Brief Presidium : Brief van het presidium over een wijziging van de Regeling tijdelijke ontzegging toegang in verband met het opnemen van een mogelijkheid om in verband met buitengewone omstandigheden een algemene ontzegging of beperking van de toegang mogelijk te maken
35 411 Wijziging van de Regeling tijdelijke ontzegging toegang in verband met het opnemen van een mogelijkheid om in verband met buitengewone omstandigheden een algemene ontzegging of beperking van de toegang mogelijk te maken
Nr. 1 BRIEF PRESIDIUM
Aan de leden
Den Haag, 12 maart 2020
Gisteren heeft het Presidium besloten om de maatregelen die door de Tweede Kamer worden
getroffen om besmetting met het coronavirus (COVID-19) te voorkomen verder aan te
scherpen. Daarbij is besloten dat het Kamergebouw vanaf 13 maart 2020 tot nader order
niet open zal zijn voor bezoekers, en dat de publieke tribunes van de plenaire zaal
en de commissiezalen in deze periode slechts extern worden opengesteld voor genodigden
en geaccrediteerde pers. Met deze maatregelen hoopt het Presidium een bijdrage te
leveren aan het voorkomen van de verdere verspreiding van het virus.
In dit kader heeft het Presidium zijn eerdere krachtens artikel 152, eerste lid, van
het Reglement van Orde vastgestelde Regeling tijdelijke ontzegging toegang aangepast,
waarin nu ook een bevoegdheid tot een tijdelijke algemene beperking of ontzegging
van de toegang van bezoekers in verband met buitengewone omstandigheden is opgenomen.
Het Presidium verwijst naar de bijlage voor een nadere toelichting.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib
Bijlage: Wijziging Regeling tijdelijke ontzegging toegang
De Regeling tijdelijke ontzegging toegang wordt vervangen door:
Regeling tijdelijke ontzegging of Beperking toegang
Artikel 1. Algemene ontzegging of beperking toegang in verband met buitengewone omstandigheden
1. Indien buitengewone omstandigheden dit naar het oordeel van het Presidium noodzakelijk
maken, kan het Presidium besluiten tijdelijk bezoekers de toegang tot het gebouw van
de Kamer of in het bijzonder de tribunes te ontzeggen of deze toegang op andere wijze
te beperken.
2. Tijdens een periode waarin een maatregel als bedoeld in het eerste lid geldt, blijven
genodigden en geaccrediteerde journalisten toegang tot het gebouw of de tribunes hebben,
voor zover dit naar het oordeel van het Presidium verantwoord is. Het Presidium kan
tevens toestaan dat andere bezoekers tot het gebouw of de tribunes worden toegelaten.
3. Een maatregel als bedoeld in het eerste lid, kan voor de duur van ten hoogste drie
maanden worden genomen en telkens worden verlengd, en wordt niet langer gehandhaafd
dan door het Presidium noodzakelijk wordt geacht in verband met de buitengewone omstandigheden.
Artikel 2. Individuele ontzegging toegang
1. Het Presidium kan degene die een overtreding heeft begaan als bedoeld in artikel 152,
tweede of derde lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer tijdelijk de toegang
tot het gebouw van de Kamer of in het bijzonder de tribunes ontzeggen. De toegang
kan slechts worden ontzegd indien naar het oordeel van het Presidium de overtreding
de orde ernstig heeft verstoord en vrees bestaat voor een nieuwe verstoring van de
orde.
2. De in het eerste lid bedoelde ontzegging kan voor de duur van ten hoogste drie maanden
worden vastgesteld en telkens worden verlengd, en wordt niet langer gehandhaafd dan
door het Presidium noodzakelijk wordt geacht op basis van de overwegingen, bedoeld
in het eerste lid, tweede volzin.
Toelichting
Met het oog op het tegengaan van de huidige verspreiding van het coronavirus (COVID-19)
wordt via deze wijziging van de huidige Regeling tijdelijke ontzegging toegang een
voorziening opgenomen op grond waarvan in verband met buitengewone omstandigheden,
tijdelijk een algemene ontzegging of beperking van de toegang van bezoekers tot het
Kamergebouw of tot de publieke tribunes kan plaatsvinden.
Artikel 1
De nieuwe voorziening is opgenomen in artikel 1.
Het eerste lid bevat daarbij de hoofdregel op grond waarvan het Presidium kan besluiten de toegang
van bezoekers tijdelijk in het algemeen stop te zetten of te beperken, indien buitengewone
omstandigheden daartoe naar zijn oordeel aanleiding geven. Bij deze «buitengewone
omstandigheden» wordt in de huidige situatie natuurlijk gedacht aan omstandigheden
die de volksgezondheid en de continuïteit van het parlementaire proces betreffen (het
voorkomen van de verspreiding van het coronavirus). De maatregel heeft een algemene
uitwerking: in tegenstelling tot de huidige mogelijkheid van tijdelijke ontzegging
van de toegang werkt deze uit naar alle potentiële bezoekers van de Kamer, en niet
naar één individu. De maatregel kan afhankelijk van de omstandigheden wel worden toegespitst
op specifieke categorieën bezoekers.
Het Presidium kan bij het treffen van een maatregel besluiten bezoekers de toegang
te «ontzeggen» (waarbij de toegang in het geheel is uitgesloten) of die toegang anderszins
in verband met de buitengewone omstandigheden te «beperken» (bijv. in kwantiteit,
of voor een bepaald gebouwdeel of bepaalde vergaderingen). De maatregel kan betrekking
hebben op het gehele Kamergebouw of in het bijzonder de tribunes (bij zowel plenaire
vergaderingen als commissievergaderingen).
Het tweede lid bevat enige uitzonderingen die bijdragen aan de continuïteit en het openbare karakter
van de vergaderingen. Daarbij wordt in de eerste zin geregeld dat genodigden (bijvoorbeeld
die bij een hoorzitting of rondetafelgesprek) en geaccrediteerde journalisten in beginsel
steeds de voor hen gebruikelijke toegang tot het gebouw en de tribunes hebben, voor
zover dit naar het oordeel van het Presidium verantwoord is. In de huidige bijzondere
omstandigheden kan hierbij bijvoorbeeld worden besloten genodigden of journalisten
toch geen toegang te verlenen indien zij ziektesymptomen vertonen en/of in een risicogebied
zijn geweest. De tweede zin geeft het Presidium de mogelijkheid ook andere bezoekers
tot het gebouw en/of de tribunes toe te laten. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan
(bepaalde) externe rijksambtenaren of andere personen die op functionele gronden in
het gebouw aanwezig dienen te zijn.
De toegang kan dus slechts tijdelijk worden beperkt of ontzegd, waarbij op basis van
het derde lid de duur van de maatregel in principe maximaal drie maandenis, maar wel
(herhaaldelijk) kan worden verlengd. Daarbij gelden als uitgangpunten van de maatregel
steeds subsidiariteit en proportionaliteit. Dit vereist dat de maatregel slechts wordt
genomen indien en voor zolang naar het oordeel van het Presidium andere middelen niet
volstaan, en dat de maatregel wordt opgeheven zodra het Presidium dit mogelijk acht.
Tijdens een periode waarin een maatregel van toepassing is die effect kan hebben op
de openbaarheid van de vergaderingen, zal de openbaarheid moeten worden gewaarborgd1 door het zo spoedig mogelijk openbaar maken van audiovisuele opnamen (zo mogelijk
«live») en woordelijke verslagen van de openbare vergaderingen van de Kamer(commissies).
Dit zal, zoals gebruikelijk, onder andere via www.tweedekamer.nl plaatsvinden.
Artikel 2
Artikel 2 bevat de huidige inhoud van de Regeling, op grond waarvan ook buiten de
in artikel 1 bedoelde buitengewone omstandigheden individuele bezoekers tijdelijk
de toegang kan worden ontzegd. Deze regeling blijft ongewijzigd, en voor een toelichting
daarop wordt verwezen naar Kamerstukken 34 925 nr. 1.
De Voorzitter, K. Arib
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K. Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer