Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over Belastingdienst en UWV verliezen miljoenen door faillissement payrollbedrijf
Vragen van het lid Gijs vanDijk (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Belastingdienst en UWV verliezen miljoenen door faillissement payrollbedrijf (ingezonden 4 maart 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 30 maart
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Fiscus en UWV zien € 10 mln in rook opgaan bij faillissement
payrollbedrijf Stipt»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel werknemers lopen, vanwege het faillissement van payrollbedrijf Stipt, inkomsten
(zoals loon, pensioenpremies, vakantiedagen, et cetera) mis? Wat is de totale schade
voor werknemers, de Belastingdienst en het UWV? Is er nog een kans dat het geld kan
worden teruggehaald bij de eigenaar van het failliete bedrijf? Hoe kan het zo zijn
dat UWV en de Belastingdienst dit fraudeleuze handelen niet eerder hebben gesignaleerd?
Antwoord 2
Over individuele belastingschuldigen kunnen op grond van de geheimhoudingsplicht geen
mededelingen worden gedaan. Uiteraard zijn gegevens van gefailleerden zoals die blijken
uit openbare bronnen – zoals de faillissementsverslagen van de curator – wel beschikbaar
voor derden.
Meer in het algemeen kan worden opgemerkt dat het in faillissementssituaties regelmatig
voorkomt dat de financiële aanspraken van personeelsleden niet (volledig) kunnen worden
nagekomen. Wel bestaat de mogelijkheid dat UVW bepaalde loonbetalingsverplichtingen
overneemt, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Werknemers kunnen bij een
faillissement een beroep doen op de loongarantieregeling waarbij UWV salarisaanspraken
overneemt, dit op basis van hoofdstuk IV van de WW. UWV betaalt vervolgens maximaal
dertien weken achterstallig loon, gerekend vanaf de datum waarop de curator de dienstverbanden
opzegt. Ook betaalt UWV het loon over de opzegtermijn, tot maximaal zes weken na opzegging
van de dienstverbanden. Tenslotte betaalt UWV niet ontvangen vakantiegeld, niet genoten
vakantiedagen en niet betaalde pensioenpremie, over een periode van maximaal één jaar
voorafgaande aan het einde van de opzegtermijn.
Het dilemma voor de crediteuren die betrokken zijn bij een onderneming die in «zwaar
weer» verkeert is dat wanneer het faillissement te vroeg wordt aangevraagd (in het
geval waarin de onderneming nog te redden is) kapitaalvernietiging optreedt. Vraagt
men het faillissement echter te laat aan dan is veelal sprake van onwenselijke schuldoploop.
De door de diverse crediteuren te maken afweging is niet zondermeer te duiden als
goed of fout.
Enige terughoudendheid aan de zijde van de crediteuren kan ook zijn gelegen in het
belang van de werkgelegenheid. Kortom een zwart – wit beeld van deze problematiek
is niet zonder meer te schetsen. Voorts is van belang dat wanneer sprake is van een
grotere onderneming met veel personeelsleden, het meteen om grote bedragen gaat (loonbelasting,
premies en omzetbelasting). Voor de ontvanger zal voor elke wanbetalende onderneming
een afzonderlijke afweging moeten worden gemaakt met betrekking tot de vraag of de
onderneming – al dan niet na sanering – kan overleven of dat een faillissementsaanvraag
de aangewezen weg is.
Of er nog gelden uit de faillissementsboedel zijn te verwachten die ten goede kunnen
komen aan crediteuren hangt van de omstandigheden van het geval af. Hetzelfde geldt
met betrekking tot de vraag of de bestuurder aangesproken kan worden voor de schulden
van de vennootschap in geval hij zich heeft schuldig gemaakt aan kennelijk onbehoorlijk
bestuur.
Vraag 3
Kunt u verklaren dat het genoemde bedrijf uit het artikel is toegelaten bij het Stichting
Normering Arbeid (SNA)-keurmerk zonder dat de financiën gecontroleerd zijn? Hoe vaak
zijn er in de afgelopen jaren misstanden met uitzendbureaus of payrollbedrijven geweest
die een SNA-keurmerk hebben? Bent u ook van mening dat er weinig waarde aan een keurmerk
kan worden gehecht wanneer blijkt dat een uitzendbureau met SNA-keurmerk de fout ingaat?
Antwoord 3
Op een individuele casus kan niet worden ingegaan. Wel kan worden aangegeven dat de
onderneming gecertificeerd was en eind 2018 door SNA is doorgehaald. De Stichting
Normering Arbeid (SNA) geeft het SNA-keurmerk uit aan bedrijven die door geaccrediteerde
inspectie-instellingen positief zijn gecontroleerd op basis van de normen voor het
SNA-keurmerk (NEN 4400-1 of NEN 4400-2). In de regel worden ondernemingen tweemaal
per jaar geïnspecteerd (ruim 10.000 inspecties op jaarbasis). Een tijdige aangifte
en betaling van loonheffingen en omzetbelasting maken onderdeel uit van de normenset
voor het SNA-keurmerk. Dit is onderdeel van de publiek-private uitwisseling van de
SNA en de Belastingdienst in het kader van het SNA-keurmerk.
Het keurmerk kent minor non-conformiteiten en major non-conformiteiten. Bij een minor
afwijking blijft de onderneming in het register staan, maar moet wel herstel worden
doorgevoerd. Blijft herstel uit of is het herstel niet voldoende dan wordt de minor
afwijking omgezet naar een major afwijking. Bij een major afwijking wordt de onderneming
geschorst (is niet meer zichtbaar in het register) en als herstel uitblijft definitief
doorgehaald. Ingeval van payrollbedrijf Stipt heeft dit eind 2018 geleid tot verlies
van het SNA-keurmerk.
De Belastingdienst en SNA bekijken naar aanleiding van onder meer de casus Stipt of
er aanleiding is om de publiek- private informatie-uitwisseling tussen de Belastingdienst
en SNA aan te passen.
Vraag 4
Hoeveel waarde moet er überhaupt worden gehecht aan een keurmerk waarin werknemersorganisaties
geen zitting meer hebben, omdat zij uit onvrede uit het keurmerk zijn gestapt? Bent
u, vanwege de misstanden bij uitzendbureaus met een SNA-keurmerk, bereid om de fiscale
voordelen (fiscale vrijwaring inzake de inlenersaansprakelijkheid) van het SNA-keurmerk
te heroverwegen?
Antwoord 4
In mijn brief aan de Tweede Kamer van 20 december 2019 over de integrale aanpak misstanden
arbeidsmigranten ben ik ingegaan op de redenen van de werknemersorganisaties om geen
deel meer uit te maken van het bestuur van de Stichting Normering Arbeid. Daarbij
heb ik ook aangegeven graag in gesprek te gaan met de betrokken partijen over hoe
het SNA-keurmerk nog kan verbeteren. Ik heb ook aangegeven dat het SNA-keurmerk als
zodanig inclusief de fiscale vrijwaring, mede vanwege de meerwaarde van de publiek-private
samenwerking, blijft bestaan. Ik wil wel inzetten op het uitbreiden van die publiek-private
samenwerking en extra eisen met betrekking tot het actief zijn op de uitzendmarkt.
Vraag 5
Bent u ook van mening dat met het faillissement van dit payrollbedrijf, met SNA-keurmerk
en Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU)-lid, zelfregulering in de uitzendbranche
niet werkt? Verandert dit zoveelste faillissement uw visie op het invoeren van een
vergunningsplicht voor uitzendbureaus? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals ik ook in mijn brief aan de Tweede Kamer van 20 december 2019 heb aangegeven,
zet ik om drempels op te werpen voor malafide bedrijven in op extra eisen aan het
starten en het hebben van een uitzendbureau. Een vergunningplicht is wat mij betreft
vooralsnog niet aan de orde. De zelfregulering heeft zoals ik ook heb aangegeven verschillende
voordelen. Zo wordt de zelfregulering door de sector gedragen en gefinancierd en helpt
door middel van de publiek-private informatie-uitwisseling tussen de Stichting Normering
Arbeid, de Stichting Naleving Cao Uitzendkrachten, de Belastingdienst en de Inspectie
SZW, de informatiepositie van zowel de private partijen als de overheid te verbeteren,
wat bijdraagt aan de pakkans en de nalevering van wet – en regelgeving. Overigens
kan ook met een vergunningplicht voor uitzendbureaus een situatie ontstaan dat ondernemingen
betalingsachterstanden opbouwen bij de Belastingdienst en bij andere schuldenaren
en vervolgens failliet gaan. Zo heeft een onderneming een wettelijk recht op uitstel
van betaling bij de Belastingdienst.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.