Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van leden Leijten en Futselaar over nieuwe berichten van belangenverstrengeling en corruptie in het falende Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)
Vragen van de leden Leijten en Futselaar (beiden SP) aan de ministers van Financiën en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over nieuwe berichten van belangenverstrengeling en corruptie in het falende Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) (ingezonden 17 januari 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Financiën (ontvangen 10 maart 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «In Tsjechië lijkt de EU wel een pinautomaat
voor oligarchen»1? Hoe beoordeelt u de beschuldiging dat de Tsjechische premier Babiš zijn rijkdom
en zijn macht met belastinggeld vanuit de hele Europese Unie verwierf?
Antwoord 1
Ja. Ik vind deze beschuldiging zorgwekkend en vind het van belang dat dit door de
Europese Commissie wordt uitgezocht.
Vraag 2
Klopt het dat er elk jaar tientallen miljoenen euro’s via Brussel naar Agrofert, een
van de grootste werkgevers in Tsjechië, stromen? Bent u op de hoogte van het feit
dat premier Babiš ooit de enige bestuurder was? Hoe beoordeelt u het feit dat Babiš
vanuit die hoedanigheid, de beheerders en de andere vier begunstigden – onder wie
zijn twintig jaar jongere vrouw en zijn persoonlijke advocaten – kon ontslaan, en
die de trusts kon opheffen?
Antwoord 2
Het is van groot belang dat de implementatie en uitvoering van het GLB in alle EU-lidstaten
op rechtmatige wijze gebeurt. Als er signalen zijn dat dit mogelijk niet het geval
zou zijn, moet daarop geacteerd worden, zowel door de betrokken lidstaat als ook door
de Europese Commissie. De Commissie is inmiddels een onderzoek begonnen naar de rechtmatigheid
van de verstrekte subsidies. Het kabinet doet geen uitspraken over individuele gevallen
waarnaar onderzoek nog lopende is.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een ooit goedbedoeld EU-systeem van landbouwsubsidies en cohesiefondsen
een walhalla is geworden voor een selectief gezelschap politiek gehaaide ondernemers?
Bent u op de hoogte van het feit dat de Commissie er geen NRC-vragen over wil beantwoorden?
Antwoord 3
Ik deel deze mening niet. Ik ben er niet van op de hoogte dat de Europese Commissie
hier geen vragen van NRC over zou willen beantwoorden.
Vraag 4
Klopt de aantijging van NRC dat de overheid aldaar onderzoek tegenhoudt? Wat bent
u van plan hier aan te doen?
Antwoord 4
Het kabinet heeft hierover geen informatie. Mocht het zo zijn dat de Tsjechische overheid
onvoldoende meewerkt, dan liggen de taak en de bevoegdheid om hier stappen tegen te
ondernemen bij de Europese Commissie.
Vraag 5, 6 en 7
Kloppen de conclusies van de New York Times in haar onderzoek naar Europese landbouwsubsidies,
waarin wordt gesteld dat het pijnlijk is dat alle luiken dichtgaan na het ontvangen
van de landbouwsubsidies?2
Deelt u de mening dat de recente berichtgeving over het oppakken in Italië van 94
maffialeden, omdat ze jarenlang gefraudeerd hebben met Europese landbouwsubsidies,
ten overvloede aantoont dat de Europese Unie compleet tekortschiet in de controle
op fraude omtrent Europese landbouwsubsidies?3
Is volgens u de Europese Commissie, de distributeur en controleur van al dat subsidiegeld,
überhaupt in staat de besteding goed te controleren?
Antwoord 5, 6 en 7
Ik deel uw mening niet, maar onderstreep wel het belang van goede controle op de rechtmatigheid
van de Europese uitgaven. Daar is de Europese Commissie verantwoordelijk voor en zij
heeft daarvoor ook de juiste instrumenten.
Vraag 8
Klopt het dat van de 60 miljard euro die jaarlijks aan Europese landbouwsubsidie wordt
uitgegeven, 80 procent terechtkomt bij 20 procent van de boerenbedrijven?4 Wat is uw mening hierover?
Antwoord 8
In het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 19 maart 2018 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1098) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de analyse van de verdeling van inkomenstoeslagen
over landbouwbedrijven in de EU. De verdeling wordt vooral bepaald door het aantal
hectares per landbouwbedrijf en lidstaat-specifieke elementen zoals historische referenties
en gekoppelde betalingen. Ik ben voorstander van een maximering van de inkomenssteun
per bedrijf, zoals ook door de Europese Commissie voorgesteld bij de lopende herziening
van het GLB, waardoor minder steun bij (hele) grote bedrijven terecht komt.
Vraag 9
Wat vindt u van de stelling uit het NRC-artikel dat de EU-landbouwsubsidies de markt
kapotgemaakt hebben voor kleine boeren? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 9
Ik steun die stelling niet. Het GLB kan juist worden ingezet om de positie van kleine
gezinsbedrijven te versterken, bijvoorbeeld via maximering van de steun per bedrijf
en het stimuleren van samenwerking. Het kabinet zet hierop in.
Vraag 10, 11 en 12
Bent u, gezien het duidelijke falen van het huidige beleid omtrent de Europese landbouwsubsidies,
bereid zich in Europees verband in te zetten voor een drastische hervorming van het
landbouwbeleid met een inzet op een veel kleiner budget en een eerlijke verdeling
van de middelen?
Kunt u een indicatie geven hoeveel kleiner het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
zou moeten worden en wat de inzet van het kabinet zal zijn in samenhang met de lopende
debatten over de nieuwe Europese meerjarenbegroting?
Bent u bereid zich in de onderhandelingen voor het GLB te blijven inzetten voor een
maximum aan uit te keren landbouwsubsidie per persoon/bedrijf? Deelt u de mening dat
dit bedrag in principe niet hoger dan een modaal inkomen zou moeten kunnen liggen,
omdat het in de praktijk doorgaans om subsidie in de vorm van inkomenssteun gaat?
Antwoord 10, 11 en 12
Ik heb uw Kamer reeds geïnformeerd over de Nederlandse positie van de omvang van het
volgende meerjarig financieel kader (MFK), zoals vastgelegd in de kabinetsappreciatie
van het MFK-voorstel van de Europese Commissie (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1349). Nederland zet, mede in het licht van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk, in
op een kleiner MFK en is daarom voorstander van een substantiële bezuiniging op het
GLB en cohesiefondsen om ruimte te creëren voor nieuwe prioriteiten en om bij te dragen
aan een financieel houdbare begroting. De onderhandelingen hierover worden gevoerd
in de Raad Algemene Zaken en in de Europese Raad. Nederland is, zoals bekend, voorstander
van plafonnering van de landbouwsteun aan bedrijven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.