Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Toegang tot politieopleiding te krap afgesteld’
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Toegang tot politieopleiding te krap afgesteld» (ingezonden 10 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Toegang tot politieopleiding te krap afgesteld» van
28 februari 2020?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat, gelet op de opdracht om de komende jaren 17.000 nieuwe agenten
te werven en op te leiden zonder af te doen aan bestaande kwaliteitseisen van werving
en opleiding, alle zeilen bijgezet zullen moeten worden om die instroom te realiseren?
In hoeverre is er in dat kader ruimte voor creativiteit, proeftuinen en regelluwe
trajecten? Welke initiatieven lopen er thans?
Vraag 3
Welke mogelijkheden zijn er voor kandidaat-agenten zonder een reguliere vooropleiding
om (alsnog) toegang te krijgen tot de basispolitieopleiding? Is het in het artikel
genoemde artikel 6, derde lid, van de Regeling Aanstellingseisen 2002 nog steeds een
geldig artikel en wordt deze mogelijkheid in de praktijk daadwerkelijk benut? Is de
Politieacademie ingericht op deze soort instroom? Kunt u uitleggen wat de zogenaamde
21+ toets inhoudt? Geldt die toets nog?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel kandidaten in 2019 via de «weg» van het derde lid in de basisopleiding
zijn ingestroomd? Qua percentage, welk onderdeel maakt deze instroom uit van het geheel?
Vraag 5
Bent u bekend met het rapport «Evaluatie Pilot Initiële Instroom» van de Eenheid Amsterdam
(december 2019)? Erkent u de aantoonbare resultaten van deze pilot, met name daar
waar het gaat om succesvol werven van kandidaten die in eerste instantie onterecht
uit het selectieproces waren gevallen, de zogenaamde «positieve missers»? Herkent
u de in de conclusie verwoorde spanning tussen de eenheid Amsterdam en de landelijke
dienst In-, Door- en Uitstroom (IDU)? Kunt u aangeven welke positieve, in de pilot
benutte interventies door IDU als niet relevant werden beschouwd en waarom dat zo
is?
Vraag 6
Bent u bekend met de «Beleidsregel overgangsbeleid loopbaanpad na afronding basispolitieopleiding
allround politiemedewerker (MBO4)» (juni 2019)? Bent u bekend met artikel 2, onderdeel f
(politiedienstjaren), van deze beleidsregel? Deelt u de opvatting dat de bepaling
«indien er een onderbreking is geweest van langer dan zes maanden, dan tellen alleen
de politiedienstjaren na deze onderbreking mee», een forse contra-indicatie is voor
potentieel herintredende (ex)dienders om opnieuw bij de politie te gaan werken? Bent
u bereid, gelet op de bestaande personeelskrapte, zo spoedig mogelijk deze beperking
op te heffen dan wel substantieel te beperken?2
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.