan medicijnen»?1
Antwoord 1
Ja ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2, 3, 4
Heeft u inmiddels een overleg ingepland met (vertegenwoordigers van) bedrijven uit
de farmaceutische industrie, apothekers en alle andere betrokken ketenpartijen over
het afwenden van mogelijke tekorten aan medicijnen? Zo ja, kunt u de Kamer over de
uitkomst informeren?
Deelt u de zorgen die farmaceutische bedrijven in hun brandbrief aan u hebben geuit?2
Welke mogelijke stappen heeft u concreet voor ogen om nu en in de aankomende periode
te voorkomen dat als gevolg van het coronavirus (extra) geneesmiddelentekorten voor
Nederlandse patiënten kunnen ontstaan?
Antwoord 2, 3, 4
Ik heb u in mijn brief van 26 maart jl.3 over de beschikbaarheid van geneesmiddelen geïnformeerd over de oprichting van het
Coronaberaad Beschikbaarheid Geneesmiddelen. Het doel van dit beraad is om te inventariseren
welke zorgen de partijen hebben, informatie uit te wisselen over de beschikbaarheid
van geneesmiddelen en gezamenlijk te kijken naar mogelijke maatregelen. Ik verwijs
voor de uitgebreide toelichting op de concrete en mogelijke stappen die ik in de aankomende
periode voor ogen heb graag naar mijn brief over dit onderwerp.
Vraag 5
Deelt u de mening dat goede gezamenlijke afspraken in Europees verband kunnen bijdragen
aan het voorkomen van geneesmiddelentekorten?
Antwoord 5
Ik deel de mening dat we in Europees verband samen moeten optrekken. In de kamerbrief
van 25 maart4 heb ik u geïnformeerd over het contact tussen de EU gezondheidsministers.
Daarnaast lopen er initiatieven van de Europese Commissie en het Europees Geneesmiddelen
Agentschap (EMA) om samen met lidstaten de vinger aan de pols te houden met betrekking
tot stagnatie in productie in China en India. Dit zijn belangrijke producerende landen
en stagnatie in productie of export vanuit die landen kan op termijn een risico voor
leveringszekerheid opleveren. Zo wisselen landen informatie uit en onderhoudt het
EMA contact met de farmaceutische koepels hierover. Het is belangrijk dat Europa hierin
gezamenlijk optrekt, om zo te voorkomen dat Europese landen elkaar beconcurreren.
Dit zal ook door Nederland in de gaten worden gehouden.
Vraag 6
Klopt het dat er Europese landen zijn die reeds bepaalde geneesmiddelen opvorderen
en zo aan de internationale handel onttrekken? Hoe beoordeelt u dit in het licht van
de vorige vraag?
Antwoord 6
In mijn brief van 26 maart jl.5 heb ik hierover het volgende gemeld.
Er is een onderscheid tussen export tussen lidstaten van de Europese Unie en export
naar derde landen (buiten de Europese Unie). Handel binnen de Europese Unie betreft
export door producenten of tussen groothandels. In enkele lidstaten speelt de discussie
om de vrije handel van geneesmiddelen binnen de Europese Unie te limiteren, veelal
voor geneesmiddelen die gebruikt worden in de behandeling van Corona-patiënten. De
Europese Commissie heeft een dringende oproep gedaan de handel binnen de EU niet te
hinderen met nationale verboden6. Dit om te voorkomen dat een neerwaarts domino-effect optreedt en landen uiteindelijk
geen toegang meer hebben tot essentiële geneesmiddelen.
Vraag 7
Ziet u mogelijkheden om door (verdergaande) Europese samenwerking op het gebied van
distributie, productie, inkoop en beperking van onderlinge prijsverschillen te voorkomen
dat tekorten kunnen ontstaan?
Antwoord 7
Het Europees Medicijnagentschap EMA heeft samen met de Europese Commissie een coronavirus stuurgroep opgezet. Deze stuurgroep heeft een coördinerende rol in Europa bij het aanpakken
van medicijntekorten door het nieuwe coronavirus. Medicijnautoriteiten hebben al verschillende
maatregelen getroffen. Zo wisselen landen informatie uit en onderhoudt het EMA contact
met de farmaceutische koepels hierover. Het is belangrijk dat Europa hierin gezamenlijk
optrekt, om zo te voorkomen dat Europese landen elkaar beconcurreren. Of de Europese
samenwerking verder uitgebreid moet worden op andere terreinen zoals distributie en
inkoop kan nu niet worden overzien.
Vraag 8
Zijn de zogeheten «Green Lanes» voor de doorgang van medicijnen naar uw weten op dit
moment effectief geïmplementeerd in alle lidstaten? Zo niet, zou u hierop kunnen aandringen
bij uw Europese collega’s?
Antwoord 8
De Europese Commissie heeft op 16 maart richtsnoeren voor grensmaatregelen voor goederen
en personen gepubliceerd, om de gezondheid te beschermen en de beschikbaarheid van
producten (waaronder medische hulpmiddelen en persoonlijk beschermingsmateriaal) en
essentiële diensten te waarborgen. De Commissie heeft de EU-landen gevraagd om green
lanes voor goederentransporten te voorzien aan de grenzen. Dankzij de green lanes
zou de vertraging bij de grensovergang terug moeten worden gebracht tot maximaal 15
minuten. De Europese Raad zal op 26 maart a.s. wederom stilstaan bij de stand van
zaken op het terrein van het wegnemen van persisterende belemmeringen. Ook daar zal
Nederland wederom pleiten voor het belang van het openhouden van de grenzen voor goederenvervoer.
Verschillende lidstaten hebben inmiddels aangegeven green lanes te hebben ingesteld,
dan wel dat hun grenzen voldoen aan de gestelde eisen. Hierover houden de lidstaten
onderling contact via het door de Europese Commissie ingestelde netwerk aan national
contact points op het gebied van transport. Via het netwerk wordt door Commissie en
lidstaten toegezien op de uitvoering van de Green Lanes (zie ook de brief van de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat van 25 maart jl.7). Nederland voldoet op dit moment aan de gestelde eisen t.a.v. green lanes en kent
geen beperkende maatregelen bij de grenzen voor goederenvervoer. Vooralsnog blijven
de grootste knelpunten bestaan bij grenzen in Oost-Europa.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.