Schriftelijke vragen : De lokale noodverordeningen in verband met de bestrijding van het coronavirus
Vragen van de leden Den Boer en Sneller (beiden D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Medische Zorg over de lokale noodverordeningen in verband met de bestrijding van het coronavirus (ingezonden 19 maart 2020).
Vraag 1
            
Klopt het dat de nieuwe aanvullende maatregelen ter bestrijding van het coronavirus
               van 15 maart gebaseerd waren op artikel 7 lid 1 wet publieke gezondheid en de wet
               op de veiligheidsregio’s?1 Waarom is de wettelijke grondslag voor de bevoegdheid niet vermeld in de brief?
            
Vraag 2
            
Bent u bereid in toekomstige kamerbrieven, wanneer het nieuwe beperkende maatregelen
               betreft aangaande het coronavirus, de juridische basis van deze maatregelen toe te
               lichten?
            
Vraag 3
            
Kunt u toelichten op welke wijze de besluitvorming over de noodverordeningen die uitvoering
               gaven aan de coronamaatregelen, heeft plaatsgevonden?
            
Vraag 4
            
Op welke wijze wordt de democratische controle van deze besluitvorming vormgegeven?
               Welke rol is weggelegd voor de gemeenteraden in de democratische controle op het handhaven
               van de noodverordening? Kunt u dit uitsplitsen naar grootste gemeenten binnen de veiligheidsregio
               die worden geleid door de regioburgemeester en de gemeenten die deze status niet hebben?
            
Vraag 5
            
Gelet op het feit dat volgens het legaliteitsbeginsel het bevoegd gezag alleen kan
               handelen op basis van een vooraf vastgestelde bepaling en dat dit juist in crisissituaties
               belangrijk is, vindt u dat een noodverordening pas kan worden gehandhaafd wanneer
               deze vastgesteld, gepubliceerd en dus kenbaar is? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 6
            
Klopt het dat niet alle noodverordeningen waren gepubliceerd op het moment dat zij
               gehandhaafd werden?2 Wat is uw reactie hierop?
            
Vraag 7
            
Bent u van mening dat wet- en regelgeving juist in crisistijd kenbaar moet zijn, vooral
               als het crisismaatregelen betreft? Zo ja, hoe zet u zich hiervoor in? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 8
            
Op welke plek worden crisismaatregelen gepubliceerd?
Vraag 9
            
Bent u het ermee eens dat ook voor de continuering van de noodverordening er een wettelijke
               basis moet zijn? Zo ja, hoe wordt deze (aanhoudend) getoetst? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 10
            
Bent u bekend met het bericht dat Letland vanwege de bestrijding van het coronavirus
               bepaalde mensenrechten uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de
               fundamentele vrijheden (EVRM) tijdelijk opschort?3 Wat is uw reactie hierop?
            
Vraag 11
            
Bent u het ermee eens dat de Nederlandse coronamaatregelen op dit moment geen opschorting
               van het EVRM vereisen en dat deze te rechtvaardigen zijn onder de beperkingsclausules
               van die rechten? Kunt u toelichten bij welke maatregelen dit wel het geval zal zijn?
            
Vraag 12
            
Kunt u alle vragen apart beantwoorden?
Vraag 13
            
Kunt u de vragen voor 31 maart beantwoorden?
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.G.W. den Boer, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
Joost Sneller, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.