Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Verhoeven over het bericht ‘Sorry, alle IP-adressen zijn al vergeven’
Vragen van het lid Verhoeven (D66) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Sorry, alle IP-adressen zijn al vergeven» (ingezonden 23 januari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 18 maart
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Sorry, alle IP-adressen zijn al vergeven»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het probleem rondom het opraken van IPv4 IP-adressen? Welke kortetermijnoplossingen
ziet u?
Antwoord 2
Ja, het opraken van IPv4-adressen is al geruime tijd een bekend onderwerp.
De Europese organisatie die IP-adressen beschikbaar stelt, RIPE NCC, heeft in november
2019 bekend gemaakt dat alle voor Europa gereserveerde IPv4-adressen gebruikt zijn
en dat er voor organisaties in Europa alleen nog de mogelijkheid is om op de wachtlijst
te komen als adressen weer vrijkomen.
Er zijn geen goede korte termijn oplossingen. Er is echter een markt ontstaan waar
niet gebruikte adressen verhandeld worden voor vaak hoge bedragen.
Daarnaast is een technische workaround bedacht (zoals een hulpmiddel bekend als Network
Address Translation) dat het mogelijk maakt een IPv4-adres te gebruiken voor meerdere
toepassingen, gebruikers of componenten in plaats van de oorspronkelijk bedoelde enkele
toepassing, gebruiker of component. Een dergelijke workaround heeft mogelijk enig
voordeel zolang IPv6-adressen nog niet veel gebruikt worden, maar beperkt bij verdere
digitalisering (Internet of Things, AI) de mogelijkheden op gebied van veiligheid
en dienstverlening die IPv6-adressen wel bieden.
Vraag 3
Klopt het dat (semi-)overheidsinstellingen grote hoeveelheden ongebruikte IPv4-adressen
bezitten? Ziet u het vrijgeven van dergelijke IPv4-adressen als mogelijke oplossing
om de nood op de korte termijn te verlichten?
Antwoord 3
De overheid heeft in het verleden IPv4-adressen aangevraagd en toegewezen gekregen.
In theorie zou de overheid IPv4-adressen die niet meer nodig zijn kunnen verkopen
aan andere partijen. Dit is echter onwenselijk en gebeurt dus ook niet, omdat dit
zou bijdragen aan het in gebruik blijven van IPv4-adressen en de overgang naar IPv6-adressen
belemmert. Deze overgang is dringend gewenst vanwege de verwachte toename van op internet
aangesloten apparatuur en programmatuur. Al deze apparatuur en programmatuur moet
van een internetadres kunnen worden voorzien.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de echte oplossing zit in de overgang naar IPv6? Waar zit nu
de belemmering in de overgang naar IPv6? Welke stappen neemt u, in overleg met de
sector, om de overgang naar IPv6 te bevorderen? Bent u bereid om hiervoor een deadline
af te dwingen?
Antwoord 4
Ja, de echte oplossing zit in de overgang door alle partijen en gebruikers naar IPv6.
De overgang naar IPv6 vergt investeringen door enerzijds alle leveranciers die de
technische componenten ontwikkelen (zoals emailsoftware, netwerkapparatuur voor routering
of interconnectie, enz.) en anderzijds de internetgebruikers -zowel organisaties,
bedrijven als particulieren- die componenten moeten aanschaffen en installeren. Een
bijkomend aspect hierbij is dat een zeer groot deel van de leveranciers buiten Nederland
of zelfs de EU gevestigd zijn.
Met andere woorden, aan de overgang naar IPv6 zijn kosten verbonden, terwijl de voordelen,
die op het gebied van veiligheid en dienstverlening liggen, pas duidelijk worden naarmate
meer partijen overgaan op IPv6. Het dilemma hierbij is wie als eerste start met aanpassen
en dus moet investeren. Een toepassing die alle partijen noodzaakt over te gaan op
IPv6 adressering, is er niet of nog niet. Dit draagt ook bij aan de situatie dat IPv4
en IPv6-adresseringen lange tijd naast elkaar zullen blijven bestaan.
Gezien het zeer grote aantal private en publieke partijen dat een investering moet
doen en deze investering moet inpassen in hun eigen investeringsplannen, laat de overheid
het initiatief voor overgang naar IPv6 primair aan deze partijen. Wel stimuleert de
overheid al geruime tijd de overgang naar IPv6 door voorlichting via het Platform
Internetstandaarden waaraan marktpartijen, bedrijven en overheden deelnemen. Het Platform
biedt onder andere kennis aan partijen ter ondersteuning bij de overgang naar IPv6
en daarnaast heeft het Platform de website Internet.nl ontwikkeld waar iedereen de
door hem of haar gebruikte website of email voorziening kan laten testen op daadwerkelijk
gebruik van onder meer IPv6. De overheid zelf hanteert bij inkopen de «pas toe of
leg uit» lijst van standaarden en let er bij aanschaf van telecom en ICT-componenten
op dat deze componenten IPv6 gebruiken.
Daarnaast zal op korte termijn een overheidsbrede afspraak gemaakt worden met het
Forum Standaardisatie over de inspanningsverplichting om eind 2021 alle overheidswebsites
en emailvoorzieningen bereikbaar te maken via IPv6 adressering. De overheid heeft
hierin dus een stimulerende rol, geen afdwingende.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.