Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het loket “Oude schades” van de provincie Groningen
Vragen van lid Beckerman (SP) aan Minister van Economische Zaken en Klimaat over het loket «Oude schades» van provincie Groningen (ingezonden 21 februari 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 16 maart 2020).
Vraag 1 en 2
Wat is de stand van zaken rondom het loket «Oude schades» in Groningen?
Hoeveel mensen hebben zich gemeld? Welk percentage is dit van de mensen met oude schades?
Antwoord 1 en 2
Bewoners konden tussen 6 januari 2020 en 1 maart 2020 een verzoek indienen bij de
provincie Groningen als:
zij hun schade gemeld hebben vóór 31 maart 2017;
zij behoren tot de ruim 5.000 bewoners die het aanbod van NAM in het kader van de
resterende 6.199 openstaande schademeldingen hebben geaccepteerd zonder tussenkomst
van de Arbiter Bodembeweging of burgerlijk rechter;
zij kunnen aantonen dat zij de schade niet (volledig) heeft kunnen laten herstellen
van het door NAM betaalde bedrag.
De ruim 1.000 bewoners die het aanbod van NAM niet hebben geaccepteerd, konden naar
de Arbiter Bodembeweging. De doelgroep van de regeling is gebaseerd op de uitkomsten
van het onderzoek van AHA! dat is uitgevoerd in opdracht van de Tweede Kamer. De regeling
is opgezet om bewoners tegemoet te komen die aangeven dat het NAM-aanbod te laag was
om de schade te herstellen. Bewoners die niet onderdeel van de steekproef waren maar
wel onder de doelgroep van de regeling vallen, konden ook een verzoek indienen. Er
zijn in totaal 193 verzoeken ingediend door een deel van de bewoners aan wie NAM in
2018 het eerdergenoemde aanbod heeft gedaan.
Vraag 3, 4, 5 en 9
Hoeveel meldingen daarvan zijn beoordeeld?
Hoeveel meldingen zijn afgewezen en waarom?
Hoeveel meldingen zijn toegewezen? Om welke bedragen gaat het?
Hoeveel gedupeerden hebben zich gemeld die eerder ook een zaak bij de arbiter hebben
aangemeld? Hoe zijn deze aanvragen beoordeeld?
Antwoord 3, 4, 5 en 9
Van de 193 verzoeken zijn er reeds 181 verzoeken bekeken (d.d. 11 maart 2020). Hiervan
blijken er 80 tot de doelgroep van de regeling te behoren. Deze verzoeken zullen conform
de voorwaarden worden toegekend. Tot nu zijn er 23 zaken definitief toegekend met
een gemiddelde toekenning € 4.369,41. 101 verzoeken van de 181 vallen buiten de doelgroep
en zijn of worden dus afgewezen. Hiervan kwamen 81 verzoeken niet in aanmerking voor
een inhoudelijke beoordeling omdat zij geen deel uitmaken van de resterende 6.199
gevallen waarin NAM in de periode 5 maart 2018 tot 1 september 2018 een aanbod heeft
gedaan. 20 van de 101 verzoeken worden afgewezen omdat de betreffende bewoners het
aanbod van NAM hebben afgewezen en zij zich aangemeld hebben voor een arbiterprocedure.
12 verzoeken worden momenteel nog bekeken.
Vraag 6, 7, 8 en 10
Hoe wordt bepaald op welk bedrag gedupeerden recht hebben?
Wordt afgeweken van de bedragen genoemd in de offertes die gedupeerden overleggen?
Waar kunnen bewoners terecht die het oneens zijn met een afwijzing?
Welke rol speelt de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM)? Welke invloed oefent
zij nog uit?
Antwoord 6, 7, 8 en 10
De provincie Groningen beoordeelt of de verzoeken binnen de doelgroep van de regeling
vallen en volledig zijn. Voldoet het verzoek niet aan de voorwaarden, dan neemt een
medewerker van de provincie contact op met de bewoner voor aanvullende informatie.
Vervolgens worden alle verzoeken tezamen met de aangeleverde informatie ter beoordeling
doorgestuurd aan NAM. Bij de verzoeken wordt een vergelijking gemaakt tussen de door
bewoner aangeleverde factuur of offerte en de calculatie behorend bij het aanbod dat
NAM in de periode van 5 maart 2018 tot 1 september 2018 heeft gedaan.
Indien de factuur of offerte aansluit bij de werkzaamheden waarop de calculatie is
gebaseerd, wordt het verschil vastgesteld en door NAM betaald;
Indien de factuur of offerte werkzaamheden bevat voor maar een deel van de schade
of meer dan de schade, dan wordt er een eerlijk vergelijk gemaakt en het verschil
door NAM wordt vergoed. Indien er andere verschillen zijn tussen de factuur of offerte
en het aanbod van NAM, volgt maatwerk.
Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de provincie en NAM over de verzoeken. Aangezien
het een aanvullende vergoeding betreft van de zijde van NAM, doet NAM de eerste beoordeling
bij alle verzoeken en speelt de provincie geen rol in deze inhoudelijke beoordeling.
Bij afwijzing op inhoudelijke gronden van de verzoeken die binnen de doelgroep van
de regeling vallen, was vooraf ingeregeld dat een onafhankelijke kostenexpert om een
definitief oordeel kan worden gevraagd. Echter, dit is tot dusver niet nodig gebleken.
De provincie informeert de bewoners over de uitkomsten van de beoordeling om ervoor
te zorgen dat de bewoners niet tegenover NAM staan. Bewoners kunnen bij vragen altijd
bij de provincie terecht.
Vraag 11
Bent u bereid dit loket langer open te houden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 11
De regeling is, zoals voorafgaand aangekondigd, gesloten op 1 maart. De provincie
heeft de communicatie over deze regeling serieus aangepakt. Daarin is zij actief bijgestaan
door gemeenten en maatschappelijke organisaties. Er zijn door de provincie meerdere
advertenties geplaatst in het Dagblad van het Noorden en in huis-aan-huiskranten:
voor aanvang van de regeling in december, in de eerste week van januari, begin en
half februari (twee weken voor sluiting). De Groninger Bodembeweging en het Gasberaad
hebben de regeling in hun nieuwsbrieven en op hun website onder de aandacht gebracht.
Dit geldt ook voor Stut en Steun en de aardbevingsgemeenten. De pagina over de regeling
op de provinciewebsite is ongeveer 2000 keer bezocht. De provincie kreeg dagelijks
telefoontjes over de regeling en ondersteunde bewoners bij hun verzoek. De voor 1 maart
onvolledig ingediende verzoeken zullen ook na 1 maart nog door NAM in behandeling
worden genomen en daarmee kan – ook na de sluitingsdatum van de regeling – nog aanvullende
informatie worden ingestuurd, mocht de provincie daar om verzoeken. Daarom heeft de
provincie mij laten weten geen reden te zien de regeling langer op te houden. Ik deel
deze opvatting.
Vraag 12 en 13
Wat is uw reactie op de ervaring van de heer Westerdiep, die aangeeft dat de NAM zegt
dat de ingediende offerte te hoog is en dat die wel wat lager kan?
Wat is uw reactie op de ervaring van de heer Spiekman, waarbij de arbiter in het verleden
wel alles heeft bestempeld als aardbevingsschade, maar nooit uitspraak heeft gedaan
over de hoogte van het schadebedrag en waarvan de NAM nu zegt dat dat de reden is
om de aanvraag af te wijzen?
Antwoord vragen 12 en 13
Ik ga niet in op individuele gevallen. Ik kan melden dat de provincie nauw contact
heeft met NAM over alle verzoeken, waaronder deze twee gevallen.
Vraag 14 en 15
Klopt het dat de NAM opnieuw vertraagt en frustreert? Kunt u uw antwoord toelichten?
Bent u tevreden met de werking van dit loket? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 14 en 15
Er is geregeld contact met NAM over de verzoeken. Ik zie geen signalen dat NAM de
beoordeling vertraagt of zich niet coulant opstelt. In de afhandeling is ook sprake
geweest van meldingen in een grijs gebied; die niet stroken met de letter van de regeling,
maar wel passen in de geest door uiteenlopende omstandigheden. Voor sluiting van de
regeling is overleg geweest tussen NAM, de Commissaris van Koning de heer Paas en
mij over deze meldingen, waarin besloten is dat een meer ruimhartige koers het meest
recht doet aan de situatie. De commissaris van de Koning en ik zijn tevreden over
deze regeling omdat hiermee aan bewoners die het aanbod van NAM in het kader van de
resterende 6.199 openstaande schademeldingen hebben geaccepteerd, de mogelijkheid
is geboden aan te tonen dat zij met het door NAM betaalde bedrag de schade niet hebben
kunnen laten herstellen.
Vraag 16 en 17
Kunt u de vragen een voor een beantwoorden?
Vraag 17
Kunt u de vragen beantwoorden voor het eerstvolgende AO Mijnbouw/Groningen op 18 maart
2020?
Antwoord 16 en 17
De vragen hangen dermate met elkaar samen, dat ervoor gekozen is bepaalde vragen te
clusteren ten behoeve van de leesbaarheid. Ik heb er hierbij voor gezorgd dat elke
afzonderlijke vraag beantwoord is. De antwoorden op de gestelde vragen zijn voor het
AO Mijnbouw/Groningen naar uw Kamer gestuurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.