Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over de naleving van coronamaatregelen door privéklinieken
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over de naleving van coronamaatregelen door privéklinieken (ingezonden 16 maart 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 18 maart 2020).
Vraag 1
In hoeverre zijn de zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) in Nederland in staat eigen
regie te houden over het leveren van reguliere, niet-acute zorg?
Antwoord 1
Ik verwacht van alle zorginstellingen dat ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid
nemen voor de actieve bestrijding van COVID-19. Je ziet dat alle zorginstellingen,
zowel publieke ziekenhuizen als zelfstandige behandelcentra dat ook zelf doen.
Gisteren heeft de koepelorganisatie van de zelfstandige klinieken aangekondigd dat
niet urgente ingrepen als het vervangen van een heup of cosmetische behandelingen
worden uitgesteld. In geval van acute noodzaak gaan de ingrepen nog wel door. Ook
stellen de zelfstandige klinieken daar waar nodig personeel, persoonlijke beschermingsmiddelen
en apparatuur beschikbaar voor de behandeling van coronapatiënten in het ziekenhuis.
In ROAZ verband, waar de zelfstandige klinieken ook zijn aangesloten, bespreken partijen
waar extra capaciteit of materiaal het hardst nodig is.
Vraag 2
Zijn de zorgverleners die zowel in een publieke zorginstelling als in een private
zorginstelling werken, voldoende beschermd als zij tevens elders worden blootgesteld
aan besmettingsrisico's? Zijn zij in staat gehoor te geven aan het beroep dat op hen
wordt gedaan vanuit de publieke zorg ondanks hun werkzaamheden in de private zorg?
Antwoord 2
Private zorginstellingen hebben zich ook te houden aan de richtlijnen van het RIVM
en de IGJ. Medewerkers zijn daar dus niet minder beschermd dan in ziekenhuizen. Koepelorganisatie
ZKN geeft (ten overvloede) aan dat zelfstandige klinieken strikt de richtlijnen van
het RIVM en andere overheidsinstanties voor de uitvoering van zorg volgen.
Vraag 3
Wordt er een beroep gedaan op ZBC’s om bij te dragen aan de beschikbare zorg en het
aantal bedden zoals ook gebeurt in Italië?
Antwoord 3
Er wordt een beroep gedaan op zelfstandige klinieken om daar waar nodig bij te dragen
aan de beschikbare zorg. Je ziet dat de klinieken dit ook doen. Zij stellen niet urgente
behandelingen uit en stellen daar waar nodig personeel, beschermingsmiddelen en apparatuur
beschikbaar voor de behandeling van COVID-19. In ROAZ verband, waar de zelfstandige
klinieken ook zijn aangesloten, bespreken partijen waar extra capaciteit of materiaal
het hardst nodig is.
De behandeling van COVID-19 patiënten vindt in de ziekenhuizen plaats. Die zijn er
het best op toegerust. Er zijn momenteel voldoende IC-bedden en ziekenhuizen nemen
maatregelen om het aantal IC-bedden uit te breiden. Zo levert het afschalen van planbare
zorg ruimte op. Dit maakt dat er vooralsnog geen beroep hoeft te worden gedaan op
het aantal beschikbare bedden van zelfstandige klinieken. Mocht dit veranderen, dan
zal dit tijdig in ROAZ verband worden overlegd.
Vraag 4
Houden de ZBC’s zich aan de richtlijnen van het RIVM? Hoe wordt hierop toezicht gehouden?
Antwoord 4
Ik ga ervan uit dat iedereen zich houdt aan de richtlijnen van het RIVM, ook de ZBC’s.
De IGJ houdt toezicht op de kwaliteit van de zorg, zoals de IGJ dat altijd doet.
Vraag 5
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, nog voor dinsdag 17 maart?
Antwoord 5
Ik heb gepoogd de vragen zo spoedig mogelijk, en nog voor het debat van 18 maart te
beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.